ITALIE

 

 

Hier volgen de verslagen van de etappes gelopen in Italie.

Van Col du Larche tot aan Pontebernardo.

Zondag 16 september 2018

Col du Larche (FRA) > Pontebernardo (IT) 17,4 km

Ik stap Italië weer binnen. Het Italiaanse Alpen Wandel avontuur kan beginnen. Ik wandel het eerste bijna vlakke stuk van Italië, langs de autoweg. Het landschap is natuurlijk niet meer heel verrassend. Ik ben er al 2x met de auto voorbij gereden. Het stuk stijl naar beneden is voor mij dan ook geen verrassing meer. Ik kan de eerste S-bochten al wat afsnijden. De auto’s moeten de gehele bocht nemen, ik kan hier snel naar beneden. Ik begin mij net af te vragen hoe het met de Zwisters zal gaan, en waar ik ze weer ga tegenkomen. Voor hun is dit de weg naar Barcelona. Zij moeten dit stuk stevig klimmen, ik kan mij bijna naar beneden laten glijden op het gras. Ik klim over grote vangrails heen en ik spring van verhogingen af. Na de laatste S-bocht en op het rechte stuk naar beneden naar Argentero zie ik de fietsers aankomen. De jonge Zwitser rijdt een stuk voor en blijft even staan bij mij om een praatje te maken. Hij moet haar wel enthousiast houden voor de tocht deze vakantie, dus hij heeft de meeste bagage op zijn fiets geknoopt. Iets naar beneden, kom ik ook haar tegen. Ze is bezweet, maar kan nog wel lachen. Ik moedig haar nog wat aan. Het is nog aardig wat haarspeldbochten naar boven, dus ze kunnen wel een steuntje in de rug gebruiken. Ik ga verder naar en arriveer al snel in Argentero, het eerste Italiaanse dorpje. De mooie kleurenschakering van de huizen verraden dat ik inderdaad in Italie ben. Ik zie op de vroege zondagmorgen twee oudere bewoners in het dorpje al in de tuin werken, maar het cafeetje verderop is nog gesloten. Niet veel later loop ik in Berzesio langs het restaurant van gister, het ziet er ook nog gesloten uit. Ik loop verder weer langs het hek van de Bed & Breakfast. De auto van de eigenaar staat niet meer voor het huis.

.

Ik wordt een beetje verrast als ik hier wit/rode bakens langs de autoweg zie. “Alpino Rouge ”staat er aangegeven. De “Via Alpino” loopt van de Golf van Triest tot aan Côte d’Azur bij Monaco. Ik heb het plan opgepakt om alleen het Italiaanse deel hiervan te gaan bewandelen. Ik had niet gedacht hier het pad al zo gauw al tegen te komen. Ik verlaat meteen de autoweg en volg nu verder “Via Alpino” over bergpaden naar beneden. Ik blijf lang langs een rivier lopen. De “Alpino Rouge” pijlen blijf ik tegen komen. De autoweg blijft boven mij wel dicht bij. Later loop ik op een oude asfaltweg. Midden op de weg staan ook de witte/rode strepen geverfd. Ik zit nog steeds goed! Ik volg ook Mountainbike trails, die blijkbaar hetzelfde pad volgen als de “Via Alpino Rouge”. Als de nieuwe autoweg in de berg verdwijnt met een tunnel, loopt de oude weg buitenlangs de berg zonder een tunnel. Het is lang geleden dat hier een auto op dit asfalt heeft gereden. Ik ga weer terug naar beneden naar de rivier. Ik kom weer eens wandelaars tegen, ze lijken een ander tempo te voeren dan ik. Dan torent het kerkje van Pontebernardo boven de bomen uit. Ik nader mijn eindstation deze wandelvakantie. Er is weer een gedeelte af van mijn lange voettocht. Ik loop eerst nog langs een klein katholiek tempeltje. Ik bezoek nog even het kerkje zelf in het dorp. Ik denk weer wat melancholisch: kom ik hier ooit terug? Na het bezoek van het kerkje wandel ik naar de autoweg. Ik zie even de pijlen niet meer, en ik wil weten waar mogelijk ooit eens mijn weg zich gaat vervolgen. Ik maak een foto van het wandelbord, om dat thuis maar eens uit te zoeken. Nu wil ik richting mijn hotel in Turijn vanavond. Het duurt wel even voordat een auto voor mij stopt. Een groep wandelaars vraag ik nog even wat zij gaan doen. “Via Alpina?”. Maar het blijkt een kortere wandelrondje te zijn. Een oudere man uit Cuneo neemt mij vervolgens mee naar zijn stad. Het voelt weer supergoed om zo’n lift te hebben geregeld. De oudere man laat mij nog even voor de duidelijkheid zien waar het Centraal treinstation van Cuneo ligt. Hij rijdt er speciaal voor langs. Ik had aangegeven eerst natuurlijk nog het stadje Cuneo te willen bekijken. Hiervoor zet hij me af bij het Piazzo Europa, het centrale plein van de stad. Hij geeft me nog even tips mee voor bezichtigingen in de stad en over goede eettentjes en mooie terrassen. Na de lunch vertrek ik met de trein naar Turijn. Daar ga ik weer op zoek naar mijn hotel van vorige week. Ik moet in Turijn toch nog wel aardig zoeken voordat ik het gevonden heb. Ik ken de stad blijkbaar toch nog niet zo goed. Na de douche geniet ik nog van mijn laatste avond in Turijn. Mijn huidige slaapkamer is slechts 2 kamers naast die van vorige week. Ik beeld mij in, dat ik daar op het balkon stond, slechts 1 week geleden. Ik wist toen nog niet wat voor mooi avontuur er tussen deze 2 balkons in zat.

Geschreven: 7 november 2018

Foto’s wandelvakantie:  Alpen III

.

Ponte Bernardo < > Ormea

Zondag 19 mei 2019

Ormea (740m)> Garessio (621m) 22,9 km

Via Alpina met John L

Gisteren zijn we al in een Pelgrimssfeer gekomen door de bezichtiging van de heilige “Lijkwade” van Jezus Christus in Turijn. Althans iets van dit, wat in een gesloten houten kist ligt, achter een gesloten IJzeren hek. Met open mond van verbazing heb ik vooral naar de aanwezige bezoekers gekeken. Als in een trans waren ze geobsedeerd door de bloedsporen achtergelaten op dit kleedje, zoals op de video in de kerk te zien was. Zo zijn wij ook misschien in de juiste “Mindset” gekomen om deze vakantie aan onze Pelgrimstocht te beginnen vandaag. De Bed & Breakfast had ons wel in een mindere kamer gezet, iets wat meer op een kelder lijkt. Een televisie moest nog wel van elders komen, maar we konden nu wel Duncan Laurance voor Nederland het Songfestival zien winnen. Toen wij op het moment van de overwinning een gejuich inzetten, klonk er wel een gebonk van boven. We hoorden een geroep: “Silenzio!” Ook hebben we kunnen zien dat Madonna het festival heeft verloren. De vrouw des huizes was gister al iets te veel langs geweest en had ons zelfs door het raam nog opmerkingen toegeroepen van: “Baby boven!” Maar vanmorgen, had ze netjes aangeklopt op de deur om binnen te komen met een heerlijk ontbijt. Als we klaar zijn voor vertrek en de deur dicht trekken, moeten we even opnieuw de eigenaar bellen. De stokken van John staan nog binnen. Maar dan lopen we via de kleine straatjes van Ormea en beginnen aan een nieuw Camino avontuur. We hebben gisteren de weg al even gecheckt, dus weten we precies hoe we het eerste stuk moeten lopen. We komen weer langs het cafeetje waar ze heerlijke vers gemaakte taart verkopen, dan door het tunneltje omhoog, daar vinden we de eerste rood/witte bakens van de route. Sinds gisteren weten we dat de Via Alpina, die wij nu volgen, deze bakens hier in Italië hebben. We lopen weer langs de Ruïne op de berg en hebben al gauw een mooi uitzicht op Ormea en de Tanaro rivier. We klimmen langzaam door naar Villaro (1028m) over een stijl bospad. Het is best wel zwaar, zo aan het begin van onze tocht, we zijn nog niets gewend. Ik zeg tegen John dat hij het rustig aan moet doen, we hebben alle tijd. Maar hij vindt dit heftige stuk niet normaal. Ik zie in de verte dat op het pad een hertje naar mij staat te kijken. Als ik weer doorloop springt hij toch maar weg. Hij durft mij niet verder dichter bij te laten komen. Ik zie dat hij niet alleen is. John moet helaas dit schouwspel missen, hij is volledig geconcentreerd op het pad. Het begint wat licht te regenen. Onze kleding wordt niet heel erg nat, maar door het natte gras zijn onze pijpen wel doorweekt. Ik krijg ook langzaam natte sokken. Als het wat harder gaat regenen, trek ik mijn regenkleding aan. Ik kan nu mijn speciale regenbroek met rits aan de zijkant, deze makkelijker aan en uit doen. Ik heb mijn oude regenbroek uitgeleend aan John, en zo kan hij dat dus niet. Het aan/uitrekken van de regenbroek is altijd een vervelende bezigheid, zeker als de bergschoenen elke keer weer uit moeten.  Ik hoor ook wat gebrom van achter mij. John vraagt zich af waarom er geen mensen lopen op dit traject. We komen tot hier nog steeds geen wandelaars tegen vandaag. Ik heb zeker weer een heel moeilijk pad uitgezocht. Niemand heeft dit zelfde plan opgevat, helemaal niemand allen wij in deze ellende. Nog wat hoger op de berg, komen we aan in het dorpje Carià op 1164 m hoogte. Er staan vele lege vervallen huizen. De daken zijn soms wat ingezakt. Soms zijn oude huizen geheel overwoekerd door planten. Bij een kleine doorgang horen we een hond blaffen achter een deur van een huis. Een oude man doet de deur open en sloft naar buiten. Door de hond worden we een beetje weggejaagd, dus tot een conversatie komt het niet. Hij lijkt de laatste bewoner te zijn van het bijna verlaten dorp. We zien later dan nog een oude man aankomen lopen. Hij komt de arme oude man hopelijk bezoeken. We nemen een kijkje op het ommuurde kerkhof iets verderop. Hier liggen de andere bewoners van het dorp. Het geeft een naar mistroostig gevoel.

 

.

Het bijna verlaten dorjpe Carià boven Ormea

Dan lopen we langzaam weer verder naar beneden naar het dal van de rivier de Tanaro. Het is niet langer aan het regenen, maar we lopen nog steeds helemaal alleen door het bos. Na nog een stil verlaten dorp met een gesloten kerkje komen we aan bij een autoweg waaraan een paar oude wegrestaurantjes staan, maar die zijn allemaal dicht. De door mij beloofde koffie blijft uit, er is geen horeca hier. We steken de rivier over bij brug bij Ponte Isola Perosa. We vinden buiten het dorpje geen bankjes om te gaan zitten. Daarom gaan we op een kei zitten langs de weg om wat van ons lunchpakket te eten. Het is een natte bende op het pad, door de regen. Het maakt ons allemaal niet meer zo veel uit of we smerig worden. Veder op de stoep van een huis trek ik mijn regenkleding weer uit. De bewoner neemt polshoogte en vraagt of ik met de Motor ben. Wij zijn natuurlijk komen lopen! Verderop zien de oude houten wandelborden waar de naam “Garessio” is uitgesneden. Ons einddoel voor deze eerste etappe! Ik zie nog wat plaatsnamen op andere wandelborden staan, waar wij morgen op pad mogen gaan. Nu gaan we verder het dorp in en komen Bar Roma tegen. Het lijkt een goede keuze om hier te vieren dat we het weer hebben gehaald. Het bier en de wijn smaken er heerlijk. De plaatselijke bewoners besteden hier hun vrije zondag middag, meer vertier als dit hebben ze niet nodig. Met onze rugzakken maken we indruk op ze, maar zo stoer vinden we ons zelf niet. Onze natte kleding kan opdrogen op de kachel. Dan gaan we op zoek naar onze verblijfplaats voor vanavond. We moeten de sleutel ergens anders ophalen, maar uiteindelijk belanden we in een Wit huisje met een gemeenschappelijk tuin. Door de regen kunnen we van deze tuin vandaag geen gebruik maken. Terwijl het buiten hard regent, kunnen wij lekker warm douchen. We knappen er van op. De eigenaars brengen ons met de auto naar de supermarkt. Daar kunnen we dan ons ontbijt en lunch voor morgen organiseren. Ze vinden ons iets te makkelijk praten over de wandeling van morgen, dus krijg ik van de man nog een goede wandelkaart van het gebied hier in mijn handen gedrukt. Wandelen zonder GPS is volgens de eigenaresse: “the Old fashion way”. Op aanraden van het stel eten we vanavond in de pizzeria van het dorp, achter de grote kerk. Het is het enige restaurant wat vanavond open is. Daar zien we voor het eerst deze vakantie ook andere vakantiegangers. Er zitten 2 Nederlandse wandelaars achter ons. Er zijn dus toch nog meer mensen die hier in de buurt wandelen. Na het eten wandelen we nu in het donker onder de grote Lindenlaan terug naar ons luxe appartement.

 Geschreven: 7 juni 2019

Foto’s wandelvakantie: Alps 4 2019

 

 

 

 

Maandag 20 mei 2019

Garessio > Rifugio Pian dell'Arma (952m) 18.6 km

Via Alpina met John L

We hebben een nacht vol met vele nachtmerries achter de rug, als we s’morgens al uren half wakker liggen. Blijkbaar moesten we de gebeurtenissen van gisteren in onze hersenen verwerken. Of was ik misschien al weer bezig met de volgende wandeling die voor vandaag op de planning staat? Waarom droomde ik van een kalf op mijn rug, de berg afglijdend? Heel fit worden we dus niet wakker. We doen het nog even rustig aan. We beginnen deze morgen wel met een stralende zon en blauwe lucht. Van de meegenomen boodschappen uit de supermakt kunnen we stevig ontbijten. Ik kook melk in een pannetje voor een echte havermoutpap. We kunnen ook een lunchpakketje maken voor vanmiddag in de bergen. We hebben brood met beleg, fruit en yoghurt. We zullen vandaag in ieder geval niet van de honger omkomen.We kunnen dan nog even genieten van het zonnetje in de tuin. De eigenaren komen met de hond nog even langs om te vragen of alles OK is. Hij wil nog even de route uitleggen op de kaart, we mogen niet verdwalen op de berg! Hij wijst ons de kortste weg uit Garessio de berg op. Wij volgen dit advies op en lopen dan ook even later door de lange hoofdstraat het stadje door. Er zijn veel oude soms ook vervallen gebouwen en het ziet er allemaal heel pittoresk uit. Dan verlaten we door de stadspoort de bewoonde wereld en nemen een langzaam stijgend bospad. Langetijd lopen we door een soort geul, nog steeds langzaam omhoog. Vandaag is John scherp em ziet hij juist een hertje en moet ik deze missen. We zien boven de bomen de eerste wieken van een Windmolenpark boven ons uitkomen. We horen ze niet, want ze staan bijna allemaal helemaal stil. Het is vrij mistig geworden vandaag. Als we later onderlangs één van de molens lopen, kunnen wij de wieken boven ons niet eens zien. Het geeft een beetje onheilspellend gevoel. Bij een oud en niet meer gebruikt restaurant kruisen we een autoweg. We zijn bij Col de San Bernardo (952m) aangekomen. We moeten daar goed opletten wat precies onze bakens aangeven, want er zijn meerdere varianten om hier te wandelen. Later bij een wandelbord zien we dat we de juiste richting hebben gekozen. We naderen San Bartomoleo. Even later weer wat afleiding door rood/witte bakens naar een pad dat naar beneden gaat. Nasino ligt niet op onze route, dus we blijven op deze hoogte. We komen de eerste sneeuwresten van afgelopen winter tegen. Op een boom zie ik een pijl half naar rechts wijzen. “Colle de Prione” staat er op. Dat is de richting die wij moeten hebben. Ik kijk wat scherp naar beneden en zie daar een rood/wit baken staan. Maar is deze wel voor ons? Het is namelijk heel scherp naar rechts en naar beneden. Er zijn ook minder duidelijke (oude?) rood/witte bakens die links omhoog gaan op dit punt. Er staat op dit punt alleen de bruine paal van het wandelbord. Deze is dus zijn aanwijsbord even kwijt. We twijfelen nu wel erg en nemen de meegekregen kaart erbij. Probleem is dat we niet weten waar wij precies zitten. Via mijn telefoon “Google Earth” weet ik dat we op dit punt eigenlijk recht door zouden moeten, maar die keuze is hier niet. Ik loop nog eens terug naar de bordje op de boom, zo’n 50 m terug. Ik kan bijna niet meer normaal nadenken, door de stress. Ik heb geen idee. Na veel wikken en wegen besluiten we eerst het pad omhoog te proberen. Het blijft stevig doorklimmen. We lopen een eind door, maar blijven onze twijfels houden. Het gaat ook nog eens regenen, het past wel goed bij onze stemming. De regenpakken mogen weer eens aan. We komen volgens mij nu echt te hoog. Voor de zekerheid dan toch ook maar het pad omlaag proberen? Dan moeten we wel weer helemaal terug. Daar aangekomen blijkt dat het pad nog meer omlaag gaat dan gedacht. Het is dus helaas ook niet goed. John’s hoofd staat op onweer. Nog eens de kaart erbij. Maar ja waar bevinden we ons nu eigenlijk? We gaan dan toch weer terug omhoog en hebben zo ruim anderhalf uur verspeeld met heen en weer lopen. Het was al zwaar genoeg eigenlijk vandaag. Pas na nog eens een half uur lopen, komen we het volgende aanwijsbord tegen. Deze heeft wel zijn aanwijsbord nog, en kan ons nu verder op weg helpen. Er staat “San Bartolomeo 30min”. Nu weten we dat we zeker op het juiste pad zitten. Dit neemt de misselijk makende onzekerheid bij ons weg. Als we na ruim een kwartier een volgend bord tegen komen met er op vermeld: “San Bartolomeo 20min”, hoor ik wat gemor van achter mij komen. Het zouden minder minuten moeten zijn?

.

Op de Crêtes in dichte mist

We wandelen nu op grasvelden boven op de Crêtes. Links en rechts van ons loopt het stijl naar beneden. We bevinden ons in dichte mist, dus we zien niets van het uitzicht. We denken dat het bij zicht, hier wel erg mooi kan zijn. De bakens staan verder uit elkaar dan we kunnen zien hier, dus we blijven elke keer hopen op de volgende. Dan zien we een bord staan waar Rifugio dell’Arma op vermeldt staat. Dit wordt het eindpunt voor ons vandaag. Het zou volgens dit bord, nog maximaal een uur lopen zijn. Ik bel de Refugio alvast om te zeggen dat we wat later komen. Het is al na zessen. Wellicht willen ze even op ons wachten met het avondeten. We lopen nog steeds langs de witte/rode bakens. We komen op een breed pad waar 4-wheels auto’s zouden kunnen komen. Het lijkt al donker te worden, maar de mist is nog dichter geworden hier. Het kan altijd erger. We blijven op dit pad lopen, maar zien dan lang geen aanwijzingen meer. Ik begin te denken dat we een bord hebben gemist. Ik vertel John dat terug gaan naar het laatste punt met rood/witte bakens geen optie meer is. Dan komen we niet meer voor donker op onze overnachtingsplek. Dan maar het brede pad volgen en zien waar we uitkomen. Na weer een half uur lopen, zien we een klein bordje “Rifugio” omhoog wijzen, van het pad omhoog het bos in. Zou dit de onze zijn? Op het smalle bospad staat er later aangegeven: “Rifugio 10min” en later “5min”, dus we houden hoop. Van rechts komt een wandelpad met rood/witte bakens, dus ineens lopen we weer op Via Alpina. Dan zien we in het bos iets wat op een Berghut lijkt. Echter alle deuren en de raamluiken zijn dicht. Weinig leven dus. Dit is onze Refuge niet. Ik begin al te denken dat we ons voor moeten bereiden op een nacht in het bos zonder slaapplaats en nog erger: zonder eten! John is wel zo nuchter om te bedenken dat het misschien nog wat verder op het pad zou kunnen liggen. Hij zegt het inmiddels wel op zijn zenuwen te krijgen van mijn zenuwen gedoe. OK, ik zal voortaan proberen de paniek voor me te houden. We lopen nog even verder en inderdaad zien we weer iets van een nederzetting uit de mist verschijnen. Is dit dan onze Refuge? Ik doe de deur voorzichtig open, om te kijken of er iemand aanwezig is. Een meisje verwacht ons inderdaad. Ze is al bezig met de voorbereidingen van het avondeten. We zijn echt blij dat we er zijn. John is behoorlijk uitgeput en moet even bijkomen van de inspanning. Er zijn verder geen andere wandelaars die hier gaan overnachten, dus wij mogen bepalen hoe laat er gegeten wordt. We willen eerst nog wat wijn drinken op onze late aankomst op deze veilige basis. Dan nog even douchen. Het gaat via een speciale instructie. Ze komt het nog eens even uitleggen boven. Maar het water is er uiteindelijk warm. Aan tafel is ook de vriend van de kokkin aangeschoven. Hij is hier gewoon met de auto aan komen rijden uit Caprauna, het stadje beneden in het dal. Hij eet mee, maar dan wel op een andere tafel. De hond Olly wil ook mee eten, maar elke keer moet hij weer terug achter de deur. Hij zit ons heel zielig aan te staren achter het glas. De quiche smaakt ons goed. Het lamsvlees ook. Maar op tafel staat wel heel veel op het grote opschepbord. We voelen ons schuldig dat er veel overblijft. Olly lijkt er juist vrolijk door. Na het eten is het al snel terug naar de stapelbedden. We kijken nog even op de wandelkaart, maar hebben weinig energie. Wij beginnen weer aan een nacht vol dromen over van alles en nog wat. Maar ook vooral over hier op de berg. S’nachts moet ik even naar het toilet en kijk ik nog even door onze slaapkamerraam naar buiten. Ik zie in het dal onder ons, een wit wolkendeken liggen. Met het maanlicht er boven geeft het een bijna sprookjesachtig gezicht. Ik kruip nog even lekker in mijn slaapzak om weer verder te dromen.

 Geschreven: 7 juni 2019

 Foto’s wandelvakantie: Alps 4 2019

 

Dinsdag 21 mei 2019

Rifugio Pian dell'Arma > San Bernardo di Mendatica (1265m) 20.3 km

Via Alpina met John L

Het dromen heeft ons wederom beziggehouden vannacht, dus echt uitgeslapen zitten we s’morgens niet aan de ontbijttafel. De eigenaresse Marina, is hier vannacht met haar Jeep aan komen rijden en verwelkomt ons vanmorgen met een hartelijke lach. Ze kan ons vertellen hoe we straks het eerste stuk moeten lopen. We willen natuurlijk niet hetzelfde meemaken als gisteren. We laten het door haar nog eens duidelijk uitleggen op onze wandelkaart. Maar echt moeilijk moet het volgens haar niet worden. Het ontbijt is een beetje magertjes. Wat droge sneetjes brood met jam. Meer het standard Franse “Petit Dejeuner”. Hetzelfde brood nemen we ook mee als lunchpakketje. Buiten in de zon maken we ons gereed voor vertrek. Nog steeds zien we beneden in het dal een wolkendek onder ons liggen. Verderop zien we de Cote d’Azur in de verte liggen. Dan lopen we volgens de aanwijzingen van Marina achter langs de Refuge. Daar vinden we al meteen de eerste witte/rode bakens en een wandelbord, waarop onze richting staat vermeld: “Colle di Caprauna”. Door een bospad lopen we langzaam naar beneden. Wel verdwijnt langzaam de zon, doordat we de lagere bewolking nu inlopen. We zien vele plassen water op het pad, van de vele regen de afgelopen dagen. Langzamerhand krijgen we veel modder aan onze pijpen, dus we zien er niet meer op ons schoonst uit. We steken een verkeersweg bij een S-bocht over en zien af en toe wat auto’s rijden of mensen lopen. We voelen ons weer even in de bewoonde wereld. We lopen langs de kapel van San Bartolomeo. Ik wil een kaarsje op steken, maar de deur van de kapel is met kettingen dicht gemaakt. De heilige Madonna kan je hier ook bezichtigen, maar een extra wandeling van 30 minuten zien we niet zitten. Het is al lang genoeg vandaag en we hebben het “Maria-licht” deze vakantie al ervaren. Op de Colle di Nava, is ook een autoweg, waar aan een restaurant zou staan. Zo is dat vanmorgen althans beloofd door onze Marina. We zien al hoopvol wat huizen staan langs de weg beneden. Het duurt nog even voor dat we er ook echt zijn. Vlak voor dat we de weg kruisen, komen 2 wandelaars ons tegemoet. Zij bevestigen ons dat het cafeetje inderdaad open is en dat ze daar koffie hebben. Onze lust naar caffeine is inmiddels behoorlijk opgewekt, als we horen van bewoners die langs de weg staan, dat het helaas gesloten is. Een Carabinieri (de Italiaanse variant van de Gendarmerie) die met zijn politieauto langs de weg staat, zegt dat er een paar kilometer verderop wel een cafeetje open is. Wij vinden dat voor ons simpele wandelaars, net iets te ver is. We moeten ook nog weer eens naar hier terug! Blijkbaar zien we er moe en heel teleurgesteld uit. Hij wil ons wel naar het cafeetje brengen. Ons terug brengen is ook geen probleem. Ik zit even later in de politieauto bij de achterklep met mijn rugzak op mijn knieën. John zit voorin te glunderen van caffeine geluk. Een loeiende sirene van de politieauto ontbreekt nog in het plaatje. Op naar de koffie! We willen de agent een koffie aanbieden in het cafeetje maar hij vindt dat niet nodig. Er volgt Italiaanse conversatie met wat café-bezoekers. Iedereen begint spontaan te lachen. Ze lachen om ons, of uit? We nemen er nog een taartje bij en een 2e kop koffie. Er komt een Amerikaanse vrouw uit New York binnen met haar Italiaanse man uit Ormea. We hebben het over de mooie omgeving hier. Ze verontschuldigt zich voor het slechte weer van de laatste dagen. Wij vertellen over de laatste bewoners uit de bergen boven Ormea, die wij 2 dagen eerder zijn tegen gekomen. De man vertelt dat hij die mensen kent. De gemeente probeert ze uit de bergen naar het dorp te jagen, maar ze willen niet. Als we vertellen dat wij naar Mendatica willen lopen, bieden ze meteen een lift aan. Het is vlak bij. Wij gaan natuurlijk lopend de lange variant nemen over de hoge bergpas. We worden weer door de agent met zijn politie-wagen terug gereden naar onze plek van voor de koffie. Zo staan we vrolijk en voldaan voor het vervolg van onze tocht.

.

Onderweg naar Mandatica

We beginnen meteen met een flinke beklimming naar Forte Pozzanghi. Door een flinke storm zijn er behoorlijk wat bomen omgewaaid. Deze versperren het pad. We moeten af en toe omlopen en of onderdoor kruipen. De baggage moeten we soms zelfs afgooien om er onderdoor te kunnen. Zo maken we nu niet echt veel meters. Onze vrolijkheid begint wat weg te ebben als we steeds weer opnieuw verder om de hoek kunnen kijken van het pad. Er blijven alleen maar bomen op onze weg liggen, hoe ver we kunnen zien! Bij het Fort kunnen we wel genieten van een mooi uitzicht over het dal. We kunnen over een ophaalbrug lopen. Water ligt er niet meer in de gracht. Na het Fort zien we opnieuw weer hinderlijke bomen op de weg liggen. Ik hoor John zeggen dat er elke dag wel ergens iets mis gaat op deze tocht. We lopen zo behoorlijke vertraging op hier op Colla dei Boschetti. Ik word gebeld door de Refuge van vanavond. Een dame vraagt aan mij hoe ver we al zijn op de tocht van vandaag. Nog niet zo heel ver dus! We steken weer eens een autoweg over. We kunnen even op het randje van de weg zitten, voor een korte pauze. Onze benen kunnen we zo ontspannen, bungelend naar beneden hangen. We vervolgen het pad dat nu lange tijd met de autoweg meegaat. Af en toe kiezen we voor de asfalt variant als we denken dat het bospad langer of moeilijker wordt, maar het komt op hetzelfde neer. San Bernardo di Mendatica staat goed aangegeven hoeveel kilometer het nog is. We tellen de kilometers dus af van 4.2 km naar 3.2 naar 2.2 en 1.2 km. Waarom ze steeds de 0,2km er bij zetten, is ons een raadsel. Wel lijken de kilometers steeds langer te worden naar mate we dichter bij het einde komen. We zien de eerste huizen van het ski-dorpje. Ik wordt weer gebeld door de Refuge. Er wordt mij gevraagd of we het stuk vanaf San Bernardo misschien naar beneden kunnen lopen naar Mandatica.Ze hebben even geen vervoer voor ons. Nog even een uur extra! Ik zeg dat we dat niet gaan meer redden, we zijn volledig gesloopt en hebben geen zin in een extra uur wandelplezier. Ze gaat proberen een busje voor ons te regelen. We moeten dan nog heel even 200m door naar het dorpspleintje. Net die 0,2km is John te ver en ploft neer op de stoep van de weg. Hij zegt: “Ik doe geen stap meer!” Ik kan hem maar net overreden om ook die laatste 200 meter naar het kerkje te volbrengen. In de planning stond morgen een nog zwaardere en langere hike en hoger de bergen in. Ik durf het niet aan met John in deze conditie. We zijn klaar, het is gedaan. We zitten nu in een wat troostig dorpje, maar we voelen ons eerder opgelucht. We zien wat ongebruikte skiliften en vervallen huizen en hotels. We horen verderop wel wat mensen roepen in de straten. Er is dus toch nog leven hier. We gaan op een leeg ongebruikt terras zitten, om op onze lift te wachten. Wij denken dat het gesloten is, maar later komt er toch een man van achter een gesloten deur. Hij vraagt of we iets willen drinken. We bestellen toch maar niets. Dan komt een busje aangereden. Het is een wat gezette jonge Duitser. Hij is de eigenaar van de Refuge beneden in Mandatica. Hij brengt ons veilig naar onze overnachtingsplek. Ons dorpje heeft wel een supmarktje, dus we kunnen ons nu wat luxe veroorloven: wijn/chocola. De winkelbediende lijkt de gehele dag op ons gewacht te hebben. We hebben voor het avondeten een Delivery Service besteld. Maar dat blijkt gek genoeg gewoon de vriendin van de eigenaar van de Refuge te zijn. Zij gaat het in de Refuge ook voorbereiden. Het is allemaal voedsel van hier uit de bergen. We eten diverse soorten kaas en jam met een stoofpotje. Het is geen verkeerde keuze. We regelen voor morgen alvast de lift naar de kust. We moeten helaas onze wandeltocht na drie dagen hier afbreken. Het lijkt op dit moment de enige juiste keuze. Er staat ons morgen een heerlijk hotel te wachten in Ventimiglio. S’avonds brandt hier beneden in de Refuge nog de open haard vollop. Het lijkt zo zonder enige leiding of nachtwaker hier in het pand een beetje riskant. Maar er zal vannacht verder geen openhaard brand uitbreken. We slapen er heerlijk, ondanks weer wat behoorlijke droompartijen.

Geschreven : 21 juni 2019

 Foto’s wandelvakantie : Alps 4 2019

Zaterdag 19 sep 2020

San Bernardo di Mendatica > Realdo 17.4 km

Via Alpina

Gisteren was ik met de trein eerst naar Cuneo en daarna met de bus naar Ormea gereisd. Michael van de refuge in Mendatica had mij met zijn auto opgehaald voor het laatste stukje. Hij stopte onderweg voor mij nog even bij een supermarkt. Ik kon zo mijn inkopen doen voor mijn wandeltocht van vandaag. Het was tevens voor mijn ontbijt, want die krijg ik er niet bij vanmorgen. Ook wees hij mij op de zeer goede en gezellige pizzeria in Mendatica. Zo makkelijk als ik hem gisteravond met zijn auto in het dorp Ormea vond, hoe moeilijk gaat dat vanmorgen. Ik sta wel zoals afgesproken om acht uur bij zijn auto beneden op de parkeerplaats. Ik zie boven een deur van zijn huis open gaan. Nu kan ik vanaf hier niet zien wie deze deur open doet, maar deze persoon komt in ieder geval niet naar beneden naar mij toe. Na een tijdje ga ik maar eens polshoogte nemen waar hij blijft. Voor de ingang van de refuge staat iemand te roken en ik vraag hem even of hij de eigenaar langs heeft zien komen. Hij zegt dat hij net langs hem gelopen is, en wijst me naar de steeg. Ik loop meteen door het straatje omhoog. Ik pak alleen wel de verkeerde uitgang en kom te hoog uit het huizenblok vandaan. Bovenlangs loop ik meteen al deze morgen wat extra meters. Ik zie later Michael rustig op mij staan wachten bij zijn auto. Ik stop mijn rugzak in de kofferbak. Ik weet sinds gister dat de achterklep gevaarlijk open zwiept, er hangt iets los. Michael had het mij vergeten te melden, maar vandaag geeft hij met een lach nog eens de waarschuwing. De opmerking is nu overbodig want ik voel als “reminder” de bult op mijn hoofd nog. Zoals beloofd brengt hij mij weer naar San Bernardo de Mendatica. Via de vele S-bochten klimmen we door veel bos de berg op. Michael vertelt dat het dit Corona jaar wel meevalt met de aantallen toeristen die hij heeft mogen ontvangen. Veelal Italianen. Bovendien is hij ook gewoon boer met land en is hij als boswachter bezig met de aanleg van een wandelpad in het bos. Hij zegt nog maar eens dat het de hele dag gaat regenen. Ook de komende dagen beloven niet veel goeds. Nou, ik heb er opeens minder zin in! Op het parkeerterrein bovenin stap ik uit. Inmiddels regent het best wel pijpestelen. Hij wil dat ik bij aankomst op mijn eindbestemming vandaag even een berichtje stuur. Zijn vriendin heeft daar behoefte aan. Een wandelaar alleen in dit gebied in dit weer, geeft wel wat bedenkingen bij haar. Ik check nog even of het café open is, maar helaas de deur is dicht. Ik trek mijn regenkleding meteen aan. Als ik aanvang met mijn wandeling, zie ik Michael nog steeds met zijn auto op de parkeerplaats staan. Het lijkt net of hij op mij blijft wachten zodat ik nog steeds meteen de auto terug kan nemen. Maar ik zoek naar de rood/witte pijlen van de Via Alpina net even boven de parkeerplaats en klim verder de berg op, het bos in. Op mijn regencapuchon hoor ik de regendruppels hard tikken. Met een slechte weersvoorpelling voelt het wat unheimisch aan hier zo alleen. Aan wat voor avontuur begin ik hier nu weer op de berg, wie wil dit nu uit eigen vrije wil? Ik volg rustig de wandelborden naar Passo de Saccarello. Tot op heden staat het goed aangegeven en ik blijf hopen dat dit zo door blijft gaan. Een wandelbord ligt op de grond, maar wel zo dat ik nog kan zien welke kant ik mijn pad moet vervolgen. Het tikken op mijn capuchon lijkt wat minder te worden. Ik doe hem af voor ook wat frisse lucht. Er komt inderdaad minder regen van boven en doe ook mijn rits van mijn regenjas half open. Mijn afrits regenbroek heb ik ook niet voor niets aangeschaft. Ik kan hem nu uittrekken zonder mijn bergschoenen uit te doen. Als er kans is op zo weer een buitje, is er niets vervelender dan dat weer opnieuw te moeten doen. Het heeft wat gekost, maar dan heb je ook wat! Het blijft nu voor lange tijd droog, ondanks de slechte weersvoorspelling. Als ik boven op Passo de Saccarello kom, wandel ik weer lekker droog en warm door en zie daar de eerste glimp van de niet verwachte zon vandaag. Ik zie ook een marmot net even uit zijn grot komen om te genieten van diezelfde eerste glimp. Na veel bos kom ik in meer open gebied. Ik zie weer blauw in de luchten boven mij.  Ik wandel via de Crête langs meerdere bergtoppen. Ik kom langs refugio San Remi. Michael had mij al geinformeerd dat deze niet bemand is, maar dat er verderop een mooie nieuwe refuge is die wel open is. Deze is zo nieuw dat deze nog niet eens op de wandelkaart aangegeven staat. Ik schrik wat van de Corona maatregelen hier binnen. Veel plastic en pijlen. De serveerders hebben een mondkapje om. Ik doe gauw hetzelfde. Ik kom te vroeg voor de lunch, maar ik kan wel koffie krijgen. Ik heb zelf al een lunchpakketje meegenomen, dus die bewaar ik voor later straks ergens in de buitenlucht.  Mijn mondkapje neemt wat zicht weg aan de onderkant. Zo glijdt mijn koffie weg als ik deze niet goed op het richeltje zet onder het raam. Hij valt zo op de net schoongemaakte vloer. Ik vraag even een doekje bij de bar en een nieuwe koffie. Hij kost slechts een enkele Euro, maar ik hoef niet nog een keer te betalen. Als ik de refuge verlaat wordt ik behoorlijk aangestaard door 4 jongemannen die buiten zitten. Het geeft me een ongemakkelijk gevoel, ik heb toch niets van ze aan? Als ik wat verder loop zie ik dat ze nog steeds naar mij kijken. Ben ik dan zo bijzonder? Als ik later een ouder Frans stel tegenkom maak ik een leuk praatje met ze. Ik vind ze ook bijzonder, zo op hoge leeftijd hier hoog in de bergen aan het wandelen. Ze zijn benieuwd waar ik heen wandel. Ze kennen het plaatsje Realdo en zeggen dat dat een prachtig pittoresk dorpje is. Ik kan een prachtige wandeling verwachten vanmiddag. Ik wens ze ook succes met hun wandeling. Na een kleine klim ben ik al eerder dan verwacht bij de top van de Saccarello en begin met de afdaling. Ik loop weer langzaam het bos in. Daar loop ik langs een boerderijtje. Het is niet veel meer dan een houten krot. Er komt rook uit de schoorsteen, dus er is iemand die er ook woont. Twee honden houden de wacht voor de deur. Ik haal het niet in mijn hoofd om toenadering te zoeken. Verderop staan er een aantal witte koeien achter een hekwerk. Het voelt hier best wel aan als ”Remi en alleen op de wereld”. Ik loop lange tijd precies op de grens van Frankrijk en Italië. Ik zie steeds oude grensstenen links in de berm. Ik loop dan eigelijk lange tijd net in Frankrijk. Een aantal lawaaige motorrijders halen mij hier in op het pad. Ook zitten er 4x4’s bij. Ik ga zitten bij een driesprong voor mijn lunch. Ik kom voor mijn rust en irriteer mij mateloos aan al dat motor geraas dat maar voorbij blijft komen. Bovendien laten ze veel stof opwaaien. Zand smaakt niet zo lekker op mijn boterham. Een motorrijder vraagt mij naar Realdo. Ik kan hem helpen en zwaai blij naar alle motorrijders die voorbij komen. Een grote zucht maak ik als alle rust is wedergekeerd. Na mijn lunch kan ik weer heerlijk rustig alleen verder wandelen. Ik kies hier de borden naar Realdo in Italië. Voor mijn overnachtingsplek voor vanavond moet ik vanaf hier van de Via Alpina af. Er zijn wel een paar onduidelijke keuzes. Bij een T-splitsing kan ik zowel links als rechtsaf. Ik kies maar voor de linkse variant. Ik daal nog steeds langzaam verder het dal in, dus ik denk dat het goed gaat. Ik loop achterlangs het dorpje Verdeja. Zo zie ik aan de andere kant van het beekje de kerktoren er boven de huizen uit steken.

.

Aan mijn kant komen er veel oude verlaten en vervallen huizen voorbij. Het doet sprookjesachtig aan. Waar blijven de Hobbits? Ik zie later ook de kerktoren van Realdo liggen. Ik kom uit op iets wat op een dorpsplein lijkt met veel levendigheid. Ik wil koffie drinken boven bij een restaurant met achter een terras. Het restaurant is geheel vol, maar voor mij is het gesloten helaas. Ik moet naar de bar beneden. De bar staat half op de weg. Het lijkt net of er af en toe een auto door de kroeg rijdt. Op een bankje hier heb ik best mooi uitzicht op de overhangende rotsen hier in het dal. Er zijn veel mensen op het plein aanwezig. Uit het restaurant komt een groepje mensen. Ze zijn klaar met eten en doen samen nog even een liedje in koor, geheel a capella. Het klinkt best goed. De ouderen hebben echt moeite met de Corona regels. Na het gezang gaan ze dicht bij elkaar zitten. Na het zoveelste wijntje gaan er steeds meer mondkapjes af of worden aan eigen oren gehangen. Andere locals zijn erg bezig om te meten hoe groot de tent moet worden voor de overdekking van het terras hier. Wellicht zijn dit voorbereidingen op een dorpsfeest? Het kan blijkbaar hier allemaal. De jongelui kan het hier sowieso allemaal ook niet zo veel schelen. Ik zie wel bordjes staan: “min.distancia 1m”. Niemand die er zich ook maar aan houdt. Ik probeer mij er zelf wel aan te houden. Het geeft soms lichte irritatie, maar het lukt net allemaal. Ik stuur even een whatsup bericht naar mijn vorige overnachtingsplek. Dan weten zij ook dat ik veilig ben gekomen hier. Ik doe hetzelfde even naar het thuisfront. Na een paar glazen wijn kan ik verderop het Corona-proof en openbaar toilet vinden met veel anti-baceteriële gel-pompjes. Ik vervolg bordjes naar de refugio. Via kleine straatjes links- en rechtsaf naar beneden sta ik opeens voor de deur van Giampiero. Hij is hier de trotse eigenaar van de Refugio hier in het dorp. Ik kom in het Engels van alles aan de weet van hem. Zo komt hij uit midden Italië. Hij is verliefd geworden op dit dorpje na een mountainbike tocht van jaren geleden. Hij heeft zijn vrouw achter gelaten voor zijn droom. Zijn twee kinderen wonen in Engeland en Duitsland. Nu is hij ook bezig om de Duitse taal te leren. In het begin is hij erg van de mondkapjes, maar langzaam valt die regel een beetje weg. Hij regelt voor vanavond het vlees voor het avondeten via een buurvrouw. Hompen rauw vlees haalt hij op en laat hij aan mij zien en vraagt of dit OK voor mij is. Ik kan dit niet weigeren natuurlijk, het lijkt alleen erg veel. Ik overweeg om morgen in één keer de sprong naar Saorge in Frankrijk te gaan maken. Volgens Giampiero is dit wel mogelijk maar wel zeker 10 uur lopen. Hij wijst me op Refugio Gol di Gouta. Ik heb genoeg tijd, dus lijkt me dit een beter plan. Ik wil even wat lopen zonder baggage en ga  alvast het pad checken voor morgen. Ik loop links de deur uit. Ik wandel langs dit mooie pad met volkstuintjes het dorpje uit. Bij een waterval en houten brug over de beek zie ik twee meisjes en een jongen chillen op een muurtje. Zijn dit de hang jongeren van dit dorp? Ze hebben er in ieder geval een mooie plek voor uit gekozen. Ik loop nog even omhoog naar het Maria-beeldje iets verderop. Dan keer ik terug naar het dorp. Ik kan even lekker douchen en dat terwijl er beneden in het huis voor mij gekookt wordt. Dat voelt toch heel goed na zo’n lange wandeling. Ik ben de enige gast vanavond, dus zit ik samen met Giampiero aan tafel met de polenta en stoofvlees. Een goed glas wijn kan natuurlijk niet ontbreken. Hij hoort bij de buren de televisie door het open raam. Het is voor hem een nieuw fenomeen. Hij verwondert er zich over, maar van irritatie is geen sprake. Zijn refugio staat pal naast de kerktoren. Hij vertelt mij dat sinds een tijdje de kerkklokken na elf uur s’avonds niet meer mogen luiden tot zeven uur s’morgens. Een aantal fanatieken katholieken wilden vasthouden aan deze oude traditie. Een hele strijd was gaande in het dorp of dit wel of niet meer zou mogen. De bischop heeft uiteindelijk het dorp bij elkaar gekregen en beslist om de nachtrust te behouden. Het dorp is weer in vrede. Giampiero is erg blij met zijn zelfverbouwde huis. In de winter is er vaak veel sneeuw op de daken hier, dan kijkt hij vaak genoegzaam uit zijn dakraam. Zijn gedachten zijn dan:  “I am the king of the valley”. Op mijn dakterras zie ik het kerkje boven de dakrand uitkomen. De overhangende rotsen zie ik hier ook. In het donker is het wat spooky allemaal, ik ga weer gauw naar binnen. In mijn bed hoor ik s’avonds nog de klokken elf uur slaan en dan wordt het stil.

Geschreven: 22 december 2020

Zondag 20 september 2020

Realdo > Refugio Gol di Gouta 24.6 km

Midden in de nacht zie ik lichtflitsen in mijn kamer. Het is onweer. Ik hoor het gerommel in de bergen steeds dichterbij komen. Het geluid wordt ook nog eens weerkaatst tegen de bergwanden. Ik kijk even door het raam en zie het ook nog eens hard regenen en waaien. Ik kruip nog maar eens lekker in mijn warme bed. Ik hoef niet veel moeite te doen om op tijd op te staan. Ik kom al vol adrenaline aan de keukentafel beneden zitten voor het ontbijt van half acht. Ik word nog eens heerlijk verwend door Giampiere met zijn eigengemaakte brood en jam. Dan ga ik weer op pad. Ik loop al weer snel langs het Mariabeeld, de plek tot waar ik gister gekomen was. Ik maak snel een schietgebedje voor droog weer vandaag en een veilige tocht. Ik volg de borden richting Paso de Muratone. Ik hoor een aantal keren de klokken van Realdo nog luiden door het dal. Dan nog een allerlaatste keer voordat de dorp definitief verdwijnt achter de heuvel. Bij de asfaltweg is het mij onduidelijk welke kant ik verder moet. Ik kies voor het wandelpad omhoog door het bijna verlaten dorp. Het loopt echter dood bij een huis. Ik ga niet helemaal weer hetzelfde pad naar beneden, maar neem een horizontaal pad welke bij het dorp uitkomt welke ik wil paseren. Daar zie ik weer borden staan met Bassa di Samson. Dat is de Crête waar de Via Alpina langs gaat. Daar wil ik uiteindelijk weer op komen, dus het is omhoog de berg op. Ik volg de asfaltweg met vele S-bochten. Er komt geen einde aan. Ik zie op mijn ‘google earth” dat ik op de goede weg zit. De weg slingert door richting grens met Frankrijk. Bij een volgende S-bocht zie ik een wandelbord staan “Bassa di Samson”. Deze gaat meer recht omhoog en lijkt me dus sneller. Wel komt de mist uit het dal omhoog. Niet veel later loop ik volledig in de wolken en kan me minder oriënteren. Ik raak nogmaals het spoor bijster op de helling. Ik klim stug door naar boven, dan maar zonder pad. Ik begin behoorlijk te twijfelen of ik wel goed zit. Ik kom met een stijl zelf gekozen stenen pad helemaal boven. Daar zie ik meteen weer rood/witte tekens met AV. Hier loopt de Via Alpina ook weer. Het is een fijn gevoel om weer alles op de rit te hebben. Er komen van rechts 2 Duitsers aangewandeld. Als ik even wil stoppen om iets uit mijn rugzak te halen, passeren ze mij. We houden natuurlijk de 1.5 meter in stand, maar maken wel even een praatje. Zo kom ik te weten dat zij het GTA pad volgen richting de Italiaanse Riviera. Dit is een goed aangegeven pad met ook rood/witte strepen. Alleen vandaag volg ik dit pad gedeeltelijk mee. De Via Alpina loopt hier even samen met deze route. Ze hebben veel bagage bij zich. Naast hun kleding hebben ze ook een tent, slaapzakken en kookgerei op hun rug hangen. Vannacht heeft het veel geregend en geonweerd. Zo hard dat het tentje water doorliet en ze totaal doorweekt zijn geworden. Veel geslapen hebben ze dus niet. Ze hebben het behoorlijk koud en zien er wat blauw uit, maar ze blijven optimistisch. Het is nog maar 3 dagen door lopen naar de kust en dan komt voor hun de luxe weer. Ik wens ze nog veel succes en ik ben blij dat ik weer gewoon een refuge heb vanavond. Ik kom twee Italiaanse wandelaars tegemoet. Ze zijn heel vrolijk en zijn vriendelijk. Iets te vriendelijk wat mij betreft, ik zie geen vermoeidheid of bezorgdheid over verdwalen, regen of wat dan ook in hun gezichten, iets wat ik op dit moment ongetwijfeld uistraal. Ze hebben gelijk, ik moet meer genieten hier in de mooie natuur. Vanaf nu: “leve de lol”. Ik kom in een mistig dorp, dat al lang geleden verlaten is door de bewoners. Er lopen wat koeien langs de kapotte huizen. Ik moet oppassen dat ik niet in de koeienpoep beland met mijn bergschoenen. Nu moet ik zelf ook wat kwijt. Ik moet er in de mist een goede plek voor vinden. Ik kan even later wat van het pad af en mij verschuilen in het bos. Een ervaren wandelaar is natuurlijk voorbereid. Ik heb wat toiletpapier, ontvreemd uit de refuge en in mijn bagage zitten. Het voelt daarna als een echte bevrijding en het lijkt echt stukke lichter te lopen. Er volgen mooie kliffen met spectaculaire afgronden. Ik hoor mij een paar keer roepen: “Zo!!!”  Het is een teken dat ik met volle teugen hier geniet van de uitzichten en panarama’s hier in de natuur. Ik zie twee meiden voor langere tijd voor mij lopen. De onderlinge afstand krimpt gestaag. Ze treuzelen soms wat meer dan mij en ik ga ze uiteindelijk voorbij. De Duitsers slapen vanavond in dezelfde refugio Gol de Gouta. Op een punt waar vele paden samen komen, zie ik ook het bord naar Saorge in Frankrijk staan. Morgen is de bedoeling dat ik hier Frankrijk verder in ga. Nu blijf ik in Italië en wandel nog even door over de GTA richting Gouta. Ik kan dus de rood/witte tekens nog even blijven volgen. Het laatste stuk is ook hier weer vanaf en loopt weer eens helemaal horizontaal. Dat voelt na al die beklimmingen en afdalingen best vreemd. Opeens zijn hier vele wandelaars. Ik moet twee heren nog even uitleggen waar ik gister ben vertrokken. San Bernardo di Mandatica klinkt hun heel ver in de oren. Er beginnen net wat kleine spatjes uit de hemel te vallen als ik net het terrein oploop van de refugio. Ik vraag nog even of dit ook echt de Gouta is. De serveerster kan dat beamen en zegt dat ze mijn komst al had verwacht. Ik krijg meteen de sleutel van mijn kamer. Er zit meteen een sleutel bij voor het gemeenschappelijk toilet. Het toilet is niet voor de kroegbezoekers. Dat bespaart ons een hoop viezigheid. Ik kan beter op het overdekte terras mijn koffie drinken, want inmiddels is het serieus gaan regenen. Alle wandelaars komen naar deze plek in het bos toe. Op deze zondagmiddag gaan ze wel bijna allemaal weer naar huis.  Het is hier niet alleen een overnachtingsplaats maar ook een restaurant en café. Ik bestel ook een biertje, want heel veel anders kan ik vandaag hier niet meer doen. Het is wel een hele halve liter, dus ik ben wel er wel even zoet mee. De vele mannen hier in het café zijn al dronken en komen af en toe even buiten roken. Hun lachen is wat irritant, maar ik blijf relaxed. Ze hebben allemaal hun mondkapje onder hun kin zitten. Het lijkt best wel gezellig allemaal, lekker met zijn drieën op een strekkende meter. Dat niet alleen, maar het is ook nog eens bedenkelijk dat na afloop de één na de andere in zijn auto stapt voor de rit naar huis. Aan de overkant van de weg staat een ezel. Elke keer als er iemand voorbij loopt en het beest aankijkt, barst er een oorverdovend gebalk los. Het zielige gebalk gaat door merg en been. De twee Duiste meiden komen ook binnen wandelen met hun natte regenkleding aan. Die hebben ze net moeten aantrekken de laatste kilometers. Ze hebben naast mij een kamer op de corridor van de country saloon hier in de refugio. Het houten hok laat het op midnight western stijl lijken. Het is wel gehorig op de kamers. Ik kan het gesprek van de Duitse wandelaars naast mij letterlijk volgen. We kunnen s’avonds in het restaurant goed eten. Als de meeste betalende klanten naar huis zijn vertrokken, komen de vrouwen van de koks en obers met hun baby’s langs. Het blijkt hier een vruchtbare omgeving hier midden in de Alpen. Daarna trek ik mij terug in mijn houten hok. Er zijn reflectoriserende plaatjes op het houten plafond geplakt. Als ik het licht uit doe en wil slapen, zie ik allemaal lichtgevende sterretjes boven mij schijnen.

Geschreven 22 december 2020

.

Maandag 21 september 2020

Refugio Gol di Gouta (IT) > Saorge (FRA) 14.0 km

Ik heb van Giampiere uit Realdo begrepen dat het pad naar Saorge vandaag moeilijk gaat worden, dus ik wil een vroege start maken. Ik had zeven uur doorgegeven als ontbijttijd. Maar op dit vroege uur is alles nog in ruste bij het restaurant. De waakhond zit wakker op de stoel net naast de deur. Gelukkig blaft hij niet als ik de klink van de deur probeer. Alles zit nog op slot en ik zie geen beweging in de keuken. De twee Duisters zijn ook al wakker en komen uit hun kamer vandaan. Het duurt nog tot half acht voordat een mevrouw het rolluik omhoog doet en de deur van het slot haalt. Nu moet alles nog aangezet en opgewarmd worden binnen, dus vandaag moeten we geen haast hebben. Uiteindelijk wordt mijn maag goed gevuld met o.a. een goed gebakken omelette. Ik heb niets te klagen. Ik sta een half uurtje later met mijn rugzak bij de kassa om mijn lunchpakketje af te halen en alles af te rekenen met de vrolijke optimistische ober. De twee Duiste meiden doen het rustig aan en zitten dan nog lekker aan de koffie. Ik zie buiten al wat blauwe luchten, dus het lijkt een mooie wandeldag te worden. Ik loop weer het horizontale pad terug en daal weer af naar Col de Muratone met de samenkomst van veel wandelpaden. Ik neem daar het pad naar Saorge. Nu is er verderop weer een splitsing, ik kies het rechter bospad welke iets omlaag gaat. Als ik de gele verfstreepjes op de bomen zie, weet ik dat ik de juiste keuze gemaakt heb. Een bord geeft aan dat ik in Frankrijk zit.

Geschreven 23 december 2020