FRANKRIJK PART III

Hier volgen de verslagen van de wandeldagen in Frankrijk deel III

Italiaanse grens > Frejus & Leucate-La-Franqui - Cerbere

Maandag 21 september 2020

Refugio Gol di Gouta (IT) > Saorge (FRA) 14.0 km

Een bord geeft aan dat ik in Frankrijk zit. Het gebied waar ik mij nu bevind, Alpes Maritimes, is door het Ministerie van Buitenlandse zaken aagegeven als Code Oranje. Het RIVM heeft gewaarschuwd voor een verhoogd risico door het grote aantal besmettingen hier. Het is voor mij dan nu eigenlijk niet als Nederlander toegestaan om hier in Frankrijk te reizen. Het is zelfs verboden om de grens over te steken. Nu is er hier midden in het bos weinig iets van controle te merken. Er staan geen douaniers of politie achter bomen verscholen, dus ik denk dat ik ongehinderd kan doorlopen. Ik vervolg mijn pad naar La Madonna. Op mijn wandelkaart zie ik ook precies waar ik mij bevind. Mijn gekochte gedetailleerde kaart doet waarvoor ik hem meegenomen heb. Ik kan mij uitstekend oriënteren. Ik kom in uitgestrekte bossen en het gaat opvallen dat ik ook niemand tegenkom vandaag. Niemand steekt al wandelend hier de grens over in deze Corona tijden, er is maar één zo gek. Het pad waar ik loop zijn veel bomen zijn opgewaaid. Nu heb ik dat al vaker meegemaakt en stap ik rustig over wat grote boomstammen heen. Dan komt er een stuk waar het hele pad is verdwenen door een kleine aardverschuiving. Ik zie geen pad meer en klim over bomen en kruip onder boomwortels door. Dan zie ik verder geen vervolg meer met iets wat lijkt op een pad. Ik weet even niet meer of ik naar boven moet of juist naar beneden. Het doet mij opeens denken aan de GR20 in Corsica. Ik was toen bewust met mijn wandelgroep van de route afgeweken en langs een rivier naar beneden afgedaald. We zochten de kortste weg naar Vizzavona. De kortste weg bleek niet de gemakkelijkste. Toen wisten wij ook niet meer of wij nog verder moesten afdalen of juist weer omhoog. Het waren angstige momenten op de trail, of waren dat juist de mooiste herinneringen? Het is hier dus oprecht een echt “Vizzavona moment”. Het verschil is alleen dat ik er nu hier alleen voor sta. Ik loop nog iets door en ik denk dat ik iets van voetstappen zie in de zwarte prut. Er gaat ook hier iets omhoog, of is het wat anders? Ik neem de meest waarschijnlijke keuze door iets meer af te dalen. Ik kijk nog eens op de kaart en op ‘google earth”. Ik kom erachter dat ik er niets meer aan heb hier in dit gigantische bos. Je kan hier heel lang dwalen en niemand die mij kan helpen. Het zal toch niet zo zijn dat ik er hier niet meer uit ga komen en volledig verdwaald ben? Ik voel lichtelijke paniek opkomen. Ik ben blij dat ik het advies van Giampiere heb over genomen om de stretch Realdo naar Saorge niet in één dag te doen. Dan was ik hier rond einde van de middag geweest. Dan zonder eten en met een aankomende duisternis hier in het bos. Er komen allerlei doemscenario’s naar boven. Nu heb ik mijn complete lunch nog bij me en de hele dag ligt nog voor mij. Het moet gaan lukken. Ik moet even rustig blijven! Ik denk wel dat nu terug gaan naar het punt waar het pad nog in tact was inmiddels al een hele klim terug is. Wat nu te doen? Ik denk nog steeds af en toe iets van voetsporen te bespeuren op de grond. Het gaat wel steeds naar beneden. Zo blijf ik maar langetijd dwalen op geen enkel duidelijk spoor. Dan zie ik een klein rood pijltje op een boom gespijkerd, ten teken dat ik nog meer naar beneden zou moeten. Wie is er hier zo behulpzaam geweest? Het geeft mij wat hoop. Beneden bij een beekje zie ik toch nu echt weer iets wat op een echt pad lijkt. Ik hoop dat het nog steeds dezelfde richting opgaat. Ik kom op een splitsing en zie daar een klein kappeltje op een rots staan. Een Maria beeld staat daar achter een ijzeren raamwerk mooi opgesteld met wat kaarsjes en bloemen. Ik realiseer mij dat dit “La Madonna” moet zijn hier midden in het bos.

.

La Madonna

Ik pak de kaart er weer bij en zie dat er hier inderdaad een splitsing is van het pad. Ik ben natuurlijk erg opgelucht en blij dat ik dat ik hier nu veilig ben. Ik ben best wel van de rel geweest daarnet. Als ik een moment in mijn leven moet aanwijzen waar ik ooit zo dicht bij het contact met het hiernamaals stond …..dan is het wel hier! Ik ga op mijn knielen zitten op de stenen verhoging voor het Mariabeeld bij het kapelletje. Ik bedank iemand dat ik hier ben aangekomen en dat ik het tot hier heb gehaald. Ik bid nog even snel voor het halen voor de gehele Camino naar Santiago en dat John het mij toestaat om het af te maken. Dat we samen onze dromen waarmaken met een B&B in Spanje. Het komt allemaal door mijn hoofd langs. Met heel veel adrenaline en blijdschap vervolg ik mijn tocht. Het is heerlijk warm en zonnig weer. Ik loop langs mooie diepe kliffen. Er staan veel bloemen in bloei. Ik zie een hert tussen de struiken in de verte voorzichtig naar mij turen. Ik zie nog eens een eekhoorn over een boom springen. Het is echt een prachtige natuur hier. Dan moet ik toch weer gewoon uitkijken dat ik niet de afgrond inglijd en zorgen dat me hier niet iets vreselijks overkomt. Een ontmoeting met La Madonna helpt mij daar verder niet meer mee. Ik bewonder nog eens de plek waar ik ben. Ik sta stil in deze groene omgeving en zie blauw water onder mij. Om mij heen hoge bergen. Ik hoor wat water kletteren van een watervalletje. Ik hoor volgels rustig fluiten door de Canyon. Het geeft een serene rust en een heel fijn gevoel. Ik wil nu ook even zwemmen in de rivier. Ik kan er alleen moeilijk bij komen. De afgronden naar beneden zijn hier te gevaarlijk stijl. Ik moet wachten tot bij Le Ponte. Een oude Romeinse brug over de rivier. Hier kan ik gemakkelijk afdalen helemaal naar het water. Ik ontdoe mij van al mijn kleren, de zon voelt lekker warm op mijn huid, het stromend water is er heerlijk fris. Ik dompel mij even helemaal onder om mij te dopen. Athans zo voelt het. Het is een goddelijke plek, ook om iets van mijn lunchpakketje te eten. Na de Pont loop ik richting de eerste Franse dorpjes. Bij een oud huisje langs de afgrond is een mooie stoere timmerman aan het klussen die mij begroet. Ik bevind mij weer in de bewoonde wereld.  Ik herken de grijze oude huisjes van het hangdorp Saorge verderop weer. Ik loop verder door een mij bekende wandelstraatje van het dorpje. Ik zoek meteen een terras waar ik wat kan lunchen. Ik zit gelukkig wel overdekt, want het begint te regenen. Ik zie naast mij op het terras andere vakantiegangers zitten, ik ben niet meer langer alleen. Na een korte lunch loop ik door naar het pleintje van het dorp. Ik herken het wel, maar nu heerst er een soort droevige stilte. Alle terrasstoelen zijn onder plastic gestopt. Het regent nu weer pijpestelen, dus niet dezelfde gezellige sfeer als toen ik hier de vorige keer was met John. Onder een nog openstaande parasol trek ik mijn regenpak aan. Het optimistische gevoel van vanmorgen is een beetje weg. Ik loop door de verkeerstunnel om mijn weg te vervolgen. Bij het treinstation Fontan-Saorge trek ik mijn regenpak al weer uit. Ik zie de bus naar Breille sur Roya voor bij gaan. Mijn hotel voor vanavond is juist de andere kant op in Fontan. Het dorpje staat ook langs de rivier La Roya. De app op mijn telefoon wijst me de snelste wandelweg naar het hotel. Het klopt niet helemaal, want hij stuurt mij naar een loopbrug die is afgesloten voor wandelaars. Het geeft mij wel een mooie kijk op het dorp met de vele hangkeukens boven de rivier. Ik moet weer terug en dan gewoon door het dorp over de verkeersweg langs de kerk. Zoals altijd is het hotel het laatste huis aan het einde van de weg en van het dorp. Kortom ik ben vermoeid! Ik neem eerst plaats op het aanwezige terras. Het heeft een luifel, dus de druppels die weer uit de lucht komen deren mij niet. Ik bestel eerst maar weer eens koffie en dan de dik verdiende wijn. Ik merk dat de eigenaar wat strompelt met zijn been. Ik denk dat hij een been mist. Er zit nog een man in het cafeetje. Deze moet de eigenaar wakker maken als ik nog een wijntje wil bijbestellen. Ook hier weinig hotelgasten door Corona. Hij kan vast vanmiddag nog wel een dutje doen. Later bekijk ik nog eens het kerkje in het dorpje van binnen. Het is een mooie oude kerk, maar ik kom echter niet meer in dezelfde spirituele toestand als eerder vandaag. Ik check voor morgen de bustijden bij de halte in het dorp. Dat is altijd wel handig om te weten. Ik keer al weer gauw terug naar naar mijn oubollige ingerichte kamer van het hotel. Het behang aan de muur dateert uit jaren 70? Ik keer weer een beetje terug naar de trieste stemming nu het zo hard regent. Ik hoor de regengoot overlopen in het donkere weer. De bergen aan de overkant van de rivier zijn verdwenen in de mist. Nu ik hier zo alleen op mijn sombere kamer lig, vraag ik mij af: Waar doe ik het allemaal voor? De stemming wordt wanneer ik een leesboek koop via een app op mijn telefoon. Ik hoef mij niet meer te vervelen. Ik kan nog wat contact leggen met Nederland. Met een hernieuwd goed humeur daal ik later de trap af naar beneden van het hotel voor mijn avondeten. Er zijn toch nog meer gasten die hier verblijven. Het lijken mensen die hier aan het werk zijn in de buurt. Het eten is geweldig en neemt het laatste negatieve stukje bij mij weg vandaag. De liefde van een man gaat vaak door de maag en dat klopt maar weer eens. In mijn bed moet ik weer even terug denken aan La Madonna. Met een glimlach val ik in slaap.

Geschreven 23 december 2020

Vrijdag 24 mei 2019

Saorge > Breil-sur-Roya (288m) 12.0 km

Via Alpina met John L

Gistermiddag zijn we vanaf Ventimiglia (Italie) met de trein al in het bijzonder pittoreske dorpje Saorge in Frankrijk aangekomen. We mochten het laatste stuk te voet als wandelaar eigenlijk niet door de tunnel lopen. Maar omlopen over de bergpas was even geen optie. Een 200 meter durende lift van een vrouw die haar kind ophaalde bij het schooltje in Saorge, liet de bevolking al op haar best zien. Dit ondanks de dronken hangouderen op het terras. Het dorp zelf hangt ook, aan een grote rots en is in 3 ringen in de loop der tijden gebouwd. Elke ring met een aparte kerk en gangenstelstel. Het zonnetje schijnt deze morgen op ons hangbalkon. We kunnen er uitkijken op het dal beneden ons. Het dal waar we straks onze tocht zullen gaan voortzetten. Je moet hier geen hoogtevrees hebben. We hopen dat het houtwerk stevig genoeg is, zodat we niet het ravijn instorten. We hebben gisteravond door de Refuge eigenaar van een heerlijk avondmaaltijd kunnen genieten in zijn woonkamer aan de andere kant van het huis. Nu krijgen we van hem het ontbijt in de wat donkere ontbijtzaal geserveerd. We zitten weer net zoals gisteravond samen met de Italianen die in Zwitserland wonen, aan een eettafel. De eigenaar blijft steeds geduldig wachten aan de rand van de keuken om te zien of we al klaar zijn. En of hij al verder kan serveren. Het voelt in deze kleine ruimte soms wat ongemakkelijk aan. Na het ontbijt maakt hij nog eens duidelijk dat het plan om in 1 dag naar Sospel te wandelen wel erg optimistisch is. De 2 Italianen hebben Breil-sur-Roya als eindpunt voor vandaag. Op de Via Alpina site zou het iets meer dan 7 uur zijn naar ons hotel in Sospel. We zullen zien of dat haalbaar is voor ons? We lopen nog even door de mooie smalle straatjes van het stadje aan de rots. Bij de Boulangerie kopen we wat brood, voordat we het straatje naar beneden afdalen. John is vergeten zijn water bij te vullen. We zijn net op dat moment een waterpunt “Potable” voorbij gelopen, dus we hoeven niet heel ver terug. In het dal beneden kunnen we mooi achterom kijken naar Saorge boven ons. We moeten een lastig riviertje oversteken. Het water stroomt er snel, en de stenen waarop we onze schoenen horen te plaatsen, liggen nogal wat los. John moet met zijn voet bijsteunen in het diepe water, en loopt zo in ieder geval 1 natte sok op. Toch lukt het ons om veilig de andere kant van de rivier te bereiken.  Het punt waarop ons pad Via Alpina samen gaat met de GR52A zou volgens onze gegevens 45 minuten ver weg zijn. We zijn al veel langer onderweg, maar hebben de GR52A nog niet gezien. John ziet alweer een donkere bui boven ons hoofd hangen. Toch niet weer een ellenlange en erbarmelijke tocht vandaag? Ik maak duidelijk, dat als we bij Breil zijn, we dan kunnen beslissen of we nog verder gaan vandaag of niet. Breil heeft een treinstation en dat geeft opties. We klimmen weer uit het dal. Een Quad komt ons op deze onmogelijke plek voorbij, het verstoort wel onze rust in de natuur. We zien een vallei voor ons liggen, waar we op onze huidige hoogte helemaal omheen moeten lopen. We turen naar de overkant en proberen iets van een pad te zien, maar het is vanaf hier niet zichtbaar. Als we dan daar aan de overkant zijn, hebben we stijle afgronden naast ons liggen. Ik waarschuw John een paar keer, om hier niet naar beneden te kijken. Ik vraag mij af hoeveel wandelaars hier het ravijn naar beneden zijn gestort? John maakt tijdens het wandelen nog een klein filmpje van mij, en ja ik hou van hem. We zien Breil-sur-Roya met zijn rode daken steeds dichter voor ons in het dal liggen. We lopen er even later zelfs bovenlangs. De grote Koepel van de kerk zien we er bovenuit komen. De geluiden van het stadje worden nu ook steeds hoorbaarder.

.

Gearriveerd in Breil

In een achteraf steegje komen we vervolgens binnen, als we al lang besloten hebben vandaag niet verder te lopen. Er zijn vele ramen van huizen dicht getimmerd. We willen wat eten hier. Als we bij de rivier zijn, wil ik het oude centrum even checken op horeca-gelegeheden. Ik laat John op het bankje even uitrusten en ga zonder rugzak richting de kerk met koepel. Het is daar nogal een bouwput, dus het pleintje voor de kerk is afgekeurd. Ik ga terug naar John en we steken met de brug de rivier over. Volgens Tripadviser is daar nog een leuk restaurantje. We kunnen er inderdaad wat eten op het terras, de tafels en stoelen moeten we wel even uit de ruststand halen. We checken de treintijden naar Sospel. We moeten wat lang wachten op ons eten, maar de ober stelt ons gerust, we zullen op tijd komen voor de trein. Volgens onze planning zitten we later in onze trein, die door een lange tunnel rijdt naar beneden. Het orginele plan om in 1 dag vanuit Saorge naar Sospel te wandelen lijkt inderdaad iets te optimistich. Hoewel het met de trein maar 12 minuten is vanuit Breil. Voordat we bij het hotel zijn, drinken we eerst nog een Belgisch bier op een terras aan de rivier. Volgens John goed voor de mineralen. We hebben uitzicht op de karakterieke huizen met balkons, die boven de de rivier hangen. We moeten daarna nog even een stukje klimmen om bij ons hotel te komen. Daar worden wij doorverwezen naar een dormitory in een donker gebouw. Ik ga even verhaal halen dat dit niet helemaal is volgens de Booking.com foto’s. Ze heeft nog een kamer vrij en na nog wat aandringen krijgen we de hotelkamer hier boven de receptie. Na de douche gaan we inkopen doen voor ons lunchpakketje van morgen onderweg. We vinden een klein supermarktje aan de rivier. Even later loop ik met een zware plastic tas door de straten te zeulen. Ik lijk op een echte zwerver. We gaan nog even de grote kerk aan het plein bezichtigen. Ik laat nu mijn tas bij de ingangsdeur staan, zodat ik rustig door de galerijen van de kerk kan lopen. We brengen daarna onze etenswaar even snel naar onze hotelkamer, dat voelt wat vrijer. We weten inmiddels de kortste weg omhoog, er staan hier ook tekens van een GR pad. We moeten nog even zoeken naar een leuk restaurant. Alle tafeltjes zijn zo vroeg nog leeg, dus we vinden dan de minste tafel, die we toebedeeld krijgen, natuurlijk niet goed genoeg. We zoeken wel even naar een ander restaurant. S’avonds drinken we op ons balkon van de hotelklamer nog een wijntje. We horen nog lang de muziek galmen vanuit de witte feesttent uit het dorp. Er wordt daar nog tot diep in de nacht gedanst.

Geschreven 28 juni 2019

Foto’s wandelvakantie: Alps 4 2019

Zaterdag 25 mei 2019

Breil-sur-Roya > Sospel (348m) 22,6 km

Via Alpina met John L

We staan deze ochtend als eersten van het hotel, al vroeg bij de ontbijttfael. Bijna alles staat al op de buffettafel uitgestald. De eigenaresse komt er net aangelopen met de laatste dingen. We hebben niets te klagen over het ontbijt. We stelen nog wat extra fruit mee voor onderweg. We kunnen onze meeste bagage nu eens achterlaten, en vanavond hier weer ophalen. Ik ben verbaasd over hoe vol ik mijn Flightbag kan laden met kilo’s kleding die niet meehoeft vandaag. Het is net of ik er nu pas achter kom, dat ik veel te veel heb meegenomen uit Nederland. Zodoende vetrekken we ieder met een Ultralight rugzak naar het station. We kunnen nog een bak koffie krijgen in een winkeltje met terras net naast het station. Op het tafeltje naast ons zit een ouder stel vol met tatoeages al te roken en aan een biertje. Ze zijn ook lekker fris van start deze morgen.We kennen inmiddels het traject naar Breil. We gaan met de trein weer door de lange tunnel, nu weer omhoog. Na aankomst lopen we om het stationsgebouw heen en gaan over de spoorwegovergang naar de andere kant van het stadje. Door de vele rangeersporen duurt het even voordat we dan eindelijk aan de andere kant van het station staan. Volgens onze wandelkaart zou daar de Via Alpina zijn weg vervolgen. We willen nog even navragen of wij hier wel richting Col de Bruis lopen. Een vrouw die in haar tuin werkt vraag ik het, en ze kan het bevestigen. Ze zegt er wel bij dat het wel heel erg ver is! Verderop zien we wat gele strepen, dezelfde als gister, dus we gaan vol goede moed op dit pad verder. We verlaten het stadje en klimmen langzaam verder en lopen langs de Notre Dame du Mont. Vanaf daar zien we geen gele strepen meer. Een paar mannen die deze vroege morgen al aan de wijn zitten, bevestigen mij dat we wel goed zitten. De asfaltweg slingert verder omhoog, maar dat is niet wat mijn wandelkaart aangeeft. We zoeken nog vergeefs naar gele strepen in een woonerf met wat huizen. We geven het al gauw op. We lopen terug de 2 mannen weer tegemoet. Nu hebben ze het opeens over een GR die aan de andere kant van de rivier zou liggen. Die moeten we inderdaad hebben. Ze beweren, dat we gemakkelijk hier naar beneden kunnen om de rivier over te steken. Of anders over een brug verder weer terug naar beneden. We gaan voor de laatste optie. We lopen nog even door de fruittuin van de Notre Dame en zie dan op het pad naar de rivier weer de gele strepen. Zo lopen we wel heel ver terug richting Breil. We steken de brug over, maar aan de overkant is er alleen de keuze terug naar Breil. Het gaat weer niet zoals gepland. We lopen nog verder naar beneden. We komen uiteindelijk helemaal weer terug in Breil, en zien nu op een kruising wel de aanduiding van de GR52A staan. We beginnen opnieuw aan een beklimming. We zien de Notre Dame weer liggen, nu aan de andere kant van de rivier. We komen een oud en niet meer gebruikt kerkje tegen, en gaan daar even zitten voor een kleine stop. We hebben 3 dagen door Italie gelopen zonder ook maar een wandelaar te zijn tegengekomen. Vandaag komt opeens uit het niets een jong Frans stel met zware bepakking voorbij. Ze gaan ook naar Sospel vandaag. Dan moet dat ons ook wel gaan lukken met onze lichte bagage. Binnen 3 minuten komt er nog een Franse wat oudere wandelaar voorbij. “Wat is dit”, denken we. Maar het is vandaag mooi weer en zaterdag, we zijn niet alleen vandaag!

.

Bij Col de Bruis is er een Auberge met dezelfde naam. Er zijn vele wielrenners en wij schuiven ook aan op het terras. Ze zijn naast ons wel aan het barbecuen en we zitten helaas wat in de rook, dus lang blijven we niet. Na Col de Bruis is het landschap wat meer open en hebben we een weids uitzicht. We zien links van ons een pittoresk dorp liggen en het lijkt dat we langzaam die richting op lopen en langzaam dichter bij komen. Een cafeetje daar voor een lunch zou zo mooi zijn. Maar helaas wijkt ons pad opeens hier van af. We blijven voorlopig weer in de bossen lopen. We passeren het jonge Franse stel weer. Zij staan voor een afgrond van een Canyon. We zien kleine watervallen en beneden ons met blauw water. Hier kan je op zijn best de sport Canyoning uitvoeren. Gelukkig is een blaffende boxer op zijn erf opgesloten achter een hek. Zo worden we gelukkig niet aangevallen door de bloeddorstige hond. We zien de eerste huisjes die bij Sospel horen. Een vervallen kerkje staat overwoekerd door struiken op een verlaten stuk grond. We lopen op de heuvel achterlangs Sospel door paden die niet vaak worden bewandeld. Het is moeilijk passeren omdat planten soms over het pad hangen. We voelen later brandnetels prikken op onze kuiten. Onze voeten doen ook zeer, we lopen al heel wat uurtjes. Het zijn de laatste loodjes die het zwaarst zijn met het eindpunt in zicht. Volgens John had het beter geweest als we vanmorgen meteen het goede pad hadden gekozen. Dan was het nog leuk geweest, nu is het nog even bikkelen. De stad is nu binnen handbereik. We lopen weer naar hetzelfde terras langs de rivier van gisteren. Het Belgisch biertje smaakt vandaag zelfs nog beter. Ik feleciteer John met het bereiken van zijn nu zoveelste etappe van de Camino. Hij is er toch ook wel trots op, en dat mag hij dan ook zeker zijn. We genieten opnieuw van het mooie uitzicht hier. Dan nog het laatste stukje naar het hotel. We halen onze overige baggage daar op en lopen later met deze zware extra last naar het station. We kunnen uitrusten in de trein, eerst richting Nice. We zien een mooi landschap aan ons voorbij trekken. Ik hoop hier ooit het laatste stukje naar Cote D’Azur te gaan lopen. Hopelijk ook binnen afzienbare tijd. Dan nemen we de trein we naar Villefrance-sur Mer. Het weer is wat teleurstellend. Niet de gehoopte strandcondities. Nog minder is het hotel waar wij vanavond slapen. Door de Grandprix in Monaco zijn de prijzen ook nog eens wat opgedreven. Het is wat donker van binnen. Het terras staat pal naast het voetgangerspad, waar veel mensen voorbij lopen. Op ons terrastafel kunnen we beter niets van waarde laten liggen. Voor je het weet wordt het meegenomen door een voorbij lopende verzamelaar. Daarnaast is het wat stoffig en heeft het appartement nogal wat mankementen. John wil een klaagmail op gaan maken aan Booking.com. Ik wil een lekker wijntje drinken op het terras in het mooie stadje waar wij zitten. Een steegje verderop is er een speciale wijnbar en de wijn smaakt er ook goed. In een straatje achter het hotel iets hogerop de heuvel, heeft een restaurant ook prima eten. Wat willen we nog meer? Als we s’avonds weer terug zijn in het appartement doen we al snel het licht uit. Zo hoeven we er niet te veel van te zien. We kunnen vannacht nog eens nadenken over wat we de komende dagen hier gaan doen, voordat we naar huis vliegen. Thuis moeten we onze belevenissen hier van de laatste dagen dan maar verwerken.

 

Geschreven: 5 juli 2019

Foto’s wandelvakantie : Alps 4 2019

Dinsdag 22 september 2020

Sospel - Banlieu sur Mer 37.0 km

In het café van het hotel is het s’morgens best wel levendig. Er komen een aantal Franse dorpsgenoten langs voor een snelle bak koffie en een praatje. Ik kan er goed ontbijten en bij de eigenaar bestellen wat ik maar wil. Ik zorg daarna dat ik voor 08.48.u. bij de bushalte sta om op tijd te zijn voor de locale bus naar Breille sur Roya. Ik zie in de verte een bus met opschrift “Breil” aankomen rijden en ga alvast klaar staan om in te stappen. Maar de bus slaat net voor de halte af. Ik geef een kreet van: “Wat?” Er staat nog een man te wachten bij de halte ook op dezelfde bus. Hij kan mij geruststellen en zegt dat deze eerst naar het treinstation rijdt en dan terugkomt. Inderdaad zien we de bus na 10 minuten weer verschijnen om ons op te halen. We moeten het mondklapje natuurlijk weer opzetten. Bij het station in Breil zien we veel politie. Er wordt streng gecontroleerd of iedereen zich wel aan de Corona maatregels houdt. Ik stap de bus uit en loop door naar de kassa om een kaartje te kopen voor het 2e en laatste traject met de trein naar Sospel. In de rij naast mij staat een ongedurige man. De man aan de balie is nogal lang bezig met een klant, het lijkt inderdaad niet echt op te schieten allemaal. Er komt inmiddels een trein aan rijden voor de richting Nice, de trein die ik moet hebben. De man moet deze trein ook hebben en wordt nu echt boos. Hij begint onverstaanbaar hard te brullen. Met zijn wandelstok doet hij een mitrailleur na. De medewerker laat het hier niet bij zitten en wil de politie waarschuwen. Er worden verwijten gemaakt over en weer, maar het geschreeuw wordt wat minder intens. De politie kan buiten blijven. Ik kom toch gewoon op tijd voor mijn trein. De boze man ook trouwens. Het treintraject naar Sospel met de eindeloze tunnel, is mij inmiddels bekend. Het is maar één halte verder. Als ik daar aankom, begint meteen mijn wandeling. Ik wil nog even zoeken naar Via Alpina bordjes, maar op bij het station en daar buiten zie ik zo gauw even niets. Ik wil verder geen tijd meer verliezen aan onduidelijke trajecten door het bos en kies voor meer veilige wegen. Ik wil vandaag de Franse Riviera bereiken en heb daarvoor de plaats Menton uitgekozen. Ik zie dat het nog slechts 16 kilometer is. Voorlopig wandel ik via “Google earth” die kant op.  Ik denk dat John mij gebeld heeft. Ik FaceTime terug maar hij heeft mij per ongeluk gebeld. Ik kan hem wel de omgeving laten zien waar ik nu rondwandel, dus dat is ook wel eens leuk met een live verbinding. Ik zet nu wel een versnelling in, de kust halen wordt een mooi doel voor vandaag. Ik kom tot een nare verrassing als ik een tunnel zie verschijnen. Bij de ingang staat heel duidelijk een verbodsbord voor wandelaars. En nu? Ik zie er een wegwerker aan het werk. Hij is bezig met de lampen in de tunnel. Ik loop maar gewoon de tunnel in en benader de man voorzichtig. Ik vraag hem of het mogelijk is om hier door de tunnel te gaan. Hij kijkt wat moeilijk en na wat bedenktijd is het voor hem geen probleem. Er komt toch geen verkeer door deze tunnelbuis. Ik kan zo mijn weg vervolgen door de tunnel van 1800 meter. Weer buiten kan ik bij een oud en verlaten huis heel even voor een klein buitje schuilen. Het huis is een bouwval en bij nader inzien zie ik dat er zeer recent een zwerver in heeft geslapen. Ik moet nog een aantal kilometers door stijgen tot aan Castillon. Daar gun ik mij de eerste break. Ik moet voor een klein winkelcentrum iets omhoog lopen naar iets wat op een binnenplaats van een kasteeltje lijkt. Ik zoek plek op een klein terras. Een verveeld Frans jongetje, die daar wat op zijn mobieltje zit te spelen, maakt direct plaats voor mij. Er komt net een wazig zonnetje door de wolken heen. Binnen in het cafeetje, achter een glazen vitrine, staat een gespierde jongen. Hij doet duidelijk aan fitness en doet steeds zijn mondkapje op en af. Ik bestel bij hem een Frans Croissantje, een broodje kaas en koffie. Bij het afrekenen na de 2e koffie krijg ik nog een extra broodje gratis mee. Hij heeft mij gezien met de rugzak en vind dat ik dat nog wel kan gebruiken voor straks onderweg. Een leuk gebaar. Met inmiddels een zwaar gevuld lunchpakket kan ik weer door. De weg gaat via vele S-bochten naar beneden. Ik probeer af en toe een bocht af te snijden door een wandelpad te nemen sneller naar beneden. Het gaat een keer goed. Maar bij een tweede bocht kom ik uit op volkstuintjes en akkertjes met olijfbomen. Het is een mooi pad, maar uiteindelijk zie ik alleen maar afgronden en kan ik niet verder. Ik moet weer terug omhoog naar de weg, vanaf nu gewoon maar weer het asfalt volgen. Ik zie voor het eerst beneden de Middellandse Zee liggen. De autosnelweg met de hoge verkeersbrug lijkt eerst nog ver weg, maar dan loop ik langs imposante pilaren onder de snelweg door minstens honderd meters boven mij. Ik loop stug door en wandel langzaam de stad Menton binnen. Ik moet weer eens stoppen voor een verkeerslicht. Ik zoek aan de drukke straten een leuk terras. Ik heb wel trek in Pannenkoeken. Zo zit ik later lekker aan een Pannekoek met spek en stroop. Mis ik misschien het Nederlands eten? Ik ga weer snel door, het Middellandse Zee avontuur gaat nu beginnen. Ik volg via mijn telefoon wandelpaden richting Monaco. Ik moet over een bult bij Cap Martin heen klimmen en volg het pad over een lange trap. Ik kom aan de andere kant van de heuvel met weer uitzicht op zee. Zo kom ik helemaal op de kustweg en blijf deze voorlopig volgen. Nu zie ik dat er vanaf zee een donkere wolk met regen komt opzetten. Ik blijf onverstoord doorlopen. De eerste druppels vallen voorzichtig. Mijn regenkleding aantrekken kan altijd nog.

.

Als het echt begint te plenzen kan ik net schuilen onder een bushokje. Ik blijf hier voorlopig even staan, ik kan er zelfs zitten op een bankje. In dit hondeweer ga ik natuurlijk niet verder. Ik negeer meerdere bussen die langs komen en willen stoppen om mij op te pikken. Ik eet nog wat van mijn lunchpakket. De regen duurt echt te lang en ik trek dan toch maar mijn regenpak aan. Deze is nodig voor de golven water die auto’s maken en over mij heen komen als ze naast mij door diepe plassen rijden. Eén automobilist verdenk ik van bewust hard doorrijden om mij extra nat te maken. Echt heel sociaal volk hier aan Cote d’Azur. Ik kom op een mooie kustweg terecht met meerdere tunnels. Eerst komen er een paar korte tunneltjes. Ik vrees voor een lange tunnel waar geen wandelaars mogen komen net zoals vanmorgen. Maar hier is het zelfs in de langste van 680 meter toegestaan. Er is steeds iets van een voetpad, dus ik hoef geen gevaarlijke toeren uit te halen. In de tunnel staan er steeds bordjes van hoeveel meter je al bent gevordert en hoeveel meter je nog te gaan hebt. Ik kan mijn vorderingen zo goed bijhouden. 30/650, 280/400 & 550/110 en ik ben de tunnel al weer uit. Ik loop weer in een stad. Ik zie aan de kentekens van de auto’s hier dat ik mij in Monaco bevind. Ik zie veel te luxe jachten in de haven liggen. Ik zie het Paleis van Monaca en vele Casino’s. Het blijft regenen de tijd dat ik mij hier in dit piepkleine land bevind. Via wandelboulevards moet ik mijn weg vervolgen. Ik moet oppassen dat ik niet een parkeergarage inloop, als ik de bocht wil afsnijden. Ik moet zelfs een rollift omhoog en later een lift naar beneden nemen om op de juiste verdieping te komen om mijn pad te vervolgen. Ik loop Frankrijk weer in. Dat was echt een bliksembezoek aan de Monarchie. Ik kom weer opnieuw op de kustweg. Ik krijg spijt als een wandelaar mij de weg naar Eze vraagt en ik hem de verkeerde kant op stuur. Ik kom er achter dat ik zelf ook nog door dit dorp heen moet. Ik denk dat deze fitte jongen het zonder bagage het vast wel gaat vinden, maar ik voel mij lange tijd nog schuldig. Het wordt tijd dat ik langzamerhand ga zoeken naar een hotel voor vanavond. Ik kan nog wel een half uurtje doorlopen, maar dan wordt het wel wat voor vandaag. Ik zit inmiddels al op ruim 30 kilometer. Op de “Booking.com” app op de telefoon zoek ik iets in Banlieu sur Mer. Ik kom uit op het IBIS hotel net naast het station. Nu nog even 4 kilometer doorlopen. Ik maak er nog even energie voor vrij. Om 7 uur s’avonds wandel ik door de glazen schuifdeuren van het hotel. Ik plof na het inchecken meteen op mijn bed en blijf er een tijdje op liggen. Ik krabbel weer overeind om mijn bergschoenen uit te doen. Na de douche loop ik weer op mijn sportschoenen door het stadje. Mijn voeten doen zo minder pijn. Ik zoek een restaurant niet te ver weg, want ik vind het genoeg voor vandaag. Ik merk wel aan de prijzen dat ik niet meer in de bergen zit vanavond.

Geschreven : 24 december 2020

Woensdag 23 september 2020

Banlieu sur Mer > Cannes 38.0 km

In een groot hotel als IBIS zijn de Corona regels wat strenger dan ik tot nu toe gewend ben. Bij het buffet van het ontbijt wordt er verzocht om achter de streep te blijven staan. Ik moet aan de medewerkster doorgeven wat ik wil hebben en e.a. wordt dan op een bordje met dienblad gelegd en aan jou gegeven. Dat je dan later vervolgens voor bepaalde dingen wel iets van het buffet mag pakken zoals bijvoorbeeld koffie/thee en jus d’orange is mij niet geheel duidelijk. De kan van het gemaakte sap voelt vettig aan, doordat het veelvuldig is aangeraakt door andere hotelgasten. Straks maar even mijn handen met gel insmeren. Ik kan wel keer op keer bijvragen voor nog een vol dienblad. Ik kan flink bunkeren en met een goed gevulde maag vertrekken. Vanaf het hotel volg ik eerst de treinrails richting Nice. Via trappetjes omhoog kom ik op een mooi wandelpad met uitzicht op de baai. Ik loop naar het volgende plaatsje. Ruim een jaar geleden was ik met John ook al in Villefrance-sur-Mer. Ik kom op redelijk bekend terrein. Ik moet wel vele malen op Google kijken op mijn telefoon om de kortste weg te kiezen. Zo maakt de batterij van mijn mobiel overuren. Ik loop via kleine steegjes steeds wat omhoog. Als ik net over de rand van de heuvel kan kijken zie ik een stad. Het moet Nice al zijn met zijn vele flatgebouwen. De uitgestrekte stad strekt zich uit over de gehele vallei voor me. Ik koers aan op het centrum van de stad. Ik herken de straatjes weer. Nice is de laatste tijd veelal in het nieuws geweest als echte brandhaard voor Corona. Er gelden sinds kort dan ook strenge maatregelen. Zo zie ik veel mensen met mondkapjes op straat. Ik zet hem ook maar even op voor de zekerheid. De zon schijnt uitbundig, maar het valt nog niet mee om een zoning terras te vinden. Het lukt mij uiteindelijk om aan een tafeltje een espresso te drinken met het zonnetje op mijn bol. Ik facetime even met Tulio, dan zit ik toch niet helemaal alleen aan het tafeltje. Na de koffie loop ik even zonder mondmasker door het Massena park. Ik ben niet de enige. De politie is zeer aanwezig in het park, maar ze laten mij met rust. Ik loop langs het Museo de Massena naar de boulevard aan de Méditerranée. Het is zo heerlijk hier met de rustige blauwe zee en de zon, dat ik een volgende koffietent aan het strand niet kan weerstaan. Ik kan er mijn telefoon nog even opladen, want de batterij is nu al bijna leeg. Daarna loop ik verder langs de boulevard richting het vliegveld. Er lopen steeds minder wandelaars en het mondkapje kan al lang af. Een zwerver staat met een winkelkarretje met al zijn bezittingen midden op het pad. Ik geef hem maar een Euro die ik toevallig in mijn broekzak heb. Dan heb ik ook weer iets goed gedaan vandaag. Ik zie de vertrekhallen van de luchthaven. Over 2 dagen ga ik die ook opzoeken voor mijn weg terug naar huis, nu loop ik ze snel voorbij.  Er zijn veel wielrenners op het fietspad. Van achter wordt ik een paar keer hard toegeroepen dat ik op zij moet. Er is hier even geen apart wandelpad. Ik zie de contouren al van de volgende stad: Antebbe. Ik richt mij op het markante kasteel Carré in de verte. Mijn geduld wordt op de proef gesteld want het is verder dan ik dacht. Het kasteel lijkt niet dichterbij te komen, wel groter. Bijna in trance ben ik aan de wandel. Het plezier is ver te zoeken met pijn in de voeten. Ik probeer mijn hoofd leeg te maken. Ik zing liedjes die nergens op slaan en waarschijnlijk ook vals. Dan passeer ik eindelijk het kasteel met zijn imposante muren en wandel het stadje Antebbe binnen. Ik schuif aan op een terras bij een Thais restaurant. Ik bestel Pad Thai met kip, het lijkt wel of ik even in Amsterdam ben. Ik loop nog een klein rondje in de stad, maar kan weinig toeristisch enthousiasme bij mij bespeuren. Ik wil zo snel mogelijk naar de finish van vandaag in Cannes. Het is nog 11 km, dus te doen.

.

Ik moet nog wel de zin verzetten en even doorzetten. Ik zie leuke strandjes en wil al zwemmen, koffie en bier. Ik stel het uit tot de volgende baai. Pas helemaal in Cannes geef ik me over. Ik kom bij de boulevard en kan zien dat er best veel mensen op het strand liggen. In de stad op straat hebben veel mensen een mondkapje om, maar hier zitten ze allemaal op elkaar gepakt zonder dat mondkapje. Ik zoek een rustig plekje op het zand vlak bij het water. Ik trek mijn kleren uit, mijn zwembroek heb ik al aan. Dan loop ik eindelijk het water in. Ik kom helemaal bij. Het water voelt goed aan mijn voeten, ik kan ze ontspannen. De boulevard bevindt zich een paar meter hoger dan het strand en steekt een beetje uit. Onder de rand kan ik mij even verkleden. Ik kan op een fatsoenlijke manier mijn kleren weer aandoen, zonder dat ik te veel laat zien. Aan het kleine handdoekje heb ik niet genoeg om alles te bedekken. Ik loop nog een stukje over het strand met bergschoenen en rugzak. Ik wil nog een biertje drinken, maar de eerste beste strandtent gaat al dicht. Het loopt al tegen zevenen in de avond. Ik ga dan maar eerst mijn hotel in de stad opzoeken. Deze staat ook nu weer dicht bij het station. Ik moet nu zo’n beetje voor de deur staan van het hotel volgens google, maar ik zie niets van een ingang. Zit ik wel aan de juiste kant van het blok? In de vermoeide status waar ik mij nu bevind is elke extra meter er één te veel. Zo loop ik nog een irritante anderhalf keer om het blok heen, maar dan zie ik achter het glas iets van een receptie. In het levendige buurtje van het hotel ga ik later op zoek naar een supermarkt en een broodjeszaak. Zo kan ik mijn ontbijt en lunch voor morgen bij elkaar sprokkelen. In het steegje bij het hotel is een gezellige bar met terras. Ik kan er snel wat eten, om vervolgens nog sneller terug te gaan naar mijn kamer. Vanuit het raam zie ik het station liggen en treinen aankomen en vertrekken. Ik moet morgen in ieder geval langs dit station en met de trein richting Nice. Het lijkt me zo lekker om morgen voldaan na een lange wandeling al hobbelend in een trein te zitten naar huis. Ik denk dat ik al snel in slaap zal vallen.

Geschreven: 25 december 2020

Donderdag 24 september 2020

Cannes > Frejus 44.4 km

Er is vannacht veel lawaai op straat, dus erg vast slapen doe ik niet. De aankomende en vertrekkende nachttreinen geven veel reuring. Op straat hier beneden bij het hotel, blijft het een komen en gaan van mensen. Ik wil nog een lange memorabele laatste wandeling maken deze trip, dus gaat om half vijf al mijn wekker af. Ik laat hem nog maar een paar keer overgaan, voordat ik uit mijn bed kruip en de douche in spring. Met de boodschappen van gister kan ik een ontbijt op mijn kamer organiseren. Op dit vroege tijdstip is een yoghurt met banaan voldoende. Precies om half zes loop ik langs de slapende man bij de receptie. Als ik de sleutel op de balie leg, wordt hij even wakker en reageert met een zwaai met zijn arm, ten teken dat alles OK is en dat ik kan gaan. Buiten op straat zie ik veel donkere Afrikaanse mannen met hun verkoopwaar venten. Het is nog pikkedonker. Door de aanwezige vele straatlantaarns kan ik nog net de drempels en gaten zien naast het wegdek. Dan kom ik weer bij het strand. In het donker hoor ik de branding weer. Ik zie op zee een aantal kleine bootjes met lichtjes. Zijn het vissersboten? Ik loop langs een aantal mannen die met hun hengels in de weer zijn. Ze gooien hun vis angels zo ver mogelijk in zee. Ik zie voor mij een auto aan de boulevard geparkeerd staan. Het binnenlampje staat aan en ik zie iemand op de bestuurdersplaats zitten, of eigelijk hangen. Ik wandel een walm van vieze diesellucht binnen. Ik probeer even niet te inhalleren. De auto draait stationair. Als ik de auto voorbij loop, zie ik dat de bestuurder slaapt. Wat is hij in godsnaam aan het doen? Ik twijfel of ik hem wakker moet maken en ik geef een brul. Maar hij is stoned of laveloos. Na nog een brul, houd ik het voor gezien. Naar welk feest is hij geweest? Ik begin langzaam wat te klimmen en kom zo steeds hoger op de heuvel. Ik zie een man hier zijn hond uitlaten, een grootzeiljacht vertrekken uit de haven en een speedboot met waterskiër al vroeg op het water bezig. Nu ik nog wat hoger kom zie ik de skyline van Cannes wat beter achter mij. Met de opgaande zon boven de stad en de wolken samen een mooi gezicht. Tijdens het klimmen heb ik best wel last van mijn voet, het loopt zwaar vandaag. De bagage voelt aan of het meer is dan gister. Ik doe mijn heupband van mijn rugzak even los. Het voelt niet beter, maar wel anders. Ik kan mijn rug op een andere manier belasten. Ik kan weer even door. Het kustpad is voor wielrenners ook een gewild pad. Steeds meer groepen halen mij in. Zij zoeven gemakkelijk over het asfalt voorbij, ik moet mij meter voor meter omhoog slepen. Inmiddels is het ook mede door deze fietsers moeilijk om een privé plekje te zoeken langs de rotsige wand, als ik moet plassen. Bij een kleine baai bij Théoule-sur-Mer, kan ik helemaal afdalen naar het kleine strand. Zo net voor de klok van acht uur, vind ik dit een geweldige plek voor mijn eerste stop vandaag. Twee stoere jongens met imposant ontbloot bovenlichaam zijn bezig met de stoelen en parasols op te stellen. De eigenaresse van het restaurant is enthousiast als ik aan kom lopen met mijn rugzak. Ze wil weten waar ik vandaan kom en waar ik naar toe wil vandaag. Natuurlijk heeft ze voor mij een heel goed ontbijt. Ik ben de eerste klant vandaag. Als ik naar het toilet ga, loop ik de keuken voorbij. Ik zie een enkel bestelbriefje aan een spijker hangen. Er staat op: “Pays Bas”, het is voor mij! Ik vraag nog even of het prima wandelen is naar St Rafaël. Volgens de vrouw “beautifull” en iets meer dan 20 km. Na de break loop ik verder over de kustweg. De rode rotsen worden steeds mooier. Af en toe zijn er beneden kleine strandjes om te zwemmen. Ik loop ze voorlopig allemaal voorbij, maar ik wil straks zo wel gaan zwemmen. Het weer is er warm genoeg voor. Ik begin al te zweten. Het is voorlopig mijn laatste wandeldag, dus ik moet natuurlijk ook genieten. Bij een spleet in de rotsen kan ik gemakkelijk naar het water beneden komen. Er is ook een houten trap. Ik heb deze rotsige baai uitgezocht en wil hier nu te water. Ik denk een privé plekje voor mijzelf te hebben. Maar ik zit net met mijn zwembroek op de rand en mijn voeten in het water, als ik al 3 kijkers heb boven bij de brug. Ze zijn nieuwschierig hoe ik het water in duik, en dat doe ik dan maar snel. De show is over. Op een volgend strandje probeer ik iets van mijn meegenomen broodjes te eten. Maar ze zijn klef en vies. Ze verdwijnen later in een vuilnisbak. Bij het plaatsje Agay kan ik op een wat breder strand zitten. Ik zoek nog wat eten in mijn plastic tas met eten in mijn rugzak. Inmiddels is het in de plastic tas een zootje geworden. Ik kan er net nog iets van een rijpe peer en een musslireep uithalen. Vanaf de weg boven mij, nadert een man mij voorzichtig. Hij is nieuwschierig naar wat ik aan het doen ben, en wil een praatje met mij maken. Hij is zelf ook fervent wandelaar. Iemand die de gehele kust van de Franse Riviera wil bewandelen, komt hem bekend voor. Hij raadt mij af om verder naar Marseille te wandelen. Door Corona maatregelen mag daar bijna niemand meer over straat.

.

Weer een klein uurtje verder wandelen brengt mij naar een sfeervolle lounge plek met Ibiza gevoel. Ik kan er koffie krijgen. De tafeltjes staan nog net niet in het water bij de rotsen. Bij St Rafaël ga ik dan eindelijk van de kustweg af. Het stadje gaat al snel over in de volgende stad Frejus, waar ik het treinstation wil bereiken. Via een saaie weg met veel autoverkeer sta ik al gauw voor het stationsgebouw. Het oude centrum van de stad is dichtbij en ik wil er toch iets van zien voordat ik de stad verlaat. Frejus is toch een soort van mijlpijl in mijn Pelgrimstocht, en daar moet ik natuurlijk iets van mee maken. Zo kom ik op een klein plein met kathedraal, waar ik nog even binnen ga kijken. Ik steek een kaarsje op en hoop hier ooit op een vervolg van mijn Camino. Op het terras neem ik koffie, pannenkoeken en Perrier. Ik vind het niet al te gezellig daar, dus het biertje stel ik uit tot later in Nice vanavond. Terug bij het station koop ik mijn kaartje en zie dat mijn trein al snel gaat komen. Althans dat dacht ik samen met meerdere mensen op het perron. Het tijdstip waarop de trein zou moeten vertrekken verstrijkt zonder dat er iets gebeurt. Er verschijnt geen trein. Op een tvscherm op het perron wordt gemeld dat de volgende trein richting Cannes pas om 20.48.u. vertrekt. Dat is nog bijna 3 uur wachten. Ik vraag het andere mensen op het perron wat era an de hand is. Een man loopt gewoon weg, hij ziet er geen heil meer in. Een Frans meisje is op haar telefoon wat aan het scrollen. Ze zegt dat ze gewoon op deze volgende trein blijft wachten, volgens haar is er geen andere optie. Ik wil het busstation 800 meter verderop even proberen. Op het parkeerterrein staat daar een bus klaar. Ik vraag aan de chauffeur of er ook een bus richting Cannes of Nice vertrekt. Helaas gaan hier de bussen niet verder dan St Rafaël. Hij adviseert mij wel om in zijn bus te stappen, een kaartje is voor hem niet nodig. Op het station van St Rafaël kan ik gewoon de vertraagde trein naar Nice nemen. Het gelopen traject van de laatste 3 dagen zie ik in noodvaart snel langs me heen schieten. Ik ben binnen een uur alweer in Nice. Daar neem ik in een klein barretje een biertje en laad even snel mijn telefoon op. Ik kan zo het adres van mijn Hotel de France opzoeken. Het is net achter het Museum Massena, waar ik eergister nog langs ben gelopen. De jonge vrouw aan de receptie is heel vriendelijk en neemt veel tijd voor een enkele klant. Zo kan ze mij aan een adres helpen voor een goed restaurant in de buurt. Ik zorg dat ik net op tijd ben voor de regen terug ben in het hotel. De hele avond plenst het verder door en het is boevndien hard gaan waaien. Ik kijk uit op een kleine binnentuin. De planten staan heen en weer te schudden in hun bakken. Het is geen weer meer om uit te gaan, nu was ik dat toch al niet van plan. Ik kan even skypen met John en hem melden dat ik mijn tocht veilig heb beëndigd. Op mijn bed kan ik nog wat lezen in mijn boek op de telefoon. Ik kijk mijn wandelfoto’s nog eens na van de afgelopen week. Ook kijk ik nog eens hoe hard het regent buiten. Ik zie ook een klein bankje met kussens in de binnentuin staan. De kussens zijn nu zeiknat geworden. Morgenochtend zal ik vergeten zijn dat het geregend heeft en er op gaan zitten. Dan wacht nog alleen de terugreis. Weer een mooi wandelavontuur is ten einde gekomen.

27 december 2020

Frejus - Leucate-la-Franqui

Nog te lopen traject

Zaterdag 15 april 2017

Leucate-La-Franqui - Canet en Rousillon 34,3 km

Ik was ook al niet erg fit van huis gegaan. Een drukke werkweek en veel privé activiteiten in deze zelfde week, hadden mijn nachtrust vooraf aan de trip nogal verstoord. Gisteravond toch nog even wat van het uitgaansleven in Barcelona gezien. Ik ben er maar 1 nacht, dus meteen naar bed is eigenlijk geen optie. In Barcelona in het hostel slaap ik die nacht voor mijn gevoel helemaal niet. Ik ben onrustig in mijn hoofd en wordt steeds gestoord door mensen die de hele nacht de “Dormitory” binnen lopen. Om op tijd te komen voor de trein naar Perpignan staat mijn wekker op half zeven s’ochtends. De wekker blijkt niet nodig. Er zitten gezellig wat mensen te praten voor de balie van hostel-medewerkers. Ik hoor aan het accent, dat er een Hollander bij zit! Ze blokkeren eigenlijk de hele balie. Ik kan door de krapte daar moeilijk uitchecken. Al een teken aan de wand misschien, dat het vandaag allemaal niet gemakkelijk gaat worden. Nelson is niet in de trein gestapt vanmorgen. Na het debacle van vorig jaar, heeft hij het niet aangedurfd om met mij mee te gaan. Mijn trein raast later voorbij het plaatsje la Lonquera. Ik eindigde daar vorig jaar het traject langs de GR11. Later dit jaar ga ik hier weer beginnen! In Perpignan zoek ik mijn hotel voor die avond op. Mijn richtingsgevoel is nog niet erg goed vandaag, ik loop de verkeerde kant uit van het station. Een verkoopster bij een groentestalletje kan mij uitleggen waar ik wel moet zijn. Het merendeel van mijn bagage kan ik in het hotel droppen. Mijn rugzak voelt nu heerlijk licht. Ik hoor weer de bekende Franse klanken uit de omroepinstallatie op het treinstation. Met het boemeltje trein ik verder naar Leucate-La-Franqui. Er stapt een wat oudere Franse man met een rugzak uit de trein. We raken aan de praat. Hij komt uit het Franse Vreemdelingenlegioen. Hij zegt dat ik wel vrijgezel moet zijn, om dit soort dingen te ondernemen. Ik twijfel een beetje over de route. Ik vraag het een politieagent, die op een driesprong het verkeer staat te regelen. Hij zegt dat ik goed loop zo naar het strand. Ik ben ook niet super geconcentreerd en de oudere man leidt me een beetje af. Zodoende loop ik alweer de verkeerde kant op vandaag. Na bijna een uur lopen, kom ik het trein station weer tegen waar ik begonnen was. Het is al 1 uur in de middag en ik moet nog beginnen. Ik zet de versnelling ter frustratie maar even in gang. Het waait behoorlijk hard vandaag. In het meer zijn er veel surf-borders bezig. Een wandelaarster voor mij vraag ik of ik beter langs het water kan blijven lopen of onder het viaduct door. Rechtdoor is de beste optie volgens haar. We lopen gezamenlijk naar Leucate. Ik heb het gevoel dat ik eindelijk op de juiste route zit. Ik ga nu even rustig koffie doen in een soort halve bibliotheek. Ik neem meteen ook maar een quiche. Er hangen veel schilderijen van de omgeving aan de muur hier binnen. Het is hier veel water van vele meren en de kust. Ik zie nu pas hoe mooi eigenlijk alles is in de omgeving. Mijn frustratie verdwijnt en een zomergevoel komt er voor in de plaats. Ik loop nu naar het strand en ga lopen op een smalle landstrook. Ik heb rechts van mij de autoweg en het meer. Links de middellandse Zee. Achterlangs huizen is er iets van een onverhard pad. Het loopt er niet echt lekker op, dan maar verder op het rulle zand. Door de wind wordt ik af en toe gezandstraald. Met mijn bergschoenen raak ik af en toe het zeewater. Net bij het water loopt het strand snel schuin af, dus maak ik steeds scheve stappen. Ook niet echt lekker. In de berm langs de autoweg met bomen loop ik een stukje verder. Het gras is er lang. Het is kennelijk een beetje vreemd dat ik hier wandel, want meerdere auto’s beginnen naar mij te toeteren. Dan maar aan de kant van het meer. Ik loop langs vele surfers die hun plank aan het optuigen zijn. Ik zak af en toe een beetje weg in de modder. Ik drink een IJsthee bij een tent met paarse zitzakken. De serveerster kan niet begrijpen dat ik geen auto heb of fiets om mijn weg te vervolgen. Ik heb volgens haar net de Carnavalsoptocht gemist. Ik vind langs de route verder allemaal papiersnippers hiervan op de weg. Ik hoor verderop de fanfare nog hard hun best doen en lijken zo hard mogelijk te blazen voor zoveel mogelijk “vals” geluid. Er staan hordes mensen langs de weg, net parallel aan de weg die ik bewandel. Om een brug over te steken, moet ik een paar kilometer landinwaarts wandelen. Langs de rivier kom ik bij die brug. Ik zie nu fietspaden met richting aanwijzingen richting Canet en Rousillon. Ik besluit deze te voorlopig blijven volgen, dan hoef ik niet al te veel na te denken. Mijn verstand verder op “nul”. Ik heb het eigenlijk een beetje gehad vandaag en mijn voeten beginnen pijn te doen. In Canet drink ik nog een wijntje, hij komt behoorlijk binnen. De bus van 7 uur s ’avonds brengt mij terug naar Perpignan. Ik wil eigenlijk de bus vertrektijden checken voor morgenochtend weer terug naar Canet, maar intussen speelt de vermoeidheid een rol. Ik zie het morgen wel. Na het eten wil ik eigenlijk nog een kroeg bezoeken. Ik besluit om eerst even op bed te gaan liggen, om dan later weer op pad te gaan. Het is niet meer gelukt die avond.

Geschreven 21 april 2017

Foto's wandelvakantie:  Perpignan   

 

Zondag 16 april 2017

Canet en Rousillon - Argeles sur Mer 23,4 km

Ik weet op deze Paaszondag de vertrektijden van de bus van Perpignan naar Canet nog niet. Na het ontbijt loop ik nu weer gewoon met al mijn bagage naar de Centrum-zijde van het bus-/treinstation. Ik zie dat mijn bus pas om 09.46.u. vertrekt. Alle tijd dus voor nog een bak koffie op het terras. Als ik tegen die tijd weer bij de bushalte arriveer, zie ik dat deze bus juist vanaf Canet komt en ik eigenlijk bij het TGV station had moet opstappen. Niet even later komt de bus er al aan. Ik mag meerijden, maar moet aan de andere kant van het station er al weer uit. Hier heet het station opeens TGV station. Dezelfde chauffeur verschijnt niet veel later met dezelfde bus, om mij weer op te pikken voor de rit naar Canet. Tegen half elf begin ik dan aan mijn etappe voor vandaag. Ook vandaag geen al te vroege start helaas. Vanaf de bushalte loop ik zo het cafeetje van gister voorbij. Ik besluit nu om de iets hoger gelegen straat te nemen. Op gevoel loop ik zo in een Zuidoostelijke richting naar de kust. Ik loop wat wandelaars achterna onder een brug door. Later haal ik ze in. Vlak voordat ik de boulevard bereik, loop ik tussen een druk bezochte markt door. Op de boulevard staat er nog een grote kermis. Na gisteren is dit voor mij een prima uitstekend verhard pad. Het loopt kilometers langs het strand. Ik zie wel wandelpaden rechts van mij in het park langs het meer, maar ik besluit om in één rechte lijn door te lopen. Zo kan ik snelle kilometers maken vandaag. Dus even geen zand, lang gras of moeras vandaag, zolang ik deze goed plaveide boulevard kan nemen. Saint Cyprien nader ik zo met hoog tempo. Ik zie het al kilometers verderop liggen. De Pyreneeën komen ook steeds dichterbij. Ik zie al een aantal bergen met nog veel sneeuw op de top liggen. Als ik uiteindelijk in het haventje van Saint Cyprien aankom, met vele plezier bootjes en hun masten vind ik een mooi gelegen terras. In de zon is het bijna te heet. Op de enige vrije plek in de schaduw, mag ik van de ober echter niet gaan zitten, omdat daar geen tafel gedekt is. Dan toch maar van de zon genieten tijdens de lunch! Een 3 gangen menu is er goedkoop en lekker. Om me heen zie ik dat bijna alle andere toeristen hetzelfde bestellen. Ik laat alleen de wijn achterwege. Na de lunch kom ik via mijn meegenomen kaartjes snel het dorpje uit. Via de hoofdweg loop ik langs een groot Adventure Fun park, richting Argelles sur Arc. Het laatste stuk richting Argelles loopt landinwaarts van de kust weg. Ik loop nu door bos. Het lijkt heel stil, slechts een enkele auto komt hier voor bij. Geen wandelaars en fietsers meer. Het stadje Argelles ligt boven op een heuvel en is helemaal uitgestorven. Het oude stadje kent vele bochtige kleine en stille straatjes. Ik dwaal er een beetje door heen op zoek naar een cafeetje. Ik vind er uiteindelijk één die open is en een terras heeft. Er zitten een paar toeristen, maar meer locals die “Le Patron” van de zaak allemaal hartelijk begroeten. Hier lees ik wat uit mijn boek, wat ik opgeslagen heb op mijn IPhone. Daarna kan ik mijn hotel Acajou via diezelfde IPhone “Google-Earth” gemakkelijk vinden. Het is wel achter in het dorp met wat industriële gebouwen op een doodlopende weg. Het lijken wel kleine peeskamertjes. Misschien kan je ze ook per uur afhuren? Toch hebben ze alles wat nodig is voor een aangenaam verblijf. Ik kan op bed wat tv kijken. De wifi werkt, dus kan ik lekker chatten met wat vrienden. Mijn buurman zit zelfs in de zon met zijn laptop in het voortuintje van zijn hotelkamer. Ik ga na het douchen maar weer terug naar hetzelfde terras, van eerder op de dag in het dorp. Ik moet daar wel inmiddels onder het met plastic overdekte terrasgedeelte gaan zitten, want het is iets te veel afgekoeld. Ik bestel hier ook weer een goedkoop 3-gangen menu. Het smaakt allemaal geweldig goed. In het hotel op mijn kamer lees ik nog wat verder. 

 

Geschreven : 25 april 2017

Foto's wandelvakantie:  Perpignan   

 

 

Maandag 17 april 2017

Argeles sur Mer > Cerbere  30,3 km

Het ontbijt in het hotel heeft iets van een legerkantine. Met mijn oplegplaat schuifel ik langs het buffet en sprokkel ik mijn ontbijtje bij elkaar. Iedereen in het hotel komt hier al om 8 uur s ’morgens opdraven, dus het hotel zal vroeg leeg zijn vandaag. De zoon van de zaak blijft er vrolijk bij lachen. Na het uitchecken loop ik een bakkerswinkel binnen. Ik neem daar nog maar eens een echte koffie en bestel een broodje voor onderweg. Vandaag weer eens een vroege start. Al voor 9 uur loop ik het dorpje Argeles uit. Nu volg ik de verkeersborden richting Colioure. Via grote rotondes neem ik het naast gelegen fietspad. Op mijn kaartje weet ik dat ik dat ik in ieder geval niet de vierbaansweg moet oversteken. Als ik later onder mij de auto’s van de snelweg hoor razen, merk ik dat ik te ver ben doorgelopen. Ik moet even terug naar de laatste rotonde. Ik zie trouwens dat ook veel fietsers ook juist hier omdraaien en terugkeren. Voor hun een bewuste keuze, omdat zij deze heuvel steeds weer willen beklimmen. Hij is nogal stijl! Ik voel de Pyreneeën dus nu directer onder mijn voeten. Ik maak een kleine klim en kan dan weer afdalen naar Colioure. De kust is weer zichtbaar. Het toeristische stadje nodigt uit voor koffie. Helemaal beneden in het haventje naast een groot kasteel, loop ik langs wat terrassen. Er zit een hele mooie diepe zitstoel met kussen erg naar mij lonken. Ik ga er dan ook maar gebruik van maken. De koffie is er wel € 5.00 maar is toch op die plek de prijs waard. De toilet is achterom, waarvoor ik een muntje krijg, om in het wc-hokje te kunnen komen. Het is er wat krap en ik moet over schoonmaakspullen stappen om er bij te kunnen komen. Dit is ietsje minder “glamorous” als de Zitstoel! Als ik verder loop langs de kasteelmuur, zie ik een mooie baai. Ik vraag een toerist om van mij even een plaatje te maken. Zulke achtergronden krijg je niet zo vaak te zien. Bij het poseren, moet ik wel opletten dat ik het trottoir niet afglijdt. Het zandstrand ligt een paar meter naar beneden. Via wat trappetjes om hoog loop ik verder het stadje weer uit. Ik loop langs de verkeersweg door naar Banyul sur Mer. Er zijn nu vele haarspeldbochten, die ik ook allemaal moet nemen. Doordat er dit weekend veel toeristen zijn, die met hun auto hier ook allemaal over heen rijden, is er nogal veel verkeer op de weg. Ik heb er best wel last van. Er zijn ook veel motorrijders op de weg die veel kabaal maken, dat eigenlijk niet zo goed bij het mooie landschap past. Het uitzicht maakt wel veel goed. Met gele borden worden nu ook wandelpaden aangeduid. Ik zou er gebruik van kunnen maken. Cerbere, het eindpunt van vandaag, is nog ver vandaag. Gewoon de autoweg lijkt een snellere optie. Banyul sur Mer is via de wandelpaden 2,5 uur. Via de weg doe ik er bijna een uur minder over. Op de opengebroken boulevard in Banyul is er een terras waar wat mensen zitten. De bediening laat lang op zich wachten, dus ik besluit naar het meer drukke terras, iets verderop op het plein te lopen. Ik zie maar 1 vrij tafeltje, maar als ik daar wil gaan zitten, hoor ik een schel geluid: “Finished!”. Het doet pijn in mijn oren en ik schok er bijna van. Het is de ober van dit restaurant, die er blijkbaar vermaak in heeft om toeristen te doen verbleken. Een paar mensen die al zitten te eten, moeten een beetje lachen. Ik ga een stukje verder op het terras. De kleuren van de stoelen zijn hier anders, ik weet dus zeker dat het bij een ander restaurant is. Ik zie er weer een vrij tafeltje. Ik ga nu snel zitten. Dit keer geen snerpende ober die mij weg maant. Als ik de menukaart krijg en een viertal mensen ook wil gaan zitten, hoor ik ook hier weer een snerpende ober: “ Finished”. Ze maken dezelfde geschokte reactie als van mij daarnet. Het 3 gangen menuutje laat nog aardig lang op zich wachten. De ober checkt mijn bestelbon een paar keer, om te controleren of het wel goed gaat allemaal. Ik ben de laatste die het dan lege terras uiteindelijk verlaat. Het laatste stuk vandaag is weer via bochtige wegen. En mooie uitzichten. Niet echt vervelend allemaal. De laatste afdaling langs kliffen is naar Cerbere. Een laatste “Franse” stad aan de kust voor de Spaanse grens. Op gebouwen en huizen zie je nu wel vaak Catalaanse vlaggen hangen. Ook op “Frans” grondgebied zijn er bewoners die blijkbaar een onafhankelijk Catalunya willen en hierbij willen horen. In Cerbere vind ik een goede plek om het bereiken van de eindbestemming vandaag te vieren. De wijn smaakt altijd heel goed op zo’n moment. Ik vraag de ober naar mijn hotel. Die bevindt zich verderop. Een kleine beklimming door een straatje en ik ben er. De deur is vast. Een briefje verwijst me naar een hotel verderop. Hotel Vigie staat op een klif langs de weg. De eigenaresse verwelkomt me enthousiast. Ik mag de beste kamer kiezen, want alle Paas-toeristen zijn naar huis. Ik krijg een mooie kamer met een schitterend uitzicht op de baai. Een zwaar leven heb ik als Pelgrim! Ik zie wat mensen beneden mij vissen. Ik wil daar ook komen en ik vind via een trappenstelsel de weg naar beneden. Het is wel half weggeslagen, dus soms moet ik wat springen. Ik eet s’ avonds weer in hetzelfde restaurant als in de late middag. Op het terras komen uitgehongerde Oost-Europeanen vragen naar sigaretten. Ze worden weg gewezen door de eigenaar. Later geniet ik nog eens van mijn mooie balkon!

 

Geschreven : 26 april 2017

Foto's wandelvakantie:  Perpignan   

Dinsdag 17 april 2017

Cerbère > Llanca  17,0 km

S ’morgens vroeg hoor ik vanaf mijn bed de golven van de zee onder het hotel op de rotsen lopen. Ik had gezegd dat ik een vroege duik zou nemen in zee. De eigenaresse had daarvoor al een handdoek voor mij klaar gelegd, maar ik zie er toch maar vanaf. Het voelt ondanks de zon best wel fris. Ik vind het eigenlijk wel een beetje laf, maar ik beloof mezelf het later op de dag goed te maken. De eigenaresse heeft ook mijn ontbijt al voor mij klaar gezet zodat zij vanmorgen wat kan uitslapen. Ik ben immers de enige gast in het hotel. Ze komt toch later nog even langs lopen om te vragen of alles in orde is. Ze biedt aan om het ontbijt naar buiten te verplaatsen, maar ik zeg dat ik toch al deze hele dag buiten verblijf. Vandaag alweer de laatste van een 4-daagse trekking. Ik kijk nog 1 keer achterom naar het hotel, toch wel de meest luxueuze op mijn gehele pelgrimstocht. Ik klim met wat slingerende wegen naar boven en zie later Cerbère onder mij liggen. Ook een groot rangeerterrein voor treinen wordt zichtbaar. Ik loop richting Cape Cerbère. Hier steken de rotswanden blauw en zwart uit zee. Het ziet er dramatisch uit. Er bevindt zich een vuurtoren op het uiterste puntje van de Cape, waar ik besluit omheen te lopen. Dan nog meer klimmen met bochten naar boven, op naar de Spaanse grens. Er staan daar oude grenshokjes. Alle ramen en deuren zijn dichtgetimmerd en veel graffiti. Het komt een beetje spookachtig over. Hier boven op de berg zou ook GR92 beginnen. Deze loopt helemaal langs de Spaanse Oostkust. Ik kan hier nog geen tekens van deze GR met rood/witte strepen ontdekken, dus ik wandel nog maar even door via de asfaltweg. Het is er toch vrij rustig vandaag, de dag na Pasen. Ik loop het grote blauwe verkeersbord voorbij: “Bienvenido en España”!

 

 

 Foto's wandelvakantie:  Perpignan   

 Vervolg zie:  SPANJE 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geschreven : 03 mei 2017