ZWITSERLAND
Hier volgen de verslagen van de wandeldagen van de Camino gelopen in Zwitserland
Donderdag 29 September 2016
Weil am Rhein > Bazel 12,8 km
Ik zoek de oevers van de Rijn weer op als ik het Industrieterrein verlaat. Ik kom langs een mooie kade en er zitten mensen op stoeltjes te genieten van de zon. De Rijn maakt hier een mooie bocht, dus het uitzicht is er prima, ik kan het dan ook niet laten om ook hier ook even te stoppen en te gaan zitten voor al weer een koffie.
.
Verderop zie ik mensen in de Rijn zwemmen. Een aantal laten zich meesleuren door de stroming en hangen aan een ballon, zodat ze blijven drijven. Op een wat rustiger stukje daal ik ook af naar de rivier bij een klein strandje via een trap. Ik ga ook even zwemmen in mijn onderbroek. Het water is warmer dan ik dacht. Ik herken de kerk aan de overkant van de Rijn. Via de volgende brug loop ik naar de overkant om op zoek te gaan naar de Jeugdherberg, waar ik vanavond overnacht. Het is veel te mooi weer om daar binnen te zitten, dus na het inchecken ga ik meteen nog een eindje wandelen, wat zou ik anders moeten doen? Ik klim nog naar de heuvel in Duitsland voor het uitzicht op Bazel. Vlak bij de Jeugdherberg drink ik nog een wijntje in de laatste zonnestralen van deze dag. Ik ga ook eten in de Jeugdherberg, want na de laatste zonnestralen wil ik de deur niet meer uit. Het eten is simpel maar wel vullend. Ik kruip al weer vroeg in mijn stapelbed. Er is iemand op de 4-persoonskamer die van kajakken houdt. Ik zie namelijk een grote kajak-peddel in de kamer staan. Hij ligt al te slapen, dus ik hoef me niet te schamen dat ik al voor 22.00.u. onder de lakens lig vandaag.
Foto's wandelvakantie: Bazel
Geschreven 14 oktober 2016
Vrijdag 30 September 2016
Bazel > Balstahl 45,1 km
Ik wil vandaag proberen om in 1 stretch Balstahl te bereiken. Daar kan ik aansluiten op de Jura Crest trail. Dus dat zou een mooi eind zijn voor deze vakantie en een mooi begin voor een vervolg ooit in de toekomst. Er staan dan nog maar liefst ruim
40 km te lopen voor mij deze dag. Voor zaterdag is er regen voorspeld, dus vandaag de laatste mooie zomerdag. Bovendien wil ik een dag vrij houden voor Musea bezoek in Bazel. Ik besluit daarom zo vroeg mogelijk te vertrekken. Ik heb geregeld dat ik weer half
zes s ’morgens kan ontbijten in de hostel. Die tijd sta ik dan ook al bij de keuken en kan om een complete maaltijd bij elkaar zoeken. De medewerker achter de balie zorgt dat ik weer flink kan bunkeren. Ik kijk op mijn telefoon als ik vertrek voor de
laatste etappe. Het is 06.03.u. en nog helemaal donker. Mijn vroegste start ooit op de Camino. Met hulp van mijn uitgeprinte kaartjes kan ik de eerste kilometers door de stad afleggen. Ik zie al wat wegwerkers bezig in het donker. Via de VerkeersRotonde neem
ik de Gellertstrasse. Dit is een hele lange weg, die langzaam afbuigt in zuidelijke richting. Ik steek daarvoor de drukke verkeersader van Bazel de E35, 2 keer over. Eén keer bovenlangs en één keer onderlangs. De ochtendspits raast al
in volle gang hier voorbij. In de tunnel onder de E35 mag ik eigenlijk niet lopen. Maar langs de vangrail wil ik er toch even snel voorbij wippen, om een lange omweg te voorkomen. De Sint Jacobs Halle loop ik voorbij. Ik was even vergeten dat ik al voor deze
hal naar rechts moet. Op mijn IPhone kan ik via google-Maps het juiste pad kiezen. Ik loop nu met de tramrails mee richting Pratteln. Ik zie een aantal trams met deze richting voorbij komen. Even later zie ik het fietspad richting Liestahl. Dit lijkt me een
uitstekend idee om deze te volgen. Ik vraag bij een stoplicht nog eens een jong meisje op de fiets, het fietspad naar Liestahl, maar de borden spreken verder voor zich. Ik heb vanmorgen een dubbele koffie genomen in de Jeugdherberg. Bij zo’n vroege start
is er natuurlijk voorlopig niets aan horeca geopend. Die 2 Espresso’s werken even zwaar op mijn maag, en ik zit al een tijdje te zoeken naar een goede plek om dit probleem op te lossen voordat er ongelukken gebeuren. Aan de rechterkant van de weg verschijnt
nu bos. Via een klein paadje loop ik omhoog. Tussen het plant afval plof ik neer. De half meegenomen wc-rol komt van pas. Ik ben zo blij dat er niet toevallig een wandelaar aan komt lopen van de andere kant. Opgelucht volg ik het fietspad weer. Dit loopt een
stuk makkelijker. Mijn rugtas is ook al veel lichter dan anders. Ik heb alleen de noodzakelijke dingen mee voor vandaag. Als het goed is, ben ik vanavond weer terug in Bazel. In Frenckendorf neem ik op een dorpspleintje een thee. De vruchtenthee smaakt heerlijk,
en ik wil onthouden welke smaak dit is, voor thuis. Ook de chocoladecake neem ik. Die smaakt na ruim 15 km lopen ook echt heerlijk. De serveerster heeft geen idee hoe ik in Holstein moet komen, als ik daar naar vraag. Ik kom de eerste bordjes Balstahl al tegen.
Het eindpunt vandaag. In Liestahl loop ik via een industrieterrein snel door. Op een onduidelijk kruispunt vraag ik een fietsster de weg. Zij twijfelt een beetje, als er een bewoner van het nabijgelegen huis, van uit zijn tuin zich er mee gaat bemoeien. Hij
is resoluut in zijn aanwijzingen, via de verkeersweg. De fietsster kijkt beklemd. Ze vreest dat ik de hele tijd langs een snelweg ga lopen. Dat doe ik ook een tijdje later. Een vrouw kan me later een fietspad aanwijzen, dat loopt veel relaxter, dus ik ben
blij met haar aanwijzing. Het pad voort achterlangs de huizen voor een aantal kilometer. Dan kom ik weer op de verkeersweg. Het verkeer raast voorbij. Ik ga links van de weg lopen.
.
Er komt een vrouw met stokken, een echte Nordic wandelaarster aangesneld en mij tegemoet. Ik heb een behoorlijk tempo, maar zij helemaal met haar zwiepende stokken. Toch stopt ze zonder probleem als ik haar wat wil vragen. Ze wil mij in detail uitleggen hoe ik het beste kan lopen. Want het is volgens haar nog een heel eind naar Balstahl. Inderdaad kom ik later weer op een fietspad naar Balstahl. Ook een fietser stopt ook onmiddellijk als ik maar een kick geef en info wil over de route. Ik loop lang langs een rustig riviertje, maar ik kom toch weer terug op de verkeersweg, wat ik eigenlijk niet wil. Ik kom langs Niederdorp en Obersdorf. In het laatste dorpje wil ik nog even een koffie halen, want ik zie er een klein terras. Het koffietentje wordt gerund door Indiërs en ik kan maar moeilijk communiceren in het Duits/Engels. Het wordt een croissantje en de koffie is niet te drinken. Gelukkig is het in Waldenburg veel beter. Ik kan onder de platanen langs die “Hauptstrasse” bij een Italiaans restaurant een prima pasta krijgen, want honger heb ik inmiddels gekregen na meer dan 20 km wandelen vandaag. De koffie smaakt hier inderdaad ook naar koffie. Ik word er vriendelijk geholpen. De ober wil alles aan mij verkopen en doet flink zijn best. Ik kan mijn IPhone opladen in het restaurant. Ik heb “Google Maps” misschien nog nodig vanmiddag. Ik ga vol goede moed na de lunch weer verder. Ik heb weer voldoende energie om meteen een behoorlijke klim te maken. Het fietspad ben ik opeens kwijt. Er is ook geen plaats meer naast de weg voor wandelaars, en de verkeersweg maakt scherpe S-bochten omhoog. Ik moet het verkeer zo goed in de gaten houden vooral bij deze bochten. Een boer haalt mij met trekker en wagen in en kijkt mij aan met een blik: “Ga van weg af idioot!”. Helemaal boven gekomen zie ik een aantal wandelpaden aangegeven met borden, o.a. naar Balstahl en besluit deze verder te nemen. Een hond blaft me nog eens lelijk na en dreigt met zijn tanden. Er zijn verderop nog weer keuzes tussen 2 maal een Balstahl, maar ik neem steeds de kortste. Ik begrijp later dat de andere keuze boven op de heuvel eindigt en niet onder in het dorp. De omgeving verandert opeens in een typisch Jura landschap met de blauw/witte scherpe heuveltoppen. Ik arriveer al om half vier s ‘middags in Bahlstahl. Ik ben wel behoorlijk vermoeid, er staat ook al ruim 40 km op de teller. Ik zoek weer eens een terras uit voor de wijn, die heb ik wel verdiend. Mijn doel deze vakantie is namelijk gehaald. De serveerster vraag ik alvast de snelste terugweg naar Bazel per openbaar vervoer. De serveerster vraagt het even aan de mannen aan het tafeltje naast die van mij. Ze komen van hier. Maar ze vieren het weekend al deze vrijdagmiddag en zijn wat aangeschoten. Ze kunnen geen serieus antwoord meer uitbrengen.Bij het station heb ik nog tijd voor een ijsje. Dan neem ik de bus naar Waldenburg. Daar stap ik over op de trein naar Liestahl. Daar nog eens overstappen op de trein naar Bazel. Het gaat allemaal razendsnel en in iets meer dan een uur ben ik al weer terug in Bazel. Ik heb de gelopen route zo een beetje kunnen terug kijken uit het raam in de trein. Nog steeds schijnt de zon. Bij het station kan ik buiten op het terras nog wat snel eten. De kwaliteit van het Aziatisch restaurant valt wat tegen. Ik kan dan nog van een vrije avond genieten in Bazel. Maar de vermoeidheid doet me weer vroeg naar het bed vragen in de Jeugdherberg. Ik slaap dit keer alleen op de kamer. Ik kan morgen uitslapen en nog wat musea bezoeken. Dan wacht de terugreis naar huis.
Foto's wandelvakantie: Bazel
Geschreven 17 oktober 2016
Vrijdag 28 augustus 2020
Balstahl – Weissenstein 20.0 km
JURA CREST TRAIL
Om half zeven zou ik al kunnen ontbijten in het hotel, dus ik sta om die tijd al bij de ingang van het restaurant te dringen. Er is al vollop bedrijvigheid op dit vroege tijdstip. Ze hebben het buffet geopend en ik kan een gebakken eitje bijbestellen. Ik loop steeds volgens de regels met mijn mondkapje op en neer naar het buffet om deze vervolgens aan mijn tafeltje weer af te doen. Het zijn de dingen waar ik nu zo’n beetje aan gewend begin te raken. Bij de receptie kan ik na het ontbijt mijn grote rugzak met spullen achterlaten. Ik ga met mijn lichtere rugzak op pad en begin aan mijn Jura Crest Trail, die direct bij het hotel begint. Ik neem nu wel de kortere weg via de achterkant van het hotel naar het station. Daar kijk ik nog eens goed naar de wandelborden die daar zijn opgesteld. De aanwijsborden zijn allemaal geel gekleurd. Ik volg de Jura Trail, welke is aangeduid met een groen vlaggetje met een witte 5 op het gele aanwijsbord. Ik zal deze dagenlang gaan volgen. Ik heb van Eurotrek een wandelboekje ontvangen, maar daar staat niets beschreven van de de wandelingen zelf. Er is wel een kaart van het gebied in het pakket toegevoegd, maar daar valt niet zo veel van af te lezen. Ik moet het dus bijna geheel met de wandelborden doen. We gaan het zien! Achter Balstahl kom ik uit op een landweggetje langs het bos, voorlopig zijn de borden heel duidelijk. Bovendien valt mij op dat de hoek op de paal met het aanwijsbord, precies de hoek van het pad is. Als je goed kijkt en de lijn doortrekt, weet je precies welke kant je op moet. Bij de achterkant van een fabriek zie ik een tweetal werknemers met witte schorten op het pad staan om een sigaretje te roken. Met de mooie heuvels van Balstahl hebben ze er een mooi uitzicht bij. Ik begin later aan een lange stevige beklimming. Ik ben het nog niet zo gewend deze vakantie. Ik begin te zweten en mijn vest moet al snel uit. Ik haal mijn wandelstokken van de rugzak af om ze te gaan gebruiken. Ik blijf doorklimmen en zie dat de heuvels aan de overkant van het dal al bijna net zo hoog zijn als de hoogte waar ik mij nu hier bevind. Ik neem aan dat ik dan ook hier bijna boven op de heuvel ben. Het valt wat tegen, het gaat nog even door omhoog. Ik kom verrassend wel een leuk herbergje tegen, welke gewoon open is. Zodra ik voor de deur sta, zwiept deze automatisch naar binnen toe open. Ik ben de enige klant. Even later loop ik met mijn dienblad met koffie en koek weer naar buiten. De vrouw van de herberg waarschuwt mij nog even voor de openslaande deur die naar mij toe komt. Ik krijg hem gelukkig dan ook niet in mijn gezicht gezwiept. Als de vrouw verder met stofzuigen gaat, geniet ik buiten van de lekkere koffie met een voorzichtige zonnestraal. Dit ondanks de voorspelde regen van vandaag. Ik neem nog een tweede bak, ik heb tijd genoeg vandaag. De vrouw waarschuwt mij dat er vanmiddag dan toch echt flinke regen gaat komen. Dus dan toch weer geen tijd genoeg. Ik loop weer verder langs wat skiliften en koeien. Ik klim nog wat verder todat ik echt op de Crêtes kom. Ik heb door de bossen niet altijd zicht naar links of rechts van mij. Ik zie af en toe links en heel ver en diep onder mij een lang dal met daarachter de Alpen. Ik kan duidelijk wat witte toppen met sneeuw onderscheiden. Hoe langer je kijkt, hoe meer je er ziet. Het is zwaar bewolkt met wat strepen zon. Dit maakt het een bijzonder licht. Met de koeien er voor hier op deze heuvel maakt het een bijzonder plaatje. Ik wil er voor Marga even een filmpje van maken, zodat zij weet wat zij kan verwachten. Maar op mijn gemaakte filmpje zie je de diepte door de donkere bewolking niet echt. Het valt mij op dat ik wel heel veel koeien tegen kom. Ze hebben allemaal zo’n Alpen bel. De één een wat grotere dan de andere. Het is een continu gerinkel. Ik loop zo wel heel dicht langs de koeien. Eéntje is een grijzige, die mij verbaasd aankijkt. Haar grijzige kop met grijzige grote oren blijft voor mij hangen. Ze geeft geen krimp. Het aangezicht doet mij ergens aan denken van vroeger. Ik begin spontaan te zingen: Pipo de Clown en mamelou! De grijzige koe lijkt op mamelou. Of kruipt de kolder in mijn kop van al die naar mij kijkende koppen van koeien. Het weer dreigt te veranderen. Het begint te waaien. De eerste balderen vallen van de boom. Een koe staat op een heuvel te plassen. Door de wind verstuift haar koeienpis in de lucht en krijg ik bijna een warme gele douche. Bij een volgende herberg staat er een vol terras uitgestald. Er is niemand. Ik loop met mondkapje naar binnen. Ik doe toch iets te verkrampt met zo weinig mensen hier. De 1.5 meter afstand is hier wel heel makkelijk te handhaven. De aanwezige vrouw zegt dat iedereen bang is voor Corona en liever thuis blijft. Volgens haar moet het seizoen als verloren worden beschouwd. Ze verkoopt lekkere Appelstruder. Ik zie een grote top voor mij en denk dat ik daar naar boven moet klimmen. Ik wandel er echter achterlangs. Als ik op een punt sta waar de Jura Crest rechtdoor gaat, denk ik dat ik hier misschien hier via de kabelbaan naar beneden moet. Ik check even de bordjes op de kruising links van mij. Ik denk dat ik mij voorbij de top van de Bamberg bevind. Een vrouw met hond die aan komt lopen is net voorbij als ik weer terug ben, dus haar kan ik het niet meer vragen.
.
Ik loop toch nog maar even verder. Dan zie ik de kabelbaan uit de mist komen, ik weet het zeker ik ben bij het eindpunt van vandaag. Altijd weer een fijn gevoel. Ik wil nog even lunchen bij het hotel op de heuvel net naast de skilift. Ik moet flink wat trappen omhoog om er te komen. Het begint net te regenen, dus een betere timing had ik niet kunnen bedenken. Vanaf het restaurant heb ik aan de achterzijde eerst uitzicht het dal in. Het waait nu hard, en de parasols staan ingeklapt te zwiepen. Ik zie de regen op de tafels kletteren. Ik zit lekker warm binnen. Het uitzicht verdwijnt geheel en ik heb later alleen zicht op dichte mist. Ik bestel het menu bij de donkere Turkse ober. Hij zegt telkens grappig tegen mij: “Smeckt gut he?” De salade, risotto en tiramisu smaken inderdaad allemaal goed. Er lopen best wel wat hotelgasten zonder mondkapjes dicht bij elkaar. De 1.5 m afstand regel is hier onmogelijk vol te houden. Dat valt me wel iets tegen van de Zwitsers. Ik had ze hoger ingeschat ten opzichte van de mijn insziens hierin nonchalante Nederlanders. Ik neem de kabelbaan naar beneden en vandaar de trein naar de mooie stad Solothurn. Ik zit in een knus hotel. Ik kan het vanuit mijn overdekt balkonnetje urenlang zien regenen. Gelukkig kan ik mij op de kamer best vermaken. Ik kan wat facetimen met John en Tulio. Ik kan nog wat andere mensen whatsuppen. In mijn ontvangen envelop van de Eurotrack organisatie, zit er een vertrektijden kaart bij van de bus naar Bamberg. Ik ga even kijken bij het bus en trein station en koop al een buskaartje voor morgen naar Bamberg. Deze vertrekt wel al om even na acht uur. Het ontbijt is pas vanaf 8 uur. Bij de receptie vraag ik of ik eventueel eerder kan ontbijten. Helaas kan dat niet, maar er kan wel een broodje voor mij onderin de koelkast gelegd worden. Ik ga ondanks de regen dan toch maar even de stad in. Ik moet er toch iets van zien. De regen blijft maar door kletteren. Snel neem ik een hap in een soort snackbar. Na het eten is het extra rondje naar het hotel ingekort tot de kortst mogelijke weg. Op de hotelkamer check ik nog even de tekening van het gebied hier in de bergen boven Solothurn. Ik kom er achter dat ik niet het juiste buskaartje heb gekocht. Ik ben vanmiddag inderdaad langs de Bamberg gelopen en daar kan je ook met de bus omhoog worden gebracht. Ik heb echter wel een duur retour kaartje van de skilift bij Weissenstein. Deze wil ik toch echt gaan gebruiken. Ik ga morgen het buskaartje maar proberen om te ruilen. De eerste bus naar de skilift bij Obersdorf gaat pas om negen uur. Dus dan zou ik ik wel gewoon kunnen ontbijten. Ik check nog eens de onderste lade van de koelkast bij de receptive. Inderdaad is op verzoek van mij een broodje neergelegd. Nu is dat dus eigenlijk niet meer nodig. Ik voel me een beetje schuldig. Ben ik echt een moeilijk zeurende klant, die niet weet wat hij wil? In de hotelkamer kan ik een leuke film in het Duits bekijken op de televisie, terwijl het buiten gewoon doorregent.
Geschreven: 30 september 2020
Zaterdag 29 augustus 2020
Weissenstein-Frinvilier 24.0 km
JURA CREST TRAIL
Ik lig nog in mijn bed als ik in mijn half
slaap aan John vraag of hij nog tennissen moet vandaag. Ik krijg natuurlijk geen antwoord. Ik moet mij even wakker schudden. Ik ben in Solothurn vandaag en moet zo gaan hiken in de Jura hier boven op de berg. John is gewoon in Amsterdam. Ik lig deze morgen
alleen in mijn bed in het hotel, het voelt vreemd. Ik heb een buienradar site gevonden van Zwitserland. Het lijkt dat vandaag de ergste buien net langs de Jura gaan en ik verwacht dus voorlopig geen regen. Ik ga na het ontbijt mijn buskaartje proberen om te
wisselen. Het is verder geen probleem en ik krijg zelfs geld terug. Dat lijkt een goede deal. Niet veel later zit ik in de bus naar Oberdorf. Nu dacht ik dat ik bij de Skibaan zou worden afgezet. In het centrum van Oberdorf moet ik er toch echt uit. Dat wordt
dan even een extra stukje lopen. Een klein half uur later stap ik in de skilift cabine die mij ophoog brengt. Ik zit best wel een tijdje in de lift. Op het eerste tussenstation hoef ik er nog niet uit. Ik zie langzaam Solothurn beneden mij verschijnen. Ik
ga nog even langs het hotel voor koffie. De donkere Turkse man werkt er ook al weer en ik zeg dat hij lange dagen maakt. Een vrouw die daar werkt is bezig met servetten vouwen. Ik raak met haar in gesprek. Volgens haar gaat het het hele weekend regenen. Ik
dacht dat ik juist wat anders had gezien vanmorgen? Ik heb het over de stad Biele waar ik vanavond ben. Ik vind het bijzonder dat het daar 2-talig is. Volgens mij de enige stad in de wereld waarin de moedertalen Duits en Frans naast elkaar voorkomen. Zo heel
bijzonder vind ze het niet. In haar geboortestad in Montenegro worden ook verschillende talen naast elkaar gesproken. Ze vind Nederlanders altijd aardige mensen en ze is zelfs al in Amsterdam geweest. Zwitsers vind ze helemaal niet zo aardig, zeker niet als
je allochtoon bent. Ik probeer duidelijk te maken dat het in Nederland er ook niet beter op wordt. Als ze plotseling weggeroepen wordt, wenst ze mij nog alle succes met de regen vandaag. Als ik buiten kom begint het inderdaad net te druppelen. Ik moet al snel
mijn regenkleding aan doen. Ach ja, dan heb ik deze niet voor niets mee genomen. Ik zie nog twee vrouwelijke wandelaars voor mij lopen in fel gekleurde regenpakken. Ze vallen op in de grijze mist. Het regent al niet meer. Ik loop weer wat verder omhoog, ook
weer over Crêtes. Ik zie later de 2 wandelaars met de gekleurde regenpakken onder mij lopen. Blijkbaar moet ik daar dan ook ergens naar beneden. Ik heb nog even een mooi uitzicht naar beneden. Ik bevind mij op
een enorme afgrond, waar je geen hoogtevrees moet hebben. Maar het uitzicht is ook zo weer weg door de mist.
.
Later volg ik een breed graspad, zo breed dat ik niet helemaal weet waar ik precies moet zijn. Er staan steeds stokken met een gele bovenkant die de richting aangeven. De mist wordt steeds dichter. Ik kan de volgende stok nog net zien als ik er één paseer, of net niet. Ik zie een rijtje zwarte koeien de heuvel aflopen. Ze nemen hetzelfde pad als mij. Ik wil er ook gebruik van blijven maken. Ze wijken voor geen meter en ik moet dus even opzij springen. Mijn boze reactie naar de koeien heb ik even gefilmd. Marga vind het een leuke ontmoeting in de Jura, als ik het filmpje aan haar doorstuur. Bij de Obergrenchenberg is er een groot Gasthof met restaurant. Er staan veel plastic plexi glazen langs tafels opgesteld buiten op het terras. Ook staan er staan looppijlen op de grond, Nog even de handen insmeren met ontsmettingsgel en de gegevens invullen. Naam, telefoonnummer en adres met tijdstip. Dit allemaal om het Corona virus in te dammen. Maar klanten zie ik niet. Ik kan mijn regenkleding uittrekken, er zit wel veel modder aan. Ik stop ze vies in een plastic tas in mijn rugzak. Mijn schoenen spoel ik af onder een kraan. Zo kan ik redelijk schoon naar binnen. Daar zitten dan toch enkele mensen. Ik bestel er koffie en een frombozentaartje. Ze vraagt of ik er “Rahm” bij wil. Nu ken ik dit woord niet, maar ik begrijp dat ze slagroom bedoelt. Ik krijg er veel te veel bij geleverd op het schoteltje. Na de korte stop bij de Gasthof mag meteen de regenkleding weer aan, het begint weer opnieuw te regenen. Ik denk dat het vandaag niet meer gaat stoppen. Ik loop langzaam naar beneden en kan zo best wel wat gang zetten. Zo snel mogelijk naar het einde van deze misère. Ik loop door veel bos, ook een klein dorpje voor de verandering. Bij een schuilhut neem ik weer een mussli reep en eet mijn yoghurt op. Er komen 3 Zwitsers voorbij en die hadden graag ook gebruik gemaakt van het afdakje waar ik onder sta. Maar ja, door Corona kunnen ze er niet meer even bij gaan staan. Wel wisselen we even informatie uit waar we allemaal mee bezig zijn. Ze hebben 3 dagen wandelen gepland juist nu met deze regen. Ik zeg dat het dan toch nog wel meevalt allemaal. Vaak lichte regen, het had erger gekund. We hebben allemaal Frinviller als eindpunt. Dit is al niet heel ver meer en ze gaan gauw verder. Als ik even later ook verder wandel, hoor ik het lawaai van een autosnelweg langzaam opkomen. Na nog een flinke afdaling zie ik het stadje onder mij liggen. Bij het treinstation kom ik het drie-tal weer tegen. Ze bevestigen dat hun buienradar iets heel anders aangaf vanmorgen. Ze nemen ook de trein naar Biel (Duitse naam) of Bienne (Franse naam). Beide stedennamen worden overal beide genoemd als gelijkwaardige naam. Als we samen het station in Biel/Bienne aflopen zeggen dat ze morgen misschien wel niet gaan hiken als de regen spelbreker gaat worden.Ik zeg dat ik in ieder geval ga lopen morgen, weer of geen weer. “You have to go, You must!” zegt één van de Zwisters tegen mij. Eindelijk iemand die mij begrijpt Tevens vind hij even dat ik een verkeerd jaar als Sabatical heb gekozen met al deze Corona.! Ik zeg dat ik wel lekker veel hiken kan dit jaar. Ik moet nog een stuk doorlopen door de stad naar het zakelijke Mercurehotel, gelegen aan een smal en recht kanaal door de stad. Ik ga er nog even naar de sauna om de stramme spieren wat losser te maken. Vlak bij het hotel in dezelfde straat had ik al een pizzeria gezien. Ik ga even kijken of ik er ook kan eten vanavond. Ik heb niet gereserveerd maar als ik beloof binnen een uur klaar te zijn, kan ik wel een tafeltje krijgen. Het is er op deze zaterdagavond heel bedrijvig. Alles komt met de temperamentvolle Italianen gestressed over. Alles moet snel, snel en nog sneller. Er zit dan ook wel een beetje dwang achter en voor ik het weet sta ik al weer buiten. Ik maak nog een klein rondje door de stad. Het ziet er wat armoedig uit allemaal, ook veel zwervers en dronkelappen op straat. Deze kant van Zwitserland had ik nog niet gezien. Ik kan nog even lekker facetimen met John op mijn hotelkamer. Ik zorg dat ik uit de papieren van Juratrek de juiste A4’tjes haal, die ik morgen nodig heb voor de volgende wandeling. Het begint al op routine te lijken.
Geschreven: 1 oktober 2020
Zondag 30 augustus 2020
Frinvilier – Chasseral 17.0 km
JURA CREST TRAIL
De Corona regels zijn wat strenger in dit hotel. Bij het restaurant mag je bij het ochtendbuffet niets van de tafel pakken. De medewerkster ligt het na jouw aanwijzen op je bord. Zij bewaakt erover alsof er een zware straf op staat bij overtreding. Verder smaakt het allemaal prima hoor! Bij de Coop haal ik nog een broodje, wat fruit en yoghurt. Dan hoef ik mij verder geen zorgen meer te maken over de lunch van vandaag. Aan de overkant van het station neem ik nog een koffie, want ik heb tijd genoeg voor het halen van mijn trein. In de plenzende regen stap ik later weer uit in Frinviller. Het is er nu heel stil en triest. De 3 Zwisters van gister zijn er niet, zelfs geen enkele andere wandelaar die aanstalten maakt om de regen in te gaan. Ik trek mijn regenpak aan. Ik wacht nog even en twijfel of ik dit wel wil allemaal. Dan stap ik de nattigheid in. Ik hoor het tikken op mijn regencapuchon en het tikt wat harder dan gisteren. Ik zie niet veel van de omgeving. Het is veelal mistig en het ziet er eigelijk niet zo mooi uit. Ik wil zo snel mogelijk door vandaag. Ik kom langs vele toegangshekken. De boeren van de Jura plaatsen deze poortjes om de veestapel bij elkaar te houden. Je hebt ze in alle vormen. Er zijn veel rond vormige ijzeren overstap stellages. Ik vind ze gevaarlijk glibberig. Meestal stap ik er naast of overeen. Bij een ander type moet ik een ijzeren stang omhoog klappen zodat ik er door kan. Soms ook een gewoon ijzeren hek, die je in het geheel moet openklappen. Je hebt ze ook met van die plastic handvaten aan elektrische draden. Deze moet je dan zelf open maken en weer dicht door de haak weer terug in de ijzeren lus te zetten. Vandaag kom ik er ééntje tegen met twee losse plastic staven die elkaar bijna raken. Normaal net niet, zodat als je er maar één met je lichaam aanraakt je ze gewoon open kan duwen. Ik zie vanmorgen niet dat deze met een touw aan elkaar geknoopt zitten. Dan wordt de stroom wel doorgeleid. Ik krijg een elektrische schok door mijn lichaam en dat voelt niet echt prettig. Voorlopig ga ik niet meer duwend met mjn lichaam door zulke poortjes heen. Een enkele schok is voorlopig genoeg en ik ga er voortaan wel onderdoor. Bij een volgend hek zie ik een man net rechts naast het hek en pad. Aan zijn rugzak hangt nog een ijzeren draad van het hek. Ik weet eigenlijk niet of er nu stroom doorheen gaat, maar erg lekker lijkt het bij hem niet te gaan. Ik wil hem van de draden bevrijden. Met mijn stokken kan ik voorzichtig en veilig deze van hem afduwen. Als hij eindelijk met zijn rugzak aan de goede kant van het hek staat, kan hij vertellen dat hij dit soort bedrading haat en bang is van koeien. De Zwiterse man met Duitse roots loopt ook de Jura Trail. In het voorjaar heeft hij deel 1 gedaan en nu dan deel 2 tot Nyon is zijn planning. Hij heeft wel duidelijk meer baggage dan ik en doet het zonder Eurotrek. Hij loopt dan ook een langzamer tempo. Ik ben behoorlijk gaan zweten. We gaan nu weer afdalen en ik hoef ik mij minder in te spannen. Ik voel het natte zweet binnen mijn kleding. Dit voelt opeens koud aan. Ik heb mijn handschoenen niet meegenomen uit Nederland deze vakantie en mijn handen beginnen koud aan te voelen. Ik zeg hem dat ik sneller moet gaan lopen om warm te blijven en neem afscheid van hem. Als ik net een paar honderd meter voor hem loop, bedenk ik dat ik wel een extra trui kan aantrekken. Ik gooi mijn rugzak weer af om die er uit te halen. Ik trek mijn regenjas uit, mijn trui aan. Het regent ondertussen hard door en ik word snel nat. Ik doe gauw mijn regenjas weer aan. De Duitser komt mij weer voorbij. Hij heeft blijkbaar de juiste kleding aan, want hij hoeft niets uit of aan te trekken. Als ik mijn rugzak weer opgooi en weer de gang er in zet, kom ik hem alweer gauw tegen. We lopen nog een tijd achter elkaar aan. We praten nog wat met elkaar. Maar dan zeg ik “Tot later!” We zullen elkaar vast nog wel eens tegen komen op de Jura Crest. Het pad begint inmiddels meer op een rivier met modder te lijken. Het wordt steeds lastiger om te bepalen waar je de volgende stap moet zetten. Ik krijg zin in mijn broodje. Kilometers lang is er niets om te schuilen en ik heb een fatsoenlijke lunchplek inmiddels opgegeven. Ik zie een boompje en ga er onder zitten. De druppels vallen net zo hard hier op deze plek, maar ik ga toch mijn lunch proberen. Ik haal mijn belegde broodje met salami uit mijn rugzak. Ik eet het maar half op want het brood wordt nat en dat eet niet zo lekker. Niet zo relaxed allemaal. Ik sta weer op en zie net de Duitser weer uit het bos op het pad verschijnen. Ik blijf hem nog net voor. Een half uurtje verder staan er dan toch wat verlaten gebouwen. Bij een Guesthouse is het achterhek is dicht. Ik wil het even checken. Ik zie alleen maar gesloten luiken. Wel bevindt er aan de voorkant een afdakje waar ik kan schuilen. Ik eet het restant van mijn broodje op. De Zwister uit Aarau komt er even later ook aan gelopen. Hij is op precies hetzelfde idee gekomen. Hier kunnen we droog lunchen. Hij checkt of er niet toevallig een luik open kan om helemaal naar binnen te komen. Dat vind ik iets te veel op inbreken lijken. De luiken blijken gelukkig goed dicht te zitten. Hij wil soep koken met zijn brandertje, hij heeft goed voor zich zelf gezorgd. Ik ga er na mijn lunch weer vandoor en laat hem achter terwijl hij lekker aan het koken is. Het pad is echt een modderpoel. Het wordt moeilijker om niet uit te glijden of diep weg te zakken in het water. Mijn handen voelen weer opnieuw koud aan. Door het stilzitten bij de Guesthouse ben ik weer afgekoeld.
.
Ik ga er dus weer even flink de gang inzetten om weer warm te worden. Ik zie ik een grote televisie toren in de mist voor mij verschinjen. Het doet een beetje spookachtig aan. Het is dan ook zo weer verdwenen en dan is het er weer. Er zijn een paar mensen bij deze tv-toren. Ik zie iemand proberen een luik open te maken om naar binnen te komen. Het lijkt wel de nationale inbreekdag vandaag. Het lukt ze ook niet, want ze komen al snel achter mij aan. Ik loop de toren onderdoor en merk nu pas hoe groot deze is. Als het goed is moet er zich een hotel achter deze toren bevinden. Na nog wat geklauter over rotsen zie ik een groot wit gebouw bij een parkeer terrein verschijnen. Daar kan mijn eindelijk mijn regenkleren uitdoen. Het heeft de hele dag non-stop geregend. Er is een automatische poetsmachine voor mijn schoenen, dus ik kan weer schoon naar binnen bj Hotel Chasseral. Na de koffie en een bier in het hotel wil ik mijn slaapadres contacten. Eurotrek heeft op de formulieren vermeld dat ik afgehaald kan worden. Bij het telefoon nummer wat ik bel hoor ik een krakende oudere vrouw op de lijn. Ik zeg in mijn beste Duits dat ik gearriveerd ben bij hotel Chasseral. De vrouw is kortaf en zegt dat het te slecht weer is om mij af te halen en dat ik zelf maar met de publieke bus naar het dorp moet komen. De verbinding wordt vervolgens verbroken. Ik ben een beetje verbaasd maar ik denk dat ik het later nog maar een keer moet proberen. In de papieren lees nu heel duidelijk dat ik moeten bellen met de hotel eigenaar. Ik kom er achter dat ik naast een bijna levende jukebox zit. De viermans formatie met harpist en saxofonst komt tot leven als er iemand in de machine naast mij wat geld gooit. De aanwezige kinderen reageren er leuk op. Na de voorstelling bel ik opnieuw en is het allemaal snel geregeld. Na 20 minuten komt een oude corpulente man het hotel binnen gestrompeld. Hij is de hotelier en mijn taxi. Hij vraagt of ik verder niet bang ben. Ik begrijp meteen dat hij bedoelt: “Niet bang voor Corona” Bij een taxirit zouden wij volgens de geldende regels beiden een mondkapje op moeten zetten in de auto. Ik zeg dat ik niet weet of hij er bang voor is. Hij reageert met “When it’s my time, it is my time” Zonder iets van een mondkapje op onze kin rijden we de Col de Chasseral af. Ik ben wat riillerig na de natte tocht van vandaag. Hij belooft mij een hete douche beneden in het dorpje Nods in zijn hotel du Cheval Blanc. Ik moet helaas genoegen nemen met iets zonder dat hete dan. Schoon wordt ik er wel van. Ik zie in de hal van het hotel wat wandelschoenen staan, ik ben hier dus niet alleen. De twee andere wandelaars hebben zelf wat gekocht in het winkeltje van het dorp en hoeven niet meer te eten vanavond. Ik voel mij dus een beetje als Miss Daisy als ik naar het volgende dorp wordt gereden voor mijn avondeten. Bij een camping staat een restaurant waar ik samen met de strompelende hotelier binnenkom. Iedereen kijkt ons een beetje aan. Maar de barmedewerkers kennen de oude man en verwachten mijn komst. Het tafeltje staat al klaar voor mij opgedekt. De Zwisters lijken wel nors, maar groeten elkaar met omhelsing ondanks de Corona. Na een gezellig praatje gaat hij er weer vandoor en laat mij verder alleen. Een enkele wijn gaat hier per kwart liter, dus ik ben even bezig met mijn eten en mijn 2de wijntje. Maar als alles van kant is kan ik mijn taxi weer bellen. Ditmaal staat zijn vrouw met de auto voor Miss Daisy klaar. Ik krijg weer dezelfde vraag: “Ben je niet bang?” We rijden weer zonder mondkapjes terug naar het hotel. Sinds vandaag zit ik nu in het Frans sprekende gedeelte van Zwitserland. Ik probeer mij in het Frans dan ook verstaanbaar te maken. Er komen bij mij ook Spaanse en Duiste woorden per ongeluk uit mijn mond. Ik gooi alles door elkaar. Op mijn hotelkamer scroll ik nog even op mijn telefoon. Het aantal besmettingen wereldwijd neem ik weer eens door in de Corona statistieken. In Zwitserland en Nederland blijft het wat stabiel deze dagen. Wel heeft Belgie code Oranje voor Zwitserland uitgeroepen. Mocht Nederland hetzelfde doen, dan zou dit betekenen dat Marga alsnog gaat afzien om naar Zwitserland te komen. Dan moet ik de Jura Crest verder alleen afmaken, dus het blijft spannend met het Corona nieuws. Ik heb naast mijn eigen leesboeken ook nog eens keuze uit de Bijbel die op mijn hotelkamer ligt. Ik hoef mij geen moment te vervelen vanavond.
Geschreven: 4 oktober 2020
Maandag 31 augustus 2020
Chasseral - Vue des Alpes 20.0 km
JURA CREST TRAIL
De 2 Duitse wandelaars uit Stuttgart van het hotel doen ook de Juracrest trail met de Eurotrek organisatie. Ik heb het tweetal ook al bij het hotel in Biel/Bienne gezien. Maar nu bij het ontbijt stellen we ons aan elkaar
voor. Het stel heet Jochem en Ires. Ze hebben door het slechte weer gisteren lekker de bus genomen. Als we buiten staan hebben we er een lekker zonnetje bij. Dat zijn we lange tijd niet meer gewend. Vanaf hier hebben we zicht op de tv-toren boven op de berg.
De eigenaar van het hotel brengt ons in zijn auto weer naar hotel Chasseral. Of dit ook Corona-proof is? Hij zegt dat hij zijn hotel wel wil verkopen aan zijn nicht. Maar die is door het Corona virus minder enthousiast geworden voor overname. Met zijn 67ste
jaar moet hij nog even doorgaan samen met zijn vrouw. De Duisters hebben gisteren de toren gemist en gaan daar eerst nog even kijken. Ik kan meteen beginnen met de afdaling. Ik kom al gauw kom bij een refuge, maar vind het nog te vroeg voor koffie. Het is
een klein risico want ik weet op dit moment niet hoe lang het nog duurt voor de volgende horeca. Met een goed humeur loop ik weer verder. Het bos waar ik loop is mooi groen met ook veel mos op de bomen, het maakt een soort sprookjesland. Ik hoor een
kraai kraaien langs de helling. Ik ben heel optimistisch, maar niet helemaal goed geconcentreerd. Eerst verstap ik mij bijna op een grote kei. Dan stap ik zonder goed te kijken op een iets aflopende houten brug. Hier zit een klein groen laagje alg op, die
heel glibberig is. Mijn eerste voet op de brug glijdt door en ik ga in bijna spagaat de brug over. Ik ben weer bij de les. Ik moet in mijn hoofd niet te veel bezig zijn met nieuwe Camino wandelbestemmingen die ik nog wil doen. Ik kan beter mijn volle concentratie
houden hier op de Jura Crest vandaag. Ik kom op de trail weer een aantal afgezaagde bomen tegen. Er staat met een opgespannen doek dat het verboden is hier verder te wandelen. Ik denk dat het bosbeheer hier bezig is om dit stuk woud van zieke bomen te ontdoen.
Ik kan eigenlijk geen kilometers om gaan lopen, dus ik stap maar onder het lint door. Ik ben met het fenomeen bekend: het over gevallen bomen klimmen op een pad. Ik kan behendig en snel wat onder en bovendoor bomen springen. Ik kan nog niet zien hoe lang het
gaat duren, maar er moet ook ergens een einde aan zitten. Na 500 meter zie ik weer een lint gespannen over het pad. Ik wurm mij er weer onder door en ik kan weer over een pad zonder versperrende bomen wandelen. Het bos is hier wat meer open en ik loop lekker
in het zonnetje het dorpje La Pâquier binnen. Er zijn wat boeren aan het werk en ze zien mij aan de deur trekken van het plaatselijke café. Ik moet onverrichte
zaken verder. Ik loop even over de asfaltweg. Ik loop een man voorbij die met een blazer de bladeren van de weg blaast. Hij hoeft zich geen zorgen te maken over het kwijtraken van zijn baan in deze Corona tijd. Bladeren genoeg in deze bosrijke omgeving! Op
een straat met boerderijen zie ik twee bedrijven met hun mesthoop voor in de tuin. Je zou dit liever in de achtertuin willen hebben, maar dat gaat hier moeilijk. Het erf loopt achter het huis snel schuin omhoog en er is dus hier geen paats voor. Ik kan mij
een levenslange voortuin met koeienstront niet voorstellen. Het 2de huis met een mesthoop heeft ook nog eens een vervelend blaffende hond die op mij afkomt. Ik moet hem bijna weg slaan met mijn wandelstokken. Ik zie vele zwaluwen die hier op oude elektrische
draden langs de weg zitten en rond de boerderijen vliegen. Geheel boven in de lucht hangt nog eens een arend. Ik loop het weiland op en blijf zo lang mogelijk in de zon lopen. In het bos onder de bomen voelt het nog steeds fris aan. In het donkere bos denk
ik aan Carlos, mijn oude huisgenoot. Op één of andere, manier lijken de bomen die hier al heel lang staan mij iets te zeggen. Ze stralen levenswijsheid uit. Ik moet de ruzie uitpraten en het begin
is bij mijzelf. Ik bedenk dat ik dat inderdaad maar eens moet proberen. Wellicht een gunstig tijdstip afwachten maar niet meer te lang wachten. Ik hoop dit inzicht nog steeds in Nederland te hebben en het ook daadwerkelijk ten uitvoer te brengen. Een jarenlange
vriendschap moet toch te repareren zijn? We gaan het zien. Ik zie een wandelaar voor mij lopen. Hij staat even stil iets met zijn bagage te doen. Ik denk dat het misschien de Zwitser is. Als ik nog dichterbij ben, herken ik zijn rugzak. We zijn al niet meer
verbaasd dat we elkaar tegen komen op het pad. Bij de eerste refuge vanmorgen heeft hij geslapen vannacht. Ik ga hem weer voorbij en ik vind het alweer tijd voor de volgende pauze.
.
Ik zie bij een asfaltweg links van mij wat huizen staan. Ook één met een vlag. Welicht is hier wat te krijgen. Ik hoor later een brul van achter mij komen. Ik zie de Zwister zwaaien met zijn stokken en maant mij terug. Hij denkt dat ik verkeerd ben. Nu ken ik de rooksignalen niet op afstand en ik zwaai maar wat met mijn stokken in de hoop dat ik duidelijk kan maken dat ik weet dat ik hier niet meer op het pad zit. Even later loop ik alweer achter hem aan en nu blijven we dat langere tijd doen. We lopen langs een oude boerderij. Ze zijn bezig met een nieuwe schuur aan het bouwen aan de overkant van het pad. De werklui houden nu net middagpauze. Ik zeg tegen Stefen, ik weet nu eindelijk zijn naam, dat wij misschien hier ook mooi kunnen lunchen. Hij loopt liever verder het bos weer in, maar ik wijs hem op het muurtje waarop we kunnen zitten. Mocht de boer komen klagen dan gaan we wel weg. Ik zie er geen probleem in. Hij stalt zijn brander dan ook maar op het muurtje. Er moet een pasta worden bereidt. We zien vanaf deze plek de tv-toren weer boven de bergen uitsteken. We nemen ook een kijkje in de oude stal en zien daar konijnen hamsters en bijzondere kippen. De boerin roept met een apart geluid de kippen in de tuin. We horen iets uit haar mond komen van: kudikudikudi kudu, echt een heel aparte roep naar aandacht. We horen een aantal keren precies dezeldfde roep. Na mijn broodje ga ik verder niet op de pasta van Stefen wachten. Ik ga er weer vandoor en doe het laatste stuk vandaag alleen. Net voor Col de la Vue des Alpes zijn er wat huizen. Ik volg de asfalt weg net iets te lang want er zijn geen gele wandelbordjes van de Jura Crest meer. Ik loop terug naar het laatste bordje door mij gezien, toch weer even een kleine kilometer terug. Daar zie ik dat ik net even de verkeerde hoek heb gekozen. Ik had net iets meer naar rechts het veld in gemoeten, dus niet langer het asfalt. Dan sta ik al gauw voor de ingang van hotel Vue des Alpes. Ik heb alleen geen zicht op de Alpen, wel op mist. In het hotel hangen een aantal dode hertenkoppen aan de muur. Tot op heden heb ik hier in Zwitserland geen in het wild levende exemplaren mogen bewonderen. Op mijn hotelkamer kan ik mij weer wat voorbereiden op mijn tocht van morgen. Ik lees nog wat in mijn boek en tuur toch weer geruime tijd op mijn I-phone om de honger naar Corona nieuws te stillen. Na het eten doe ik nog weer even een facetime moment met John. De avond is weer snel voorbij.
Geschreven 6 oktober 2020
Dinsdag 1 september 2020
Vues des Alpes – Noiraigue 22.0 km
JURA CREST TRAIL
Voor het hotel waar ik verblijf, bevindt zich een groot bijna leeg parkeerterrein. Het enorme asfaltterrein zien jongelui als een mooi race-terrein voor hun bolides. De slippende banden hebben mij in ieder geval lang wakker gehouden. Het uitgaansleven is ook in Zwitserland al een tijd niet mogelijk. Straatraces lijken een alternatief voor jonge mannen die hun ei niet meer kwijt kunnen. Nu vanmorgen vroeg is het heel rustig in het hotel. Voordat andere hotelgasten van hun kamer de trap van het hotel komen aflopen, ben ik de deur al uit. Op de parkeerplaats is het nu ook rustig. Aan de andere kant is al een klein barretje open. De mevrouw achter de counter vertelt wat voor broodjes ze allemaal verkoopt. Ik hoor een lange lijst met keuze mogelijkheden. Ik ga voor het broodje met Salami. Ik kan zo vandaag beginnen met mijn voettocht. Het is nog mistig, maar af en toe zie ik iets van een groen dal beneden liggen.
.
Voordat ik met een flinke beklimmming ga beginnen, zie ik een Guesthouse met uitgestalde terrasstoelen aan de voet van de berg liggen. Ik hoop dat ze koffie hebben. Ik loop naar binnen, maar er reageert niemand op mijn:”Hallo, hallo!” Ik hoor wel iemand bezig in de hal. Eerst zie ik het begin van een stok van een dweil verschijnen. De vloer wordt driftig onder handen genomen. Uiteindelijk komt de gehele stok in beeld, dan pas de gestalte van de persoon die aan het dweilen is, een jongeman met Arabische achtergrond. Hij heeft een mondkapje op en zegt dat er hier helaas geen koffie is. Dan begin ik toch maar zonder cafeïne aan de beklimming. Tijdens het lopen, open ik weer vele ijzeren poortjes in het veld. Boven en hoger op de berg is het weer behoorlijk mistig. Ik zie nog net een bok in de grijze massa staan. Het is mijn eerste wild deze vakantie. Als ik weer omkijk is hij alweer verdwenen in de mist. Ik kom op een plat stuk weiland met veel koeien. Ze houden mij allemaal in de gaten. Als ze uit de mist tevoorschijn komen, kijken ze mij allemaal stuk voor stuk met hun koeienogen aan. Hun kop draait mee met mijn beweging op het grassland. Ik wil van een koe een nog iets betere foto maken. Ik stap hiervoor iets achteruit. Ik voel een zachte ondergrond waar ik langzaam doorheen zak. Het is verse koeienstront en nu ruik ik het ook. In het natte gras kan ik de ergste smerigheid van mijn wandelschoenen afhalen.
.
Vandaag reist Marga naar Zwitserland, ook haar wandel avontuur tegemoet. Deze tijd zal ze ergens hier boven de mist over vliegen. Wellicht neemt zij het mooie weer mee. Bij een oude refuge heb ik betere hoop op koffie. De deur is in ieder geval open en ik loop het donkere café naar binnen en roep hier ook: “Hallo, hallo!” Het duurt even maar daar komt iemand aan gelopen die mij kan helpen. Deze morgen voelt het wat fris aan en hij gooit wat hout in de kachel en steekt deze aan. Hij is een taart aan het bakken. De taart die nu voor mij staat, zie ik wel zitten voor bij de koffie. Helaas is deze op dit moment nog niet klaar. Het blijft dus alleen bij koffie. Weer op pad kom ik 3 meiden tegen. Ik zeg “Ça va bien?” Ze zijn druk bezig met wandelkaartjes en aan het overleggen hoe, waar en wat te wandelen. Ze lijken verdwaald. Maar het antwoord luidt: “Ça va bien!” Ik loop naar een uitstekende rots op een plateau met een ijzeren hek en informatiebord. Er staat aangeduidt wat er allemaal vanaf hier zichtbaar zou kunnen zijn. Vele Alpentoppen met een aantal stadjes en dorpen zijn er ook op getekend. Ik zie alleen dichte mist. Eén grijze massa. Ik hoor wandelaars op korte afstand pratend voorbij lopen. Ik zie ze door de mist niet. Ze nemen ook geen moeite om het plateau op te komen. Er verschijnen later wat blauwe openingen in het wolkendek. Ik hoor nu ook vele kleine propeller vliegtuigjes door de kloof vliegen. Bij elkaar best wel een lawaai, het lijkt gedaan met de rust vanmiddag. Bij een afgrond met zicht naar beneden neem ik even een korte break. Er komen net twee wandelaars aan, die eigenlijk ook wel even van het uitzicht willen genieten, maar ze lopen al snel door. Ze lijken niet veel haast te hebben. Ik zie ze steeds voor me lopen. Dan lijken ze geheel stil te staan. Ze hebben een aantal bokjes van dichtbij gespot en staan deze nu te bewonderen. Ik wil ze ook van dichtbij zien, maar ze springen weg als ik van het pad af ga en iets naar beneden afdaal. Ik wandel verder helemaal naar beneden naar het dorpje Noiraigue, het eindpunt voor vandaag. Ik ben best wel moe en wil eerst nog even op een muurtje wat rusten. Een vrachtauto komt aan rijden en wil keren. Hierbij maakt hij een piepend geluid ter waarschuwing voor de omgangers. Het duurt even voordat ik door heb dat de chauffeur wil dat ik van het muurtje af moet komen. Ik wandel het laatste stukje maar meteen door naar het stationnetje. Ik vraag een jonge Frans sprekende touriste mij even te helpen met de kaartenautomaat. Haar trein komt pas om zeven uur vanavond. Voor haar nog 4 uur wachten. Mijn trein moet er zo aan komen. Bij de eerst aankomende trein vraag ik een donkere man met mondkapje nog maar even of deze trein naar Couvet gaat. Met mijn mondkapje zit ik even later in de trein naar buiten te kijken. Ik zie een mooi landschap langs het riviertje de Areuse voorbij komen. De derde halte is mijn eindstation. Achter het station volg ik dezelfde rivier nog even. Als ik deze met een brug oversteek is er een bakkerij met terras aan de waterkant in de zon. Het ziet er zeer uitnodigend uit. Ik kan het niet weerstaan en neem er eerst koffie en dan een biertje. Na de eerste slok vliegt er een wesp mijn drankje in. Ik probeer hem er uit te vissen, maar de serveerster gooit mijn biertje weg, zo de gootsteen in. Ik krijg een nieuwe van haar. Vanaf nu leg ik steeds na ieder slokje een viltje op mijn glas, want er zijn hier best wel veel wespen die mee willen genieten van de alcohol. Bij het hotel vind ik mijn bagage al op mijn kamer en hoef ik deze niet meer naar boven te slepen. Dat is nog eens service. Als ik aan het douchen ben, voel ik iets op mijn rug. Ik zie in de spiegel dat ik twee horizontale krassen op mijn rug ter hoogte van de bovenkant van mijn heup. Dit moet zijn gekomen tijdens het wandelen de afgelopen dagen. Ik vraag mij af hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ligt dit aan mijn rugzak of mijn kleding? Ik heb echt geen idee. Ik moet morgen dan maar mijn andere broek aantrekken, of mijn rugzak meer vast maken om mijn heup? De voorband heb ik tot nu toe steeds los gelaten. Wellicht is dat de oorzaak. Ik wil nog even boodschappen doen in het dorp. Bij de bakkerij waar ik al eerder was, check ik nog even hoe laat ze morgen open zijn. Dit is al om vijf uur, dus voor vers brood kan ik beter tot morgen wachten. Ik moet nog even terug naar het hotel om mijn mondkapje op te halen. In winkels is het hier verplicht. Bij de Coop kan ik dan naar binnen. Met een half mandje vol sta ik daar later bij de kassa. Het fruit had ik zelf moeten wegen. Ik moet dus even terug naar de Groente en Fruit Afdeling. Het werkt daar met nummers. Peren zijn nr 6 en Bananen nr 2 op het weegapparaat. Ik wil terug naar de kassa maar daar staat opeens een rij van 10 man voor. Ik moet netjes achter aansluiten.Ik blijf rustig, het is vakantie. De rest van de middag ga ik lekker in de achtertuin van het hotel in de zon zitten lezen met een wijntje. Ik kan later binnen aan een tafeltje aanschuiven in het restaurant van het hotel. Twee Duitse wandelaars willen naast mij komen zitten, maar dat mag niet volgens de Corona maatregelen. Het moet hier ook wel allemaal op minimaal 2 meter afstand van elkaar. Echt gezelliger is het er niet op geworden in de Corona tijd. Ik heb inmiddels begrepen dat Marga veilig en wel is aangekomen in Geneve en vandaag zich prima heeft kunnen vermaken in de stad.
Geschreven: 20 oktober 2020
Woensdag 2 september 2020
Noiraigue - St Croix 32.0 km
JURA CREST TRAIL
Ik heb een lange tocht te gaan vandaag. Volgens het wandelboekje is het 9 uur en 40 minuten bij elkaar, de langste van deze vakantie. Ik ben vanmorgen dan ook vroeg op pad. Marga hoeft dan hopelijk niet lang op mij te wachten als zij later vandaag in Sainte-Croix aansluit. Het ontbijt kan vandaag al vanaf half zeven in het hotel en deze tijd sta ik dan ook al gedoucht en al beneden. Ik kan mijn gebakken eitje bestellen en de rest van mijn ontbijt bij het buffet halen. Vele ontbijtdingetjes zijn ingesealed met folie. De Corona is niet zo goed voor het milieu met al dat extra verpakkingsmateriaal. Het keukenpersoneel heeft er in ieder geval geen minder werk door gekregen. Ik heb na het ontbijt nog tijd om langs de bakkerij te gaan om een belegd broodje te kopen voor de lunch. Ik ben ruim op tijd voor de trein weer terug naar Noiraigue van even voor half acht. In de trein zie ik veel schooljeugd zitten en ook door de trein lopen. Ik zie ook een jongen die duidelijk moeite heeft met het dragen van een mondkapje. Deze hangt bij hem helemaal op zijn kin. Ik ben benieuwd of hij denkt dat het zo ook effectief kan zijn. Al voor acht uur stap ik de trein uit en kan ik beginnen met de wandeling van vandaag. Ik zie rechts van het pad allemaal betonnen blokken liggen. Het lijkt iets van een kerkhof zo half in het bos. Het lijkt ook iets van een muur. Maar wat het precies is? Al snel loop ik weer door dicht bos. Ik zie op het pad al meteen een bok lopen. Hij springt niet zo maar weg. Ik kan hem tot dichtbij naderen. Dit had ik gister niet zo mooi als nu. Bij het klimmen naar boven lijkt de mist wat meer op te lossen. Ik zie wat stukjes blauw aan de hemel verschijnen. Nu weet ik ook dat ik vandaag een heel mooi traject heb om te wandelen. De Jura Crest Trail verkooptechnieken komen bijna altijd met foto’s van het gebied waar ik nu vandaag door heen wandel. Als het mistig zou zijn, zou dat een beetje jammer zijn. Het wolkendek beweegt wat naar beneden het dal in en dan weer omhoog. Het blijft spannend vandaag. Ik mag dan wel misschien geen uitzicht hebben vandaag, ik zie wel net naast mij een eekhoorn ongestoord op een tak zitten knagen aan een noot. Ongestoord? Nou ja, voor hoe lang het duurt, een seconde of twee. Ik kom steeds hoger op de berg en verwacht elk moment iets van een krater te zien. Ik loop ineens ook in de zon, die heel prettig aanvoelt. Ik loop langs een lange muur en ben inmiddels bij de canyon. De muur is om wandelaars veilig van de kraterrand te houden. Ik ben zoals altijd best nieuwschierig hoe het uitzicht is meer naar de rand toe. Ik blijf lopen op het wandelpad en volg de G5 Jura Crest Trail aanwijzingen. Er is een opening in de muur en daar moet ik door heen. Ik kom een gespannen rood/witte lint tegen. Het wordt ontraden om hier verder het pad te volgen. Ik kom iets van een kartonnen bord tegen met wat tekeningen van wat je hier allemaal niet mag doen. Bij 9 tekeningen staan er 9 rode strepen door getekend. Ik kruip snel onder het lint door en blijf op het pad lopen en volg gewoon de aanwijzingen van de G5 Jura Crest. Ik laat me er hier niet van afjagen. Op een platte rotsplaat kan ik even zitten om mijn veters wat beter op mijn schoenen te binden. Het uitzicht is hier geweldig. De mist lijkt hier verdwenen en ik kijk ver Zwitserland in. Ik loop verder en het pad komt nu wel heel dicht bij de kraterrand. Ik zie verse voetstappen dus ik ben niet de uitzondering die dit waagt. Ik laat mij verder niet afleiden door borden of linten. Misschien is het pad toch wel een beetje gevaarlijk? Ik klim weer onder een volgend rood/wit lintje door. Verderop nog steeds langs de afgrond staat een man met zijn grote camera wat foto’s en film te schieten van het panarama hier. Ik vraag of hij misschien met mijn telefoon ook een plaatje kan schieten van mij. Ik stap weer door een opening van het muurtje en kom in een wat veiliger gebied. Hier lopen ook weer koeien vrij rond. Nu is het ondertussen wel tijd voor koffie. Bij de refuge binnen is een vrouw bezig een taart te vullen met kersen. Deze smaak wil ik ook wel, maar die heeft ze vandaag niet. Ik heb een déjà vu met gister, maar nu kan ik wel een ander taartje met chocola kiezen. Ik ga lekker buiten in de zon zitten om hier van te genieten. Een wandelaar komt er aangelopen met zijn eigen gemaakte houten wandelstok. Hij heeft ook zijn eigen koffie meegenomen. Zo stel ik mij de echte Zwitserse Alpenwandelaar voor. Dan richt hij zich tot mij en vraagt met beklemmende stem: “Ik ben nieuwschierig naar je beweegredenen waarom je het pad langs de canyon hebt gekozen?” Zijn vraag doet mij verbazen. Blijkbaar heeft hij mij daar gezien. Ik moet even iets bedenken als excuus. Ik denk nog iets van van: “Ik kick op adrenaline!” Maar mijn antwoord wordt: “Ik volg gewoon de G5 Jura Crest” Het klinkt niet erg overtuigend, maar daar moet de man het mee doen. Hij kijkt mij nog steeds indringend aan en zegt: “Nicht gut für die Planzen”. Ik weet toch zeker dat ik op geen enkel plantje heb getrapt. Ik probeer nog steeds rustig van mijn koffie en gebakje te genieten. Maar ik voel me toch enigzins bezwaard en ongemakkelijk. Als ik er vandoor ga zeg ik tegen de man opgewekt: “Ich wünsche dir noch een schönes Tag!” Hij kijkt mij wat vreemd aan maar zegt verder niets meer. Het galmt nog lang na in mijn hoofd: “für die Planzen!” Ik ben alweer een uurtje verder als ik mijn lunch wil nuttigen. Ik zoek naar een goede picknick plek. Ik zie een grote en verlaten boerderij iets verwijderd van het pad. In de achtertuin staan houten tafels en stoelen, mooi om op te zitten. Alle luiken zijn dicht dus ik kan er van op aan dat er niemand is. Ik doe het toch maar niet en loop verder. Anders doe ik vandaag alweer iets wat niet mag. Weer een stuk verder loop ik bijna tegen schrikkeldraad op. Ik denk dat het pad hier afbuigt met een bocht naar links. Als ik een half uur later hier weer sta, zie ik dat ik op dit punt het aanwijsteken op de boom verderop gemist heb. Ik had ondanks het schrikkeldraad hier gewoon rechtdoor gemoeten. De wandeltocht was toch eigenlijk al lang genoeg vandaag. Ik wordt moe en moet nu echt pauzeren. Als ik dan een paar stenen uitzoek voor mijn picknick vandaag, zie ik dat ik bijna op een wespennest ben gaan zitten. Ik zie steeds meer wespen verschijnen en ik moet wegvluchten nog voordat ik gestoken wordt. Dan ga ik maar zitten langs een asfaltweg waar ik gebruik kan maken van een muurtje. Er rijdt dan wel af en toe een auto aan mij voorbij, het is hier toch niet de ideale wandelwereld.
.
Ik zie verderop het pad twee wielrenners relaxed zitten op een boomstam. Hierdoor wil ik ook weer pauzeren, dan nog maar nog maar stop inlassen. Ik vind een plek waar ik mooi naar de boeren kan kijken die in het weiland aan het werk zijn. Ik zie twee wandelaars die met elkaar overleggen hoe ze verder moeten wandelen. Ze kiezen een andere route dan mij want ze komen niet aan mij voorbij. Tijdens dit soort pauzes maak ik vaak gebruik van mijn flesje water wat ik altijd naast de waterzak mee draag op een wandeldag. Het is mijn noodwater voor het geval mijn waterzak opeens helemaal leeg lekt. Als ik net zoals nu al ver gevorderd ben met de wandeling en het eindpunt van die dag nadert, dan kan ik ook even mijn handen ermee wassen. Ik heb ook wel eens zin om het flesje flink achterover te slaan. Een paar flinke slokken is toch weer anders dan telkens van die mini slokjes uit de waterzak. Het bevredigt in ieder geval op dat moment mijn dorst. Ik wandel nog wat verder en laat mijn gedachten weer eens gaan over het plan wat ik samen met John heb opgevat :een B&B te beginnen in Spanje. Ik zie verder geen gronden meer om het niet te doen, dus ik neem hier dan mijn besluit: we doen het! Is het echt zo simpel als dit? Wat natuur al niet met je kan doen. Ik heb de gehele dag flink geklommen en zo nu aan het einde van de dag komt de top van vandaag in zicht: Le Chasseron. Ik krijg nu zicht op 3 meren tegelijk: Het Meer van Biel, Neuchatel en Genève. Helemaal boven op de top staat een hoog zwart Ijzeren driehoek ten teken dat je ook echt de top hebt bereikt. De Zwitser die ik al vele malen ben tegen gekomen op de Jura Crest zie ik daar ook staan. Een oudere vrouw komt in haar eentje er ook aan gewandeld. Ze wil dit gedenkwaardige moment op de foto vastleggen. Daar kunnen we haar natuurlijk bij helpen. Op haar beurt kan ze dan wat terug doen. Er is een mooi café op de top met uitzicht. Door de harde wind is het te fris om buiten te zitten, dus Ik doe het even binnen. De Zwitser loopt niet zo heel snel en ik heb hem weer snel ingehaald. Hij vertelt dat hij helaas zijn tocht moet afbreken. Hij heeft last van zijn voet en zijn kies en door werkperikelen moet hij afzien van een vervolg op zijn wandelavontuur. Morgen gaat hij naar huis. Ik wandel samen met hem het laatste stuk naar beneden het dorpje St Croix in. Ik zie hem wat strompelen en hij heeft pijn. Opeens staat het hôtel de France links onder van ons, bijna voor onze neus. Ik heb inmiddels begrepen dat Marga is gearriveerd. Ik vind haar op onze kamer. Waarschijnlijk heeft ze iets verkeerd gegeten in Genève, want ze heeft last van diarree. Dus ik wordt verwelkomd door een oase aan geur. Is het nu de geur van een luchtverfrisser wat ik ruik op de kamer of is het iets anders? Op onze samenkomst hier in Zwitserland moet natuurlijk gedronken worden, dus we gaan voor een wijntje op het terras voor het hotel. We hebben de receptionist allebei gevraagd waar de ander is, maar nu kunnen wij hem melden dat wij elkaar gevonden hebben. We willen onze avondmaaltijd eigenlijk ergens anders dan in ons eigen hotel, maar de keuze in St Croix is wat beperkt. We zitten dus die avond met zijn tweeën gewoon aan tafel in het restaurant bij ons in het hotel. Het eten is wel simpel maar we hebben toch niets te klagen. De tafels staan ver uit elkaar van elkaar, dus het besmettingsgevaar is vanavond nihiel. Mij was het al opgevallen dat Zwitserland en de Zwitsers het toch niet zo nauw nemen met de Corona maatregelen. In Genève was volgens Marga ook al een laconieke houding. Vanavond bereiden we ons een beetje voor op de wandeling van morgen. Ik zorg weer dat ik de juiste wandelkaartjes bij me heb voor morgen. Marga is ook haar tas al een beetje aan het inpakken. Ze heeft wel weer ruzie met haar wandelstokken. Het hotel vinden we ook wat simpel. De gordijnen, de bedden, het behang, het is niet echt meer van deze tijd. Maar als het licht uitgaat maakt het allemaal niet zoveel meer uit.
Geschreven: 21 oktober 2020
Donderdag 3 september 2020
St-Croix –Vallorbe 25.0 km
JURA CREST TRAIL
Met Marga
We zijn nu met zijn tweeën vandaag op de hotelkamer en moeten om de beurt douchen. Na Marga haar beurt zie ik haar fanatiek de tassen inpakken. Haar wandelavontuur gaat nu serieus beginnen. Bij het ontbijt komt de assistente
met een volle trolley ook aan onze eettafel voorbij en vraagt wat wij allemaal hier van willen hebben. We hoeven onze stoelen niet meer af, alleen nog maar voor het koffie/thee apparaat. Ze komt nog een 2e keer voorbij rijden met haar karretje en weer met
een vrolijke glimlach. We kunnen onze baggage laten staan bij de receptie. Ik heb meer overbodige kleding mee genomen dan Marga. Mijn rugzak is duidelijk groter en zwaarder. Het valt zeker op als we ze naast elkaar zetten. Bij onze dagrugzak van vandaag geldt
eigenlijk hetzelfde. We zetten ze ook even naast elkaar voor de foto. We willen nog even langs de Coop voor wat fruit en yoghurt. Dan nog langs de bakker voor een broodje. Wij weten nu even niet of ons mondkapje nu wel opgezet moet worden of niet. Bij de Coop
moet het wel en bij de bakker hoeft het dan weer niet. Dan kunnen we op pad. Marga had nogal last van diarree gisteren, dus ik ben wat angstig voor onderweg. Al na een kwartier wil Marga wild poepen. Nu is er veel natuur in de buurt en er is altijd wel ergens
een prive WC te maken in de nabije omgeving. Marga komt even later opgelucht weer aanlopen, we kunnen weer verder. Onze eerste koffie tent is midden in de bergen. We kunnen lekker buiten zitten. Ik bestel binnen wat koeken bij de koffie. Hier heb je dan wel
een goed mes nodig om er een hap van af te snijden of te hakken. Ze hebben waarschijnlijk al enige tijd in de verpakking gelegen. Vanaf ons terras zie we op de berg twee betonnen bunkers. Het heeft iets weg van Duitse 2e Wereldoorlog bunkers. Ook zien wij
blokken beton die achter elkaar gemetseld zijn als een soort muur. Waar ze nu precies voor zijn weten we niet. We zullen het even gaan opzoeken vanavond. Een oude man die voorbij loopt, vraagt waar wij heen wandelen. Ik houd het op Nyon, maar laten we eerst
de heuvel proberen die nu voor ons ligt. We beginnen aan een flinke beklimming die ons goed in beweging zet.
.
Voor Marga is het op haar eerste dag nog even wennen al dat geklim. Ik wil als extraatje nog even helemaal naar de top, voordat we door lopen. Er staat weer zo’n zwart ijzeren driekhoek.
Ik zie nog een aantal wandelaars die daar naar toe onderweg zijn. Het kan niet meer dan 10 minuten lopen zijn. Net als ik die kant op ga, komt een horde koeien als dolle stieren naar beneden gerend van de stijle heuvel. Ik moet mij goed positioneren om niet
vertrapt te worden midden tussen de beesten. Ze komen net langs mij heen dus het gaat net allemaal goed. Gelukkig is er geen diepe afgrond waar ze op afrennen. Het uitzicht op de top is eigenlijk niet heel anders dan waar Marga nu zit te wachten.
Ze is even verderop gaan zitten en zwaait naar me om aan te geven dat ze verplaatst is. Ik ga weer snel naar haar terug. Aan de andere kant van de berg is al weer een koffie tent. Het uitzicht is hier prachtig en de zon schijnt zo lekker, dat het zonde is
om door te lopen. We bestellen weer wat koffie. Een stukje verderop gaan we op een grote steen zitten om te lunchen. We hebben al weer trek. Ik mag van Marga geen “honger” zeggen, dat hebben ze in Afrika. Als ik de spullen uit mijn tas haal kom
ik er achter dat we de boodschappen in de Coop gewoon hebben laten liggen bij de kassa. We zijn er allebei van uit gegaan dat de ander het mee zou nemen. De samenwerking tussen ons moet nog wat groeien deze vakantie. Het broodje van de bakker zit wel in de
tas. Met mijn Swiss-knife kan ik deze in tweeën snijden. We komen niets te kort. Meer naar beneden komen we de gemetselde blokken weer tegen. Nu kunnen we er tussen gaan staan, ze zijn best wel groot. Verderop kunnen wij ook tussen de koeien gaan staan
die zich midden in het bos bevinden. Dat is weer eens wat anders dan in een weiland. In Ballaigues vragen we een meisje of er nog iets van horeca is in het dorp. Dat is er volgens haar wel, maar dan wel niet in de richting van ons einddoel van vandaag. Hebben
we deze extra meters over voor een leuk restaurant? We wagen de gok en gaan op zoek achter de kerk. We zien inderdaad het beloofde restaurant, maar het is helaas niet open vandaag. We gaan dan daar maar op een muurtje zitten, het is even niet anders. Ik heb
nog wat mussli-repen en nog wat restanten fruit van gisteren in mijn tas. Marga heeft een mooi groen plastic zakje wat ik wil gebruiken als afvakzakje. We gooien natuurlijk geen afval in de natuur. Nu had Marga andere plannen met dit mooie gekleurde zakje,
maar na nogmaals smeken van mij, staat ze het aan mij af. Ik kan hem later gevuld met rommel in de afvalbak gooien, hier op het parkeerterrein. Als we weer genoeg energie hebben gaan we weer verder. Voor Marga was de afstand leuk geweest vandaag, maar we moeten
nog even door naar Vallorbe. We steken een stuwdam over naar de andere kant van de rivier. Als we het bos uitkomen zien we al het kerkje van het dorp. Bij een oud huis haalt een meisje haar blaffende hond gelukkig naar binnen voordat wij daar arriveren. Ze
ziet ons twijfelen bij de kruising en schreeuwt luid naar ons dat we links naar beneden moeten. OK mooi, we gingen hier bijna verkeerd. Op een grote grasvlakte zien we een jongeman met een grasmaaier in de weer. Het is niet het kleinste grasveldje, dus ik
vraag me af hoe lang hij hier mee bezig zal zijn. Als bonus vandaag zien we nog een hertje midden in het graanveld staan. Bij een grote brug met mooie bogen, waar je onderdoor naar de overkant kan lopen, moeten wij nog gewoon rechtdoor. Bij de sluizen moeten
we wel de rivier over te steken naar het dorp. Een man wijst ons de weg naar het centrum en onze wijn. We moeten wel hiervoor alweer naar de andere kant van de rivier over de brug naar een Casino. Misschien is het niet helemaal de juiste vibe, maar de wijn
smaakt uitstekend na zoveel kilometers. Het hotel bevindt zich achter het station. Ondanks dat we een “Twin room” hebben geboekt blijkt er een “Double room” apart te zijn gehouden voor ons. Nu houden we veel van elkaar, maar na onze
gezamelijke vakantie in Macedonie weten we dat dit niet de juiste optie is voor ons. Marga zou geen oog dicht doen vannacht en dat wil ik haar niet aan doen. Ik keer terug naar de receptie en na wat aandringen krijgen we een andere kamer. Nu een apartement
met zelfs twee slaapkamers. Er staan stapelbedden en een twinbed. Ik mag vanavond op het riante bed. S’avonds moeten we nog flink lopen en kijken welke restaurantjes er zijn in het dorp. Het zijn eigenlijk allemaal pizzaria’s. We kiezen wat ons
de beste optie lijkt. Het zal niet veel uitmaken allemaal. Er zit een vrouw op het terras die nogal wat aandacht trekt. Ze blijkt verslaafd, ik hoop alleen aan alcohol. Een verpleger komt later naast haar zitten. De serveerster is er veel tijd en aandacht
aan kwijt. Als de vrouw onze kant op kijkt, kijken wij wat weg. We vragen de serveerster of ze iets kan vertellen over de bunkers en betonnen blokken op de bergen hier in Zwitserland. Ze kan ons niet aan een antwoord helpen. Als we wat gaan googlen vinden
wij het antwoord. Het zijn inderdaad Zwitserse bunkers van de 2e Wereldoorlog. Het diende als bescherming voor een mogelijk aanval van de Nazi’s met tanks. De blokken hebben als bijnaam: “Toblerone” omdat ze er zo ook uitzien. Als we later
vanavond in ons bed liggen kunnen we op onze telefoon nog even lekker scrollen en appen, op naar een nieuwe dag en weer een nieuw avontuur.
Geschreven : 24 oktober 2020
Vrijdag 4 september 2020
Vallorbe - Petra Croix L'Abbaye 14.0 km
JURA CREST TRAIL
Met Marga
We zien bij een ander tafeltje bij het ontbijt twee Zwitserse vrouwen uit Zurich zitten. Wij herkennen het tweetal van gisteren op de Jura Crest Trail. Ze zijn pas na de regen van de afgelopen
week gaan lopen en het is vandaag dan nu hun 2e wandeldag. Ze hiken nog door tot zondag. Vanaf de ontbijttafel kan ik zien hoe een uitcheckende klant bij de receptie een plant omstoot als hij opzij wil stappen. Er is wat commotie, maar er wordt ook gelachen.
De man maakt duizendmaal zijn excuses voor de troep die hij heeft gemaakt. Als wij langs de receptie lopen is de beheerder met stoffer en blik aan het vegen en probeert de plant weer op zijn plaats te zetten. Op onze kamer is Marga met een heel ritueel bezig
om haar tas in te pakken. Zo’n 2e dag heeft alles al een vaste plek in haar tas, daar kan ze dan lekker mee bezig zijn. Ik heb inmiddels al meer routine en kan alles 1, 2, 3 snel mijn rugzak ingooien. Als wij de tassen weer bij de receptie afgeven en
willen uitchecken, schopt de beheerder zelf per ongeluk dezelfde plant van daarnet weer om. Er kan weer geveegd worden. We lopen nog even langs de supermarkt. Deze keer vergeten we niet onze gekochte etenswaren mee te nemen. In het bos komen we al snel de
twee Zwitserse vrouwen weer tegen die daar wat water staan te drinken. Het gaat hier flink omhoog en ze zeggen dat ze hier even een eerste stop nodig hebben vandaag. Wij lopen nog even door. We zien een boer met zijn trekker en schudmachine bezig met het gras.
De komende dagen is er droog en zonnig weer voorspelt, dus een kans voor de boer om het gras droog van het land te halen. Wij gaan op een iets verhoogd plateau zitten en kunnen vanaf hier vele Alpen
toppen bekijken. We vragen ons af of hier ook de Mont Blanc bij zit. Nu komen de Zwitsers ons weer voorbij en nu kunnen we zeggen dat dit dan onze eerste stop is. Onderlangs komt een kudde koeien voorbij. We horen weer veel koeienbellen rinkelen. Achteraan
loopt de boer met zijn getrainde hond die driftig heen en weer rent en de koeien de juiste kant op stuurt. Het is een mooi schouwspel.
.
We gaan weer rustig verder en er komen hele stijle stukjes, zo stijl dat je niet begrijpt dat juist hier voor een wandelpad gekozen is. Het is even stapje voor stapje. Langzaam zien we uit het bos een tv-mast verschijnen, die op het hoogste punt van de berg staat. Daar komen we ook weer een zwarte ijzeren driehoek tegen. We kunnen er voor de foto met zijn tweeën onderstaan. Het bewijs is geleverd, we hebben de top gehaald. Bij een informatie tafel geeft één van de Zwitserse vrouwen Marga uitleg over wat er vanaf hier allemaal zichtbaar is. En dat is best wel veel. We hebben inderdaad ook zicht op de Mont Blanc. Ik zie ook de andere tv-toren weer van een aantal dagen geleden. We zien ook Lac de Joux voor ons in het dal liggen. Vanavond is ons hotel aan de oevers van dit meer. Het lijkt nog een heel stuk doorlopen en vooral afdalen. We eten er nog iets uit onze lunchzak. Aan andere kant van de berg zien we iets van een refuge met vlaggen. De koffie lonkt. Het is een groot restaurant waar we nog net een tafeltje in de zon kunnen vinden. Het is er ondanks de Corona best wel druk. Zo druk dat we tijdens het verplaatsen naar het toilet het mondkapje om moeten doen als we moeite hebben om de anderhalve meter afstand te waarborgen. Bij de afdaling komen we de Zwitsers weer tegen bij een bushokje. We zijn bij het punt “Petra Felix”. Er komen hier vele paden samen en er staan meerdere wandelborden. Ze staan ook best wel ver uit elkaar, dus alle informatie heb je niet zo maar even bij elkaar. Ik ben er eerst van overtuigd dat we het pad verderop moeten nemen naar beneden van de G5 af naar L’Abbaye. De Zwitsers vervolgen hun weg de andere kant op en nemen afscheid van ons voor in ieder geval voor vandaag. Wij kijken hier nog een aantal keren op onze wandelkaart om hier het juiste pad te kiezen naar onze overnachtingsplek. Hier geen overhaaste en misschien verkeerde beslissing. Uiteindelijk kiezen we toch dezelfde richting als de Zwitsers. Ze zijn wat verbaasd als we ze later inhalen, nu dan echt voor de laatste keer. Beneden bij het meer wandelen wij niet meer het dorpje Le Pont in. We kiezen het pad langs het water richting L’Abbaye. Bij een pizzeria aan de andere kant van de verkeersweg, kunnen we iets van een pasta eten. Met een wijntje erbij voelt het aan als luxe. Daarna zoeken we een plek om in het meer te zwemmen. Even verderop als we door wat struikgewas lopen, is er een soort van kiezelstrand. Het is niet perfect om daar het water in te komen, maar het is er wel lekker rustig en geeft zo wat privacy. Aan onze voeten voelen we vele puntige en scherpe stenen en lopen zo wat stuntelig het water in. Om een beetje wat diepgang in het water te krijgen moet je nog flink doorzetten, maar het water voelt heerlijk. Om terug naar de kant te komen is het beter om zo lang mogelijk horizontaal te blijven liggen en wat door te dobberen. Zo kunnen aardig wat scherpe stenen aan je voeten kunnen vermeden worden. Het is fijn om even door het frisse water te zijn afgekoeld. Het laatste stukje wandelen naar het hotel rest ons nog. We lopen er per abuis al eerst een keer aan voorbij. We krijgen uitvoerig en volledige informatie van de aardige indiase receptionist bij de balie van het hotel. Zo komen we te weten dat er morgen pas om kwart voor tien een bus gaat naar Le Pont en vanaf daar dan weer een aansluitende bus naar Petra Felix. Dan weten we dat ook al weer. Op onze kamer kunnen we de zandresten uit het meer weer van ons lichaam douchen. We hebben vanaf het balkon een prachtig uitzicht op Lac de Joux en op de omliggende bergen. In het dorpje zijn er verder geen winkels, dus we kunnen geen wijntje drinken vanaf dit balkon. In het hotel is er beneden wel een terras waar we dat wel kunnen. We drinken er ééntje en toosten op deze mooie dag. Het uitzicht van het tafeltje is mooi en we zeggen dat we hier ook wel willen eten vanavond maar wel met hetzelfde uitzicht. Het tafeltje wordt dan ook voor ons gereserveerd. We gaan even op een bankje zitten voor ons hotel in het stukje park aan het meer. We lezen wat in onze van huis meegenomen leesboeken. We kunnen genieten van de nog stralende zon en het alweer mooie uitzicht hier op het meer. Af en toe zwemmen er mensen in het meer. Ook hier is het water ingaan niet geheel zonder risico om snijwonden aan de voeten op te lopen. We hebben bij het avondeten weer het uitzicht op het meer en zien de zon achter de berg verdwijnen. Ik heb later vanavond vanaf het balkon in de hotelkamer met het maanlicht nog eens zicht op het meer in het donker. Nu wel even genoeg Lac de Joux vandaag.
Geschreven: 27 oktober 2020
Zaterdag 5 September 2020
Petra Croix L’Abbaye - Col du Marchairuz 21.0 km
JURA CREST TRAIL
Met Marga
Blijkbaar zijn we vanmorgen niet de enige hotelgasten die bedacht hebben om precies acht uur beneden bij het buffet te verschijnen. We staan er die tijd met zijn allen te dringen.
Hier gelden geen extra Corona regels bij het ontbijt anders dan het mondkapje. Hoe meer je er bij nadenkt, hoe minder alles hier Corona proof lijkt. Ik denk ook aan het lepeltje in het jampotje, de tang die bij de broodjes ligt, de glazen kan met jus-d’orange.
Iedereen zit er met zijn handen aan. Er worden hier geen plastic handschoenen gebruikt. Dit vinden we dan ook niet zo handig allemaal. Na afloop laten we onze handen maar weer eens goed ontsmetten. We gaan deze morgen toch maar voor de eerdere bus om kwart
voor negen naar Le Pont. Er is dan wel geen aansluiting met de volgende bus, maar dan hebben we daar wat tijd voor wat inkopen. We staan op tijd bij de bushalte als ik er achter kom dat ik het verplichte mondkapje heb laten zitten in mijn andere rugzak. Marga
snapt niet dat ik die nu toch kan vergeten. Ze kan mij gelukkig wel helpen aan een doek die ook voldoet. Ik moet deze wel steeds omhoog trekken tijdens de busrit van 10 minuten, omdat mijn neus er steeds onder uit komt. We hebben nog ruim een uur voor de volgende
bus naar Petra Felix. Gewoon naar de plek van gisteren terug lopen, kan ook altijd nog. We houden van wandelen, maar als het niet echt nodig is, dan kiezen we voor de makkelijke weg. We gaan eerst lekker rustig koffie drinken in het dorpje, dat lijkt ons een
beter plan. We vinden langs de boulevard een leuk tentje. Ze verkopen er ook broodjes voor de lunch later vandaag. We wandelen rustig na een dubbele koffie en muffin, weer voldaan terug naar de bushalte. Marga komt er achter dat zij haar stokken nog heeft
laten staan in de koffietent. Ze moet dus nog even terug om weer een complete wandeluitrusting te hebben. Op het perron komt een bus voorrijden die wij niet moeten hebben. Deze blijft lange tijd voor onze neus staan, zo zien we niet dat onze bus nr 750 daar
achter is gaan staan. We komen er net op tijd achter en kunnen nog net op tijd in de bus stappen. Een Franse jonge vrouw met zware rugzak stapt ook in onze bus. Haar vriend is nog even weg en ze vraagt of de buschauffeur nog misschien 1 minuut wil wachten.
Hij zegt dat niet te kunnen met het strakke schema wat hij moet aanhouden. Ze stapt behoorlijk balend de bus uit. Ik hoor haar achter mij flink vloeken in het Frans. De volgende bus is over een uur, dan hebben ze wellicht meer succes. Ik wil al gauw op de
rode knop drukken om de bus te laten stoppen. Volgens Marga is dit nog te vroeg, we zijn er nog niet. Ik zie op het beeldscherm toch echt staan: Petra Felix. Even later staan we weer op het punt van gisteren waar vele wandelpaden samenkomen. Gisteren hadden
we al uitgezocht hoe we hier ons pad moeten vervolgen, dus we kunnen hier zo het bos weer in. We lopen al een aantal koffietentjes voorbij, het cafeïne promillage is bij ons nog hoog genoeg. We
zien na ruim 2 uur hiken een wandelbord staan waarop aangegeven staat dat het vanaf hier slechts 1 uur en 10 minuten wandelen is naar L’Abbaye. Dat hadden we dan beter rechtstreeks kunnen doen, in plaats van 2 bussen, ruim een uur wachten en een paar
uur lopen. Marga zegt dat het toch leuk wandelen is hier, het maakt allemaal niet uit.
.
Ik geef aan Marga door dat ik toch echt gauw moet pauzeren om iets te eten voordat de man met de hamer gaat komen. Marga zegt deze man bij haar nog wel even weg blijft, maar als ik wil stoppen dan doen we dat. Na een korte pitstop heb ik weer voldoende energie voor een vervolg. We komen op een pad met hoge dennenbomen en we voelen ons kleine kabouters in het sprookjesachtige bos. We komen deze zaterdagmorgen veel groepjes mountainbikers, trail runners en wandelaars tegen. We zeggen vandaag wel heel veel keer “Bonjour”. We steigen geleidelijk door naar grotere hoogten. We hebben lange tijd zicht op de Alpen met witte toppen links van ons en op de blauwe Vogezen rechts van ons. Bij een verlaten hutje loopt het pad opeens daar scherp naar links de heuvel op. We blijven hier even staan en er komen vele wandelaars voorbij. Ze vinden net zoals ons daarnet, allemaal de gele tekens van het pad en gaan dus ook allemaal hier scherp naar links. We komen bij een refuge waar kleine groepjes wandelaars aan tafels zitten. We kunnen een eigen tafel nemen. De beheerdster loopt de andere tafels eerst langs en Marga wil eigenlijk ook geholpen worden. Ze heeft inmiddels ook trek gekregen na al die uren wandelen. De vrouw zegt: “Rustig aan Mevrouw. Het is zaterdag en mooi weer vandaag. De zon schijnt. Geniet hier van het uitzicht en de rust. Relax!” Ze maakt ons tafeltje rustig schoon en dan kunnen wij ook onze bestelling plaatsen. We moeten nog een heel eind lopen vandaag, dus we komen niet voor de wijn of het bier zoals de meeste andere wandelaars hier. Ik bestel naast onze koffie een heel fles Spa Rood en die drinken we best wel snel op. Ik moet er flink van boeren, dat is nu ook niet helemaal in stijl lunchen. We klimmen daarna nog heel even door. Er komt nog even een zweefvlieger laag over ons heen scheren. De thermiek is hier blijkbaar goed met de zon en wind. We komen bij een soort kleine lage Chinese Muur die over de berg loopt zo ver het oog rijkt. Onze Jura Crest Trail loopt er met een kleine opening in de vele miljoenen opgestapelde stenen ook door heen. Dan komen we uiteindelijk bij het hoogste punt van de Zwitserse Jura : Mont Tendre op een hoogte van 1679 meter. Het uitzicht is hier wijder dan weids. We dalen dan geleidelijk na nog wat kleine klimmetjes. Marga verstuikt bijna haar enkel. Ze is boos op zich zelf dat ze de veters na het begin van de afdaling niet weer steviger heeft aangetrokken. Weer een goede les voor vandaag om je aan deze regel te houden. Ik ben zelf niet zo’n fan van losse veters, ook niet bij het klimmen. Een echte blessure blijft gelukkig uit. Op een kruispunt van paden wil Marga voor de zekerheid nog eens op de kaart kijken of we hier wel goed gaan. “Double check” zeg maar. We zitten op het juiste spoor. We komen op een oneindig pad dat heel langzaam daalt tussen naaldbossen door. Er verschijnen steeds weer nieuwe poortjes, hekken en overstapjes waar we elke keer weer door of overheen moeten stappen. Marga vindt het hier heerlijk wandelen. Ze kan er gewoon weg geen genoeg van krijgen. We horen het verkeer van de autoweg beneden ons langzaam ook dichterbij komen. Ons hotel ligt aan deze weg, dus we weten dat het eindpunt voor ons nadert vandaag. Het geeft toch weer iets van een opluchting als we uit het bos ons hotel zien verschijnen. Op het terras zitten er veel motorrijders aan een lekker biertje. Wij willen er ook zo ééntje. Voor hun is het ook een mooie warme dag om rond te touren en op het terras te zitten. Ik ben wel blij als alle motorrijders hier met het imponerende maar voor mij meer irritante kabaal van hun motors vertrokken zijn. De rust is wedergekeerd. Op de hotelkamer vinden we berenvellen en veel knoestig hout. We blijven ook hier in de natuurlijke omgeving zitten. Marga maakt even een ommetje als ik facetime met John, om mij privacy te gunnen. Ik moet dit alles hier natuurlijk even thuis laten zien. Ik ben nog steeds bezig als Marga weer de kamer binnen komt gewandeld en nog even naar John kan zwaaien. In het restaurant worden we door middel van een rijdende menu kaart geinformeerd wat we kunnen eten. Er staat heel veel op geschreven, maar toch niet mijn keuze die ik buiten op een ander bord voor de ingang heb zien staan. Ik las daar iets van een stoofgerecht, maar deze kan ik natuurlijk ook bestellen. Op de hotelkamer kunnen we na het eten een Franse film kijken op de televisie. Ik ben toch echt te moe om deze goed te volgen, de plaatjes zijn alleen niet voldoende om alles te begrijpen. Ik maak nog even buiten een ommetje. Ik kijk in het donker naar het hotel en zie dat de gordijntjes van alle kamers, dus ook die van ons, dezelfde rood geruite motieven hebben als onze dekbedovertrekken. Het geeft een leuk kabouterland gevoel of is dit nu het Zwitserland gevoel? Na de frisse lucht gaan de ogen bij mij vanzelf dicht.
Geschreven: 28 oktober 2020
Zondag 6 september 2020
Col du Marchairuz – Saint-Cergue 17.0 km
JURA CREST TRAIL
Met : Marga
Marga is niet zo blij met alle klokken die hier in het hotel in de ontbijtzaal aan de muur hangen. Het zijn er minstens 20 en allemaal zien ze er anders uit. Doordat ze niet precies op dezelfde tijd staan, luiden ze omstebeurt. Het blijft maar doorgaan
met klokken die elk kwartier slaan of tikken. We willen terug naar de natuur en onze rust. We halen gauw onze bestelde lunchpakketjes op bij de receptie en wandelen met alleen onze dagrugzak naar buiten. Het weer is wat minder vandaag. Het heeft vannacht wat
geonweerd en nog vroeg in de morgen ziet het er nu wat vochtig uit allemaal. Wij hoeven de regenkleding verder niet aan, maar wel even het warme vest. De zon laat zich nog niet zien. We continueren onze tocht weer met heerlijke wandelpaden hier door het dennenbos
en we dalen of stijgen dan weer licht. Langs de kant zie ik veel paarse wilde violen in bloei staan, met ook veel vogels die hier boven vliegen. Bij Crêt de la Neuve staat er een groot kruis op een heuvel. We kunnen even uitrusten op een ronde stenen
bank. Er staat daar hoog in een mast een Zwitserse vlag in de wind te wapperen. We hebben goed zicht op het meer van Genève. Als we wat beter kijken en inzoomen op het einde van het meer, zien we de stad Genève met zijn Waterfontein Jet d”Eau
en zijn 140 meter hoge waterstraal daar omhoog spuiten. Vanaf hier is het niet helemaal duidelijk, waar we ons pad moeten vervolgen. Marga wil een kant op om even te gaan checken of er Jura Crest Trail tekens staan. Ik zie al gauw op de andere heuvel een gele
ruit op een boom staan, het teken van ons pad. Ik roep Marga en vraag of ze daar iets gevonden heeft. Het blijft stil, ook als ik een stuk harder haar naam roep. Er komen opeens visioenen uit ons wandel verleden naar boven. Ik denk weer aan angstige momenten
met een verdwijning van Marga op een Schotse heuvel van jaren geleden. Ik wil dat vandaag hier niet nog eens meemaken. Ik loop snel die kant op om haar te zoeken en roep nog maar weer eens “MARGA”, en nog maar eens. Steeds weer ietsje luider. Dan
komt Marga rustig van de andere kant de heuvel gelopen. Ze moest ook nog even plassen op een door haar gekozen rustig plekje in het bos. Na mijn kleine hartverknettering kunnen we samen weer verder. We dalen weer rustig nog wat verder. Op een klein uitstekend
plateautje kunnen we de stad Nyon beneden ons zien liggen aan de rand van het meer. Het is ons eindpunt voor deze vakantie, het lijkt niet heel ver meer. We breken hier ons lunchpakketje aan. Het is altijd weer een verrassing wat er uit het zakje komt. We
halen er vandaag een pastasalade, een ei, een stuk kaas en een macaron koekje uit. Het maakt ons blij en we kunnen weer kilometers verder.
.
We komen ook nu weer langs vele koeien. Ze hebben bijna allemaal een koeiebel om hun nek, de één nog groter als de andere. Hoe dat voor een koe voelt is ze nog nooit gevraagd. Nu is er één koe die zo hard met zijn kop “nee” schudt dat het lijkt of hij de kerkklok hard aan het luiden is. Het lijkt of hij de bel voor ons luidt en het maakt ons aan het lachen. Net als de zon wat doorbreekt komen we bij een refuge midden in het bos. Door de schaduw van de bomen is er veel schaduw, maar we kunnen net een tafel vinden die in de zon staat. De jongelui die er werken hebben het gezellig samen. Zo gezellig dat ze bijna niet niet meer uit hun slappe lach kunnen komen. We krijgen nescafe oploskoffie geserveerd. Het is beter dan geen koffie, maar dan ook maar net aan. Ze hebben wel veel klandizie. Een groep mountainbikers komt hier ook pauzeren. Wij gaan weer verder en deze groep fietsers komt ons later op het pad voorbij. We moeten opzij stappen. De laatste fietser die mij van achter voorbij rijdt, zegt netjes tegen mij “Je suis le dernier”. We kunnen weer zonder gevaar op het pad stappen. Even verderop komt een gezin ons tegemoet wandelen. Ze zijn allemaal vrolijk gestemd, behalve het laatste gezinslid die ons passeert. De jongste zoon kijkt heel somber. Het lijkt of hij niet zo heel veel zin om vandaag hier te gaan wandelen. We denken dat hij liever op zijn mobieltje aan het spelen is. We komen bij Ruines d'Oujon. We nemen even de tijd om de info borden te lezen en lopen door restanten van ooit een groot klooster. We staan op een klein veldje waar een oude kerk stond. Een oudere grijze wandelaar met camera is zichtbaar ontroerd door de archeologische omgeving. Wij gaan zitten aan de buitenkant van het terrein. Het loopt hier omhoog en we krijgen een mooi overzicht over het hele terrein tijdens onze lunch. Voordat we weer opstappen wil Marga nog even naar het toilet. Dat wordt dan hier in de openlucht achter de ruines. Aan de andere kant komen nu net een paar wandelaars aangelopen over het pad langs de ruine. Zowel Marga als de wandelaars doen net of ze niets gezien hebben, een feest van ontkenning. We lopen langs een groot veld met veel koeien. Aan de rand van het veld is een stier vast gezet met een touw aan het hek. Als we op enige afstand voorbij lopen kijkt het beest naar ons en loeit zo hard mogelijk. Het gaat een beetje door merg en been. We kunnen wel, maar mogen hem vast niet bevrijden van het touw om zijn nek. De boer zal het niet waarderen. Het doet Marga wel zeer aan het hart dat we gewoon doorlopen zonder verdere actie. We komen langs de eerste huizen van Saint-Cergue. Het stationnetje is nog wel iets verder dan gedacht, we vinden het naast het reptielen huis. Het heeft iets weg van een kleine dierentuin. Door Corona is het wel gesloten, maar in de voortuin tegenover het perron kan je wel wat reptielen zien bewegen in de vijver. Bij de kaartjes automaat willen we gauw onze kaartjes kopen voor de trein naar La Cure. Er komt al een trein aanrijden op het spoor naast ons. Het geeft een typische drukte van mensen die een trein moeten halen of juist uitstappen. Marga kijkt gestressed naar mij hoe ik wat zit te stuntelen met het apparaat. We willen echt onze trein niet gaan missen. Ik wil haar bijna wegduwen, want nog meer gestress gaat ons niet aan kaartjes helpen. Marga wil mij helpen, je kan beter voor de knop: “Engels” kiezen. Dat lijkt inderdaad een goede kleuze. De trein die aankomt is niet de trein naar La Cure, hij gaat juist de andere kant op naar Nyon. We kunnen nog wat van de dierentuin genieten. Een klein half uurtje later komt dan toch onze trein op het perron aan. In de trein zien we naast de vele bergen rond om ons heen, op de hoogste berg een witte ballon op de top. We stappen uit in La Cure. Het station staat nog net in Zwitserland, maar het kleine plaatsje ligt toch echt helemaal in Frankrijk. We steken een verkeersweg over. Links zien we de douane van Frankrijk, de auto’s kunnen probleemloos doorrijden. Rechts zien we de douaniers van Zwitserland die elke mobilist om zijn of haar papieren vraagt. Wij lopen daar precies midden door en moeten daar langs de grens ons hotel zoeken. Hotel Arbez Franco-Suisse staat precies op de grens. De ingang vinden we aan de Franse kant. Als we naar binnen wandelen, kunnen we meteen door naar Zwitserland als we dat zouden willen. Op het moment dat we ons melden bij de receptie wordt precies op dat moment onze baggage afgeleverd. Dat is nog eens timing en een “close call”. Ons welkomstdankje doen we nog in het Franse gedeelte van het hotel. S’avonds voor het dinee verwelkomt de hoteleigenaresse ons met een plastic voorzet masker die vanaf haar kin haar mond afdekt. Ze vraagt in welk land we willen eten. We kiezen voor Zwitserland. De Corona regels zijn daar minder streng, dus lijkt dit land voor ons de beste keuze vanavond. We hoeven dan niet ons mondkapje op te zetten als we naar het toilet moeten. Het menu is in dit gedeelte verder hetzelfde en ook de prijzen, we kunnen weer eens in Euro’s betalen. Op de kamer met veel Zwitsers rood kunnen we nog eens lekker klagen met elkaar over onze opgelopen pijntjes tijdens deze tocht. Marga heeft nog last van haar voet na haar verzwikking gisteren. Ik kan nog weer eens lekker zeuren over een pijnlijke heup. Vanaf ons hotelraam zie ik s’nachts de Zwitserse douaniers nog steeds bezig zijn om alle auto’s te controleren.
Geschreven 5 december 2020
Maandag 7 september 2020
St Cergue – Nyon 26.0 km
JURA CREST TRAIL
Met Marga
Vannacht kan ik slecht de slaap pakken. Dichtbij het hotel hoor ik lange tijd een koe met zijn bel rammelen elke keer als het dier een stap verplaatst. Blijkbaar slapen koeien niet, want ik blijf het geklingel de hele nacht maar horen. In het wat benauwde kamertje willen we toch wat ventilatie houden, dus het raam blijft open vannacht. Zo hoor ik ook al heel vroeg vele auto’s hard optrekken. Ik kijk nog even hoe laat of vroeg het is. Mijn telefoon geeft aan: nog geen vijf uur in de morgen! Veel mensen wonen in Frankrijk en werken in Zwisterland en gaan hier de grens over voor hun werk. Zo blijven de vele auto’s maar komen en houden de bestuurders met het intrappen van het gaspedaal van hun auto’s mij uit mijn slaap. Ik kan de wekker uitzetten al ruim voor dat deze afgaat. Al voor zeven uur stap ik onder de douche. Marga hobbelt er volgens ons inmiddels vast ritueel langzaam achteraan. Nog voor het ontbijt loop ik even naar buiten. Om de hoek bij het station check ik de vertrektijden van de treinen en koop ik alvast onze kaartjes voor later vanmorgen. Terug op de hotelkamer kunnen we voor de laatste keer onze bagage inpakken. Na het ontbijt kunnen we deze weer inleveren bij de receptie voor de Eurotrek organisatie. Marga koopt uit de vitrine nog een knuffelbeest, een wit donzen Sint Bernardshond, als souvenir uit Zwitserland. Daar kan Marga lekker eerst zelf even mee knuffelen en straks in Nederland haar kleinzoon Miles. De trein naar Nyon staat al klaar voor ons op het perron. Met onze al gekochte treinkaartjes kunnen we dan nu relaxed en zonder stress plaats nemen. Tijdens de rit terug naar naar St Cergue zien we de witte ballon weer op de top van de berg La Dôle. We weten inmiddels dat het een Meteologisch Weerstation is en dat onze wandeltocht hier langs gaat voeren vandaag. Het wordt dus straks flink klimmen. Het eerste stukje wandelen is nog gewoon wat lekker naar beneden in het dorp. We nemen nog maar even tijd voor een mooi terras. Er moet wel binnen besteld worden en ik ga in de koffiezaak in de rij staan. Voor mij bevinden zich twee wat norse en nonchalante Zwitsers in werkkkeding. De verkoopster maant hen toch echt hier binnen het mondkapje op te zetten anders kan ze hen niet verder helpen. Na de koffie lopen we twee wandelaars achterna het dorp uit. Op de eerste kleine heuvel komen twee oudere wandelaars ons tegemoet. Het is even manoeufreren zo zonder mondkapjes op het smalle pad om de juiste afstand te bewaren. We klimmen verder en zien de witte ballon dichterbij komen. Hij lijkt steeds groter worden. We zien een imposante heuvel waar we nog naar helemaal naar boven moeten. Een kleine groep jonge wandelaars haalt ons al babbelend in. Zij hebben hier geen moeite met de stijle helling. Wij doen het wat rustiger aan. Helemaal boven komen we bij een smalle Crête. We lopen achterlangs grote rotsblokken en krijgen nu uitzicht ook naar de andere kant van de berg. We kunnen uittekenen waar ons hotel van afgelopen nacht in La Cure staat. Dan lopen we helemaal naar en langs de witte bol. We zien hier veel jongelui. Ons plan om daar even rustig te lunchen valt in duigen. Het waait hier bovendien ook veel te hard en we vinden het beter om meteen te beginnen met de afdaling. Beneden in het diepe dal onder ons, zien we iets van een boerderijtje. Volgens het wandelkaartje van Eurotrek komen we daar uiteindelijk ook langs. We komen een klasje schoolkinderen tegen. Ze zijn aan het wandelen met hun schoolmeester. Eén van de kinderen vraagt aan mij of wij misschien andere kinderen hebben gezien. We hebben inderdaad veel kinderen gezien, maar of dat de kinderen zijn die zij zoekt? Ze spelen verstoppertje en zien de missende kinderen achter het bosje te voorschijn komen. Onze hulp is niet meer nodig.
.
We zoeken nu een plekje om te gaan zitten voor de lunch, maar wachten nog even todat we helemaal beneden zijn bij de boerderij. Hier zien we de witte ballon weer, nu van onderen. Als we lekker rustig zitten in het zonnetje en genieten van de rust, komt een boer met zijn kleine trekker voorbij brommen, vooral bergopwaarts moet hij veel gas geven. We kwamen hier toch voor onze rust? Verderop stopt hij en gaat daar aan het werk. Bij de boerderij is er koffie te krijgen, maar na onze pauze van daarnet is het echt te vroeg om hier ook al weer te stoppen. Nu zetten we even door. We krijgen het vlakke laagland achter de bergen te zien. We kunnen beginnen aan de afdaling, onze laatste deze vakantie. Marga heeft altijd beweert dat dat haar lievelings onderdeel is van het bergwandelen. Ze kan haar lol niet op, want we gaan echt stijl naar beneden. Door de bladeren glijden we af en toe gevaarlijk door. We moeten oppassen dat we niet hard op onze gat belanden. Het wordt steeds meer een glijbaan, maar we kunnen nog net rechtop blijven staan. Losse stenen zijn ook niet echt lekker, als je net weer een stukje verder doorglijdt als jij zelf wilt. We willen natuurlijk wel alles zelf onder controle houden. Door het vele afdalen krijgen we ook langszaam last van onze tenen, die voor in onze schoenen worden geduwd. Ik vraag Marga nog maar eens of dit nu echt haar favoriete onderdeel is van het wandelen. “Je moet natuurlijk niet overdrijven”, is haar antwoord. We krijgen wel spijt van het doorlopen bij de boerderij boven, want een koffietent is nu in geen velden of wegen te vinden. Marga is bang voor een losse hond die we tegen komen op het pad die vooruit zijn baasje naar ons toe rent. De hond springt nog net niet op Marga haar schouder. Het valt ons op dat hier wel heel veel vogels vliegen, telkens wippen ze voor ons uit van de ene tak naar de andere tak. Het uitzicht op de vlakte is mooi, maar maakt ook duidelijk dat het afdalen heel erg lang duurt, er lijkt geen einde te komen. We worden vermoeid. Dan staan we op het asfalt letterlijk op de punt van de berg en we zien alleen nog maar vlak terrein voor ons. Een vrouw parkeert haar auto hier aan de kant van de weg en laat haar hondje hier even uit. Ze loopt met het beestje door een soort weilandje met lang gras. Marga heeft volle aandacht voor deze aparte vrouw met haar ook aparte hondje. Als Marga weer een stap wil zetten, vergeet ze dat ze naast het asfalt staat met een hoge opstap. Ik kijk op dat moment ook naar de vrouw met het hondje als ik wandelstokken achter mij hoor kletteren. Er komt nog een gil van Marga achteraan. Als ik mij omdraai zie ik Marga languit op het asfalt liggen. Het kan toch niet zo zijn dat na al die hoge bergen en heuvels van de afgelopen dagen, dat de eerste vlakke meter haar fataal geworden is. Ik probeer haar omhoog te trekken, maar ze wil op eigen kracht opstaan. Gelukkig geen botbreuken, maar wel een flinke blauwe plek op haar onderarm als gevolg van de harde klap. Het had slechter kunnen aflopen. Ik kijk nog eens naar de hoge bergen achter ons. Toch wel heel opmerkelijk dat nu juist hier letterlijk aan de voet van de berg op vlak terrein Marga hier onderuit gaat. Nu volgen alleen nog boerenland en enkele dorpjes. De Jura Crest trail was bijna nooit slecht aangeven, maar juist hier in bewoond gebied hebben we toch wat moeite om het spoor te blijven volgen. We volgen een kleine weg achterlangs een dorpje. De twijfels slaan wat toe of we hier nog wel goed zitten. Het pad voert naar een drukke voorrangsweg. Een gele pijl op de weg zegt dat we deze moeten volgen. De borden van de Jura Crest zijn opeens verdwenen. Echt zin om langs een drukke verkeersweg te lopen hebben we niet, dus nemen we het pad over de akker. Ik kijk nog eens op mijn app “google earth” op de telefoon en op het wandelkaartje. Het wordt mij duidelijk dat we verkeerd zitten, maar dat wisten we eigelijk al. Marga vind dit toch wat minder allemaal, het is niet meer dat onbezorgd wandelen over bos- en bergpaden van de afgelopen dagen. We wandelen nu doelloos langs vlakke gele velden met koolzaad in bloei. Ik kan Marga wel terug leiden naar het juiste spoor, vanaf nu alleen maar asfalt. In het volgende dorp vertrouwen wij op koffie. De borden met “Auberge” geven ons hoop. Na wat vragen en voor niets op en neer lopen, zien we dat de “Auberge” dicht is. Waarschijnlijk vanwege Corona. We gaan weer onverrichte zaken verder richting Nyon. Wel is er een openbare toilet waar we gebruik van kunnen maken, dit is soms ook wel eens handig. We wandelen op een mooi pad met veel groen en uitzicht op een ruïne langzaam richting Nyon. In het struikgewas naast me zie ik wel honderd vogels zitten. Ik hoor veel getjierp. Ik geniet nog maar eens van de natuur, voordat we het stadje inlopen. De laatste kilometers duren lang op onze pijnlijke voeten. Pas vlak bij het station kunnen we dan eindelijk koffie krijgen. We bestellen er maar meteen snel wijn bij. Er moet iets gevierd worden. We hebben ons einddoel van onze vakantie bereikt: Nyon. Marga laat nog eens haar blauwe onderarm zien en voelt nog even aan haar enkel. Echte ongelukken zijn gelukkig uitgebleven. Ik zeg haar nog maar eens, dat ik tijdens onze wandeldagen hier in Zwitserland verrast was door haar wandel energie. Ik heb nauwelijk aan tempo hoeven in te boeten. Ik hoop dat we nog eens samen een wandelvakantie kunnen gaan plannen. Via het fietspad lopen we het laatste stukje naar de Jeugdherberg. We hebben daar samen onze eigen kamer en ook gelukkig weer ieder een eigen bed. Het laatste wandelzweet kunnen we afspoelen in de hete douche. S’avonds hoeven we niet ver te zoeken voor het avondeten. We kunnen terecht aan de overkant bij de pizzeria. Onze spieren zijn te stijf om nog verdere actie te ondernemen. De valpartij van Marga werkt er verder ook niet aan mee, dus de stad Nyon laten we even voor wat het is. Het wijntje smaakt hier net zo lekker. Morgen keren we weer huiswaarts, dan nog wel even naar het station lopen met alle bagage dit keer. We zijn er morgen weer fit genoeg voor na een goede nachtrust.
Geschreven: 17 december 2020
Vrijdag 10 juli 2015
Nyon – Saint-Prex 31,2 km
Angelique
Angelique en ik zijn donderdag al in Genève aangekomen. Angelique vroeg op de dag en ik later in de avond. We zijn nog even samen een borrel gaan drinken en vonden een nog levendige bar voor een donderdagavond. Een dronken vrouw valt ons een beetje lastig voor op het terras. In het toch wel behoorlijk kleine hotelkamertje worden we vanmorgen wakker. We moesten op een klein bed samen naast elkaar liggen. Het is niet helemaal volgens mijn verwachtingen, maar we kunnen er nog wel om lachen. De hotelkamerdeur bevindt zich in het toilet. Dat is nog eens een leuke entree. We krijgen wel ontbijt op bed en dat is toch iets dat we niet zo heel veel mee maken.
.
We hoeven vandaag niet zo heel veel bagage mee te nemen aangezien we vanavond weer gewoon terug zijn in het hotel. We nemen de trein naar Nyon, het beginpunt van onze wandeltocht. Na een klein half uurtje zijn we er al. Bij het station zien we een aantal wandelroutes aangegeven en we moeten even kijken welke we willen gaan volgen. Er staat o.a. de Sint Jacobi aangegeven. Deze besluiten we te nemen. We lopen langs de spoorlijn onze eerste meters van deze tocht. We lopen langs mooie huizen en zien al snel het meer van Genève verschijnen. Ik vraag me af waarom wij het ook niet gewoon meer van Leman noemen, de Franse benaming. De komende 4 dagen zullen we Lac Leman nauwelijks meer los laten. We bevinden ons geruime tijd binnen de terreinen van een Golf baan. Als ik een foto wil nemen midden op een baan, maant Angelique mij om meteen door te lopen voordat de golfballen langs suizen. We laten Sint Jacobi pad even voor wat het is. Deze lijkt nu precies in de verkeerde richting op te lopen. Dan maar even de juiste richting op naar Saint-Prex, langs een drukke weg. We lopen langs een zonnebloemveld. Ik vergeet even een mooi plaatje te maken, maar we komen er later nog genoeg tegen om wel die mooie foto te kunnen maken. Voor koffie lopen we naar een klein dorpje aan de rand van het meer van Genève. Het restaurant heeft een grote tuin met uitzicht op het meer. In Rolle kopen we in de supermarkt onze lunch en lopen daarna langs de boulevard en zoeken een mooie lunchplek. Het wordt uiteindelijk een aaanlegstijger op het water en onder een boom. Een groot koppel zwanen komt onze kant op zwemmen en we zien ze vlak beneden bij ons van hun ontlasting ontdoen. We gaan er na de lunch ook even zwemmen, dan wel even op veilige afstand van de zwanen. We vinden na de lunch weer het Sint-Jacobi pad en lopen lang langs een riviertje. Ik moet van Angelique wel aan mijn uitspraak Frans werken deze vakantie. In Saint-Prex (uitspraak zonder x!) gaan we bij een mooie betonnen trap weer zwemmen in het meer. We nemen de trein terug naar Genève. In het hotel vraagt een oudere dame of wij misschien ook een entree hebben in het toilet. Ik bevestig dit en zeg er bij:”Enjoy Genèva!”. We nemen langs de Rhône ons eerste wijntje. Iets boven ons hotel op de heuvel vinden we voor het avondeten een leuk terras naast een theater. Door de warmte verschijnen er wat mensen in de pauze met hun “beste” kleding om even een luchtje te scheppen.
Foto's wandelvakantie: Lac Leman & Alps 2015
Geschreven 04 augustus 2015
Zaterdag 11 juli 2015
Saint-Prex – Lausanne 20,4 km
Angelique
We krijgen deze vroege morgen wederom ontbijt op bed. Dan checken we snel uit. Ik neem de trein met de meeste bagage van mij en Angelique mee naar Lausanne. Daar drop ik deze bagage in ons volgende hotelletje vlak bij het station en neem dan de stoptrein terug naar Saint-Prex. Het zijn slechts enkele stationnetjes die de trein aandoet, dus het lijkt vandaag geen super lange wandeling te worden. Angelique heeft vanuit Genève de stoptrein rechtstreeks naar Saint-Prex genomen. Zo zien we elkaar daar weer met alleen een dag rugzak bij het station. We wandelen eerst weer een tijdje langs de spoorlijn. Een meisje loopt lang voor ons uit en lijkt dezelfde route te lopen. Toch neemt ze met twijfel een andere richting, wij gaan onder het spoor weer richting de rand van het meer. We lopen achter langs huizen en zien in Morges een leuke koffie tent. Inmiddels weet ik hoe ik in het Frans mijn keuze koffie kan bestellen: “Un grand cafè avec petit peu de lait”. We lopen weer verder langs wat strandjes. Er zijn al veel mensen die hier genieten van het mooie warme weer. Het ziet er uitnodigend uit, maar we lopen toch nog maar wat door.
.
Achterlangs nog meer huizen komen we aan in Saint-Sulpice. Bij een grasveldje en strandje gaan we picknicken. We hebben veel van huis mee genomen, maar in ons dag rugzakje zit weer niet alles wat nu nodig is. Voor droge Franse worst is immers het zakmes nodig. Met het nieuw gekochte mesje snijd ik wel in mijn duim, het is scherper dan ik dacht. Voor we verder trekken maken we nog een korte dip in het water. Al gauw zien we Lausanne liggen. We zien inmiddels ook aan de overkant van het meer de 1ste hoge bergen van de Saint-Gingolph liggen. Hier moeten we dus over een aantal dagen naar boven klimmen. Het 1ste echte begin van de Alpen is in zicht! We lopen langs het water met grasveldjes waar hele families zitten te barbecueën. Dan de heuvel op richting station en hotel. We kopen een paar flessen rosé en gaan weer terug naar het water voor afkoeling. We nemen nu de snelle metro die gedeeltelijk boven- en ondergronds gaat langs het hellend vlak waarop Lausanne gebouwd is. Bij wat rotsblokken aan het meer vinden we een mooie plek. Ook om de rosé koel te bewaren in het water. Op de weg naar het hotel met de metro willen we nog even helemaal boven op de heuvel Lausanne bekijken op het laatste station Croisettes, maar er valt niet veel te zien. In een nieuw gebouwd gedeelte van de stad vinden we een hippe tent om te eten. Ik wil na het eten nog de bagage naar Montreux brengen. Dan kunnen we morgen weer alleen met een dag rugzak lopen. Tegen half elf die avond vertrek ik met de trein en 2 rugzakken die kant op. Ik zie in de trein veel jongelui die nog willen gaan stappen. Het is een hele drukte in Montreux vanwege het Jazzfestival. Met een steegje naar beneden vanaf het station vind ik het hotel. De voordeur is helaas gesloten en er is niemand meer bij de receptie. Daar had ik even niet op gerekend. Op de deur is een briefje geplakt met een telefoon nummer erop vermeldt. Dat besluit ik dan maar te gaan bellen. Een kwartier later komt de eigenaar aangelopen om de bagage in te nemen. Het kost ons wel €20.00. In Zwitserland gaat blijkbaar niets voor niets. Daarna weer snel naar Lausanne met de trein. Ik moet lachen om iemand die in slaap valt op iemand anders zijn koffer. De eigenaar van deze koffer wil de trein verlaten en moet degene die op de koffer zit er echt afduwen. Tegen middernacht ben ik terug in Lausanne en niet veel later lig ik uitgeteld in mijn bed. Dit keer hebben we gewoon 2 aparte bedden, voor de goede nachtrust toch even beter.
Foto's wandelvakantie: Lac Leman & Alps 2015
Geschreven 05 augustus 2015
Zondag 12 juli 2015
Lausanne – Montreux 33,8 km
Angelique
Het ontbijt kan op de zondagmorgen niet eerder dan 08.30.u. geserveerd worden in het hotel. Daarop besluiten we niet te wachten. Onze wekker gaat al weer om half zeven af. Met onze eet-restanten van gisteren kunnen we nog wel een ontbijtje samenstellen op de kamer. Hierdoor kunnen we al om half acht starten met de etappe van vandaag. Angelique wil eigenlijk de metro naar beneden naar het station Ouchy nemen. Ik kan natuurlijk een stukje met het openbaar vervoer niet accepteren, dus gaan we toch echt lopend naar beneden. Daar aan de haven lopen we langs grote gebouwen van het IOC. Het International Olympic Comittee is hier gevestigd. Er lopen opvallend veel hardlopers langs de boulevard. In de Olympische Hoofdstad doen de inwoners deze naam eer aan. We lopen langs een betonnen rand aan het water achter langs huizen van de stad. We passeren een aantal kleine boogbruggetjes. We zien mensen al een vroege duik in het meer nemen. Het belooft een zeer hete dag te worden en wij beginnen al vroeg met zweten.
.
In Lutry komen we op een mooi grasveld bij het water. Daar kunnen we het cafeetje gewoon niet voorbij lopen met dit mooie uitzicht. Koffie dan maar. We kunnen een beetje bijkomen van de hitte onder de bomen. Ik heb deze morgen niet van een heel groot ontbijt mogen genieten. Als ik later weer loop, balanceer ik op de rand van honger. In Cully nogmaals koffie. Ik heb meteen spijt van het bestellen van een dubbele espresso van SF 8.00. We lopen langs mooie steile groene wijnvelden en het uitzicht is spectaculair. De hitte wordt Angelique ook iets te veel. We lunchen onder een boom en we hebben bijna zicht over het gehele meer van Genève. Dan volgen de steilste heuvels met wijngaarden en we krijgen al zicht op Montreux. Ook worden de contouren van de bergen waar we over een aantal dagen om hoog moeten klimmen steeds beter zichtbaar. We zitten beiden een beetje tegen dit zware gedeelte aan te hikken. Ook vandaag is een hele lange en met dit hete weer zware tocht. Ik stel Angelique voor om bij Vevey de trein te nemen. Toch wil ze doorzetten om het gehele mooie traject Lausanne-Montreux te volbrengen. De Jacobi-route zijn we ook ineens kwijt en we lopen een beetje te zwerven. Angelique heeft ooit in Montreux gewoond en kent dit gebied goed. Dus ook zonder de aanwijs bordjes vinden we onze weg richting Montreux. In de oude woonplaats van Charlie Chaplin Vevey, lopen we zijn standbeeld voorbij en zoeken nog een zwemplek. Langs de randen van het meer is het behoorlijk druk geworden, met vooral jeugd wat ook afkoeling zoekt bij het meer. Dan lopen we het laatste stuk naar Montreux. Angelique kent nu alle straatjes. We horen de muziek van het Jazzfestival steeds dichter bij komen. Dan lopen we langs pleintjes waarop muzikanten bezig zijn met hun instrumenten en er publiek aandachtig naar zit te luisteren. Ik vind ons hotel weer terug en ook onze bagage in een stoffige kast. Het oude hotelletje heeft een leuk balkon met zicht op het meer. We gaan weer terug naar het Jazzfestival de stad in. We drinken weer een wijntje. We lopen een markt op en neer en hebben stevige trek. Als we Thaise loempia’s zien kunnen we ons niet meer bedwingen. We nemen nog een wijntje en zien paragliders vlak bij ons in het water landen. We proberen nog wat goede muziek te vinden, maar voor het echte goede werk missen we entreekaarten voor de zalen. We nemen later nog een wat vette hap en weer een wijntje! We kijken naar een ballet met een wel heel hoog EO (Jezus Christus) gehalte. Ja, we blijven natuurlijk op Pelgrimstocht! Van de serieuze blik van 1 van de dansers worden wij wel heel erg triest. Op ons balkonnetje staat ook nog een fles wijn die we niet in onze bagage willen hebben morgen.
Foto's wandelvakantie: Lac Leman & Alps 2015
Geschreven: 06 augustus 2015
Maandag 13 juli 2015
Montreux (ZW) – Saint-Gingolph (FRA) 16,9 km
Angelique slaapt nog wat uit deze morgen. Zij wil in haar oude woonplaats Montreux nog wat rond lopen om oude herinneringen op te halen. Ik sta weer vroeg op en verlaat alleen het hotel voor de etappe van vandaag. Ik moet wel voor het eerst met mijn bagage lopen deze vakantie. Op straat worden de restanten van het festival weggeveegd door de opruimdienst van de stad. Al gauw zie ik het Château-de-Chillon verschijnen. Ik ben er al voor openingstijd. Onderaan de Chateau zie ik 2 fietsers in slaapzakken in de openlucht bij de waterkant en ze zijn nog in diepe slaap. Ik ben de 1ste bezoeker vandaag die naar binnen gaat. Ik bekijk uitvoerig het kasteel van binnen en buiten. Ik loop daarna langs de buitenwijken van Villeneuve. Ik vraag een fietser in het bos naar de weg. Even later komt hij teruggefietst om nog eens heel duidelijk te zeggen hoe ik moet lopen naar Saint-Gingolph, namelijk het fietspad. Het is me niet helemaal duidelijk of ik nog op de Sint Jacobi loop, maar de bergen aan de andere kant van het dal komen dichterbij. Ik steek de Rhône over. Het water is er grijs/wit. In het laatste plaatsje van Zwitserland ga ik nog bij de haven zitten voor een bak koffie. Ik probeer een selfie te maken op een stijger door er heel hard heen te rennen. Vakantiegangers vragen lachend of zij een foto van mij moeten maken. Door de warmte heb ik behoefte aan fruit. Ik kom langs een 1ste Benzinetankstation, maar deze heeft geen fruit en verwijst mij naar de 2e 500 meter verderop. Daar liggen wel wat bananen in het schap. Maar bij de kassa gooit de kassière ze zonder mij te vragen, in de vuilnisbak. Te bruin zegt ze.
.
Ik kom al vroeg aan in het Zwitserse gedeelte van Saint-Gingolph. Er is een leuk restaurant bovenop de heuvel met uitzicht op de haven. Hier komt later vandaag Angelique aan met de boot uit Montreux. Op het terras zitten hele groepen wielrenners die allemaal een rondje meer van Genève doen vandaag. Ik heb nog alle tijd om bij het zand strandje bij de haven te gaan zwemmen. Buiten de lijnen van het natuur zwembad drijft een ponton. Ik zwem er een paar keer naar toe en blijf er ook een tijdje op zitten in de zon. Al met al een hele relaxte dag vandaag. Met een Paddle Wheeler komt Angelique uiteindelijk aangevaren. We lopen de grens met Frankrijk over en bevinden ons nu in het Franse gedeelte van Saint-Gingolph.
Vervolg etappe zie: FRANKRIJK 2
Meest recente reacties
Hallo ,
Ik zie website www.j0vadi.nl en zijn indrukwekkende. Ik vraag me af of de inhoud of banners advertentie-opties beschikbaar zijn op uw site?
Wat is de prijs als we een artikel
Hey jij staat altijd je mannetje voor de klas
Hey kom je hier vaker?
Ja dadt leikt meij erg gezelich maar ick wil dan wel de bestte steenen beiten?!