Woensdag 28 augustus 2019

San Nicolás de Buljaruelo (SP) > Gavarnie (FR) 16,9 km

GR11 > GR10

Ik loop op een oud pad. Het asfalt is er half weggesleten. Een grote rots is afgebroken van de bergrand ver boven mij. Deze ligt midden op het pad en verspert de weg. Een oudere Franse man vraagt mij naar de Puerto. Ik kijk acherom en kan zeggen dat die daar in de verte ligt. Ik kijk nog eens naar de berg achter mij met wat sneeuwresten. Spanje ligt nu achter mij. Er komen nog meer Franse wandelaars aangelopen. Ik loop verder naar een kleine parkeerplaats. Ik zie alleen maar Franse kentekenplaten op de auto’s. Het lijkt een heel drastiche overgang van Spaanse naar Franse wandelaars. Ik blijf voorlopig op het asfalt. Ik kijk naar beneden het dal in. Het nieuwe asfalt kronkelt met vele S-bochten naar beneden. Ik zoek naar snellere doorsteekjes naar beneden. Via een grasveld met koeien snijd ik een heel stuk af. Zo kom ik in kortere tijd beneden. Ik zie ook ski-liften boven mij hangen en ook op de hellingen. Bij een ski-station hangen een paar stoeltjes laag bij de grond. Ik wil eigenlijk wel even zitten. Het zit prima, even de benen strekken. Maar de voorbij rijdende auto’s met de naar mij kijkende passagiers, maken mij tot een crimineel. Dan maar weer gewoon verder doorlopen. Via een kleine ski-piste met vangnetten voor de skiers, kom ik bij de liften beneden. Er staan wat verdwaalde koeien. Een aantal boeren heeft wat paarden gevangen in een hekkenwerk. Ze staan lange tijd rondom dit hekwerk met elkaar te praten. Het restaurant hier blijkt dicht te zijn. Er zijn mannen aan het werk om e.a. wellicht voor het volgende winterseizoen alles klaar te maken. Ik ga bij de oprit op het muurtje zitten om met mijn lunchpakketje aan te vangen. Daarna loop ik weer verder via de asfaltweg nog meer naar beneden. Ik snijd nog eens een stukje af om over het gras weer een sneller pad te vinden. Dan komen er een paar huizen in beeld. Ik kijk nog eens goed op de wandelkaart en ik denk dat het misschien al Gavarnie zou kunnen zijn. Opeens komt van links een wandelpad met GR rood/witte bakens. Ik check het pad nog eens uit om te zien waar het heen loopt. Op een ander bordje staat “GR10”. Mijn eerste meters op het Franse Langeafstandspad. Morgen ga ik verder die kant uit richting refuge Bayssellance. Nu wil ik naar de Chalet die vlak bij Gavarnie ligt. Ik zie een langwerpig pand beneden in het dal liggen. Ik denk dat dit de chalet al is. Ik vervolg nu verder de GR10 naar beneden. Het pad verlaat het asfalt in een bocht. Via natuurlijke trappen loop ik snel naar beneden. Niet veel later zie ik de oprit van de chalet. Op dat punt bevindt zich aan de andere kant net een mooie waterval in een verborgen kom. Voordat ik mij laat inchecken bij de chalet wil ik de waterval wat van dichterbij bekijken. Ik loop eerst de brug van de autoweg over en dan het pad langs de rivier. Het pad wordt onduidelijjker en ik moet verder over rotsen klimmen. Ik zie een kleine plas waar ik lekker in zou kunnen zwemmen, maar ik wil verder helemaal naar de waterval. Ik laat mijn rugzak achter. Niet veel later sta ik bij het neerstortende water. Ik vind deze waterval mooier dan Ordesa Canyon. Mijn rugzak haal ik nog maar even op en ik kan het restant van mijn luchpakketje hier opeten. Dan wil ik even afkoelen. Ik trek mijn kleren helemaal uit en dompel mij helemaal kopje onder. Dit is pas echt opfrissen. Na weer even in de zon te zijn opgewarmd ga ik nog een keer het water in. Nu ga ik helemaal onder de waterval staan. Het water klettert best wel hard op mijn kop. Ik kijk omhoog en bedenk dat er nu even geen steen moet loskomen van de lange wand. Als ik die op mijn hoofd krijg is mijn Camino voorbij. Geheel opgefrist loop ik over de rotsen weer weg van de waterval en meld mij bij de chalet. Ik zie in het donker een jonge vrouw achter de computer zitten, die mij welkom heet. Samen met nog een vrouw runnen zij hier de chalet. Ik kan op het grote grasveld rondom de chalet een plek voor mijn tent zoeken. Aan alle kanten zitten er wandelaars wat te drinken of van de zon te genieten.

.

Ik zie aan de overkant van het dal wandelaars aan komen lopen via een pad. Ik word nieuwschierig en niet veel later loop ik ook op dat pad. Aan de andere kant richting Gavarnie zie ik een groot wit Maria beeld. Het past natuurlijk goed in mijn Pelgrimage. Ik loop achterlangs een camping. Een mooi stijgend wandelpad met aan beide zijden bomen, loopt naar het pleintje voor het beeld. Het beeld is groter dan gedacht. Ik heb er een mooi uitzicht op Gavarnie en de bergen daarachter. Als ik terugwandel naar de chalet vind ik aan de overkant van de autoweg nog een wandelpad naar Gavarnie. Ik heb er nog tijd genoeg voor. Het pad loopt door het bos en langs wat weilandjes naar beneden naar het dorp. Als er een toegang nog meer naar beneden is, neem ik het wandelpad richting de kerk. Ik zie ineens in het dorp vele wandelaars met rugzakken lopen. Ik steek weer een kaarsje op in de kerk. Ik zie daar een beeld van Antonius de Compostella. Moet hij de man achter de hele Compostella zijn? In het gezellige dorpje zijn er veel tentjes met horeca. In het centrum staat een pand met een hangend balkon boven de rivier. Ik drink er even een wijntje om te vieren dat ik in Frankrijk ben aangekomen. Via de autoweg loop ik dan omhoog terug naar de chalet. Het is meer klimmen dan ik had gedacht. Ik ben weer blij dat ik op mijn overnachtingsplek ben. De indeling bij de eettafels werkt niet helemaal. Ik zie mijn naam nergens staan, maar ze kunnen mij nog wel ergens bijproppen. Ik maak vanavond kennis met een Zwitsers/Noors stel. Zij is bij hem in Geneve ingetrokken, maar hij is voor het Rode Kruis steeds 3 maanden van huis. Nu in Kameroen. Aan de verhalen te horen, op dit moment geen veilige vakantie plek. Of dit dan echt samenwonen is? Na het laatste wijntje vandaag trek ik mij terug in mijn tentje. Ik kijk nog eens de omgeving rond. Ik zie de waterval achter de Chalet, waar ik vanmiddag onder heb gestaan, het Maria beeld verderop en steeds op de achtergrond de hoge bergen.  Van uit het dal waar ik nu in het midden sta, komt er een serene rust over mij.

Geschreven 18 oktober 2019

Foto’s: Pyreneeen 2019

Donderdag 29 augustus 2019

Gavarnie > Refuge des Oulètes de Gaube 21,0 km

GR 10

Ik ben vanmorgen weer eens voor de wekker uit mijn slaapzak gestapt. Ik heb mijn tentje ietwat nat opgerold en bij mijn bagage ingepakt. Ik trek mijn wandelschoenen aan, maar daarna nog maar weer even uit bij het voorportaal van de Chalet.  Ik zet mijn rugtas naast de bagage van andere wandelaars. De twee Franse vrouwen hebben het ontbijt op de tafels klaar gezet. Onze opwinding van de dag doet ze plezier. Het jonge Zwitsers/Noorse stel kom ik ook weer tegen. Zij gaan vandaag naar de Cirque de Gavarnie. Een toeristische bezienswaardigheid hier bijna 25 km verderop, te bereiken per auto. Ik ga te voet voor mijn eerste Franse GR10 wandeling. Na het ontbijt steek ik de verkeersweg over naar het bekende wandelpad. Ik hoor het kletteren van het water van de waterval achter de chalet weer. Na een kleine klim, ben ik even later bij het punt waar ik gisteren over de autoweg uit Spanje kwam aanlopen. Nu blijf ik verder op de GR10. Ik voel al een warm stralend zonnetje in mijn gezicht, en loop langzaam verder de berg op. Er heerst deze morgen een aangename serene stilte in de bergen, waar ik in Amsterdam jalours op kan zijn. Het enige wat ik hoor vanmorgen is het geklingel van de bellen die de koeien hier om hun nek hebben hangen. De meeste koeien staan geheel stil. Ze kijken mij aan van: “Wat doe jij hier? Je hoort hier niet!” In de schaduwzijde van de heuvel aan de overkant staat een hele kudde koeien. Door mijn donkere zonnebril zie ik ze nauwelijks. Ik maak wat mooie foto’s. Door het mooie zonlicht in de vroege morgen. Het geeft een soort sprookjesachtig beeld. In de verte lopen ook wat wandelaars voor mij uit, die ook van de mooie uitzichten wat foto’s maken. Ik loop in de richting van een kleine stuwdam. Tot hier kunnen er nog auto’s komen. Op de parkeerplaats zie ik er een paar staan. Ik neem eerst per ongeluk de verkeerde kant van het stuwmeer, maar ik bedenk mij even later als ik op de kaart kijk. Door het rustige weer is er geen rimpeltje te zien op het water. Ik heb nu wel een mooi spiegelbeeld van de bergen in het water kunnen zien. Dat had ik anders gemist. Ik loop nu in slechts 10 meter over de wand van het stuwmeer naar de andere kant en loop nu aan de goede kant van het water. Ik ga verder langs een steeds diepere krater omhoog. Ik loop later door grote rotspartijen. De boomgrens is alweer ver achter mij. Voorafgaand deze hike vakantie, had ik voor mijzelf voorgenomen een kortere wandelroute van Spanje naar Frankrijk te zoeken. Deze hogere variant zou hier dan aansluiten op de GR10. Als ik de stijle heuvels met veel sneeuw en ijs aan de linkerkant van de berg bekijk, dan ben ik blij dat ik voor de langere en veilige variant gekozen heb. Ik moet wel flink doorklimmen tot dat eindelijk Refuge Bayssellance in zicht komt. Deze bevindt zich op 2651 meter hoogte. Voor mij de hoogst gelegen refuge in de Pyreneeen en Alpen samen die ik tegen gekomen ben. Je zou denken dat het er koud en guur is. Niets is minder waar. Er zitten mensen te eten in hun t-shirt in een heerlijk zonnetje. Over een maand kan het hier wel spoken met sneeuwjachten wellicht? Er zitten aan de picknick tafel 4 refuge medewerkers te lunchen. De bediening zal nu dan wel niet al te vlot gaan als ik op dat moment juist kom aanlopen bij de counter. Er is een klein luikje onder het afdakje van de refuge. Ik vind het een beetje vervelend om ze nu te storen bij het eten, maar een medewerker komt meteen aangesneld. Ik heb alle tijd, dus het voelt niet helemaal goed. Ik bestel een kom met soep. Ook vraag ik om een reep chocola en ik krijg de meest puurste die ze hebben. De refuge-medewerker maakt een grapje dat hij deze niet lekker vind. Ik snap het grapje niet helemaal en ga juist uitleggen dat dit juist in de bergen van pas komt. Het geeft veel energie.

.

Na de soep ga ik weer verder met de GR10. Ik loop de Gletsjer d'Ossoue & des Oulettes  tegemoet. De trotse Vignamale staat er als statige rots bovenop. Een helicopter komt laag over de gletsjer aanvliegen en klimt dan naar de de kraterrand bij de top. Hij blijft daar een tijdje hangen, net alsof hij op zoek is naar klimmers op de wand in nood. Twee Spaanse wandelaars uit Pamplona lopen net voor mij uit. Ze maken foto’s van het maanlandschap hier. Er zijn steeds weer andere kleuren rots zichtbaar, en steeds weer de grijzige Vignamale met gletsjers op de achtergrond. Eén van de mannen maakt heel wat foto’s van mij met ook deze op de achtergrond. Ik leer dat een stoere Pamplona’er altijd meeloopt met San Fermin, het stierenfestival. Zijn moeder heeft ook jaren meelgelopen. Een gebroken arm is zijn enige vewonding in al die jaren. Als het wat rommelt in de bergen verderop en er een lichtflits later door het dal galmt geven ze wat gas aan wandelsneldheid bij. Ze rennen naar beneden de heuvel af. Ik zie mijn eindpunt al. Refuge des Oulètes de Gaube aan het einde van de groene vlakte onder mij. Het begint voorzichtig wat te spetteren uit de hemel, en ik zie ook weer wat lichtflitsen. Het knettert even later hard achter mij. Maar ik weiger in paniek te raken. Ik let op dat ik nu niet uitglij over een natte steen. Mijn regenpak hoeft niet aan. In de refuge heerst een gezellige sfeer. Ik raak aan de praat met een Zwisterse vrouw ook met een tent die de GR10 de andere kant oploopt. Ze wil hem in 1x geheel afleggen, dus ze heeft nog wat voor de boeg. Ze maakt mij er op attent dat er op de weg naar Lourdes een 18 kilometer lang wandel/fietspad bevindt door een grot. Dit zou een oude spoorlijn zijn geweest. Het heeft mijn interesse meteen gewekt. Ik twijfel over of ik mijn Camino door Lourdes laat trekken of gewoon over de GR10 blijf doorlopen zonder extra kilometers. Nu lijkt de optie Lourdes ineens een stuk groter. We mogen van de leiding hier, onze tent niet voor donker opzetten even verder op de vlakte. Ik zeg tegen haar dat ik zo lang niet ga wachten. Ze gaat voor haar zelf koken omdat ze graag afgezonderd wil blijven en het alleen wil doen. We zien haar ook niet meer deze avond. Een ouder ook Zwisters stel zijn fanatieke wandelaars. Ze zijn gek op bergen en vinden dit één van de mooiste stukjes Pyreneen. Voor het avondeten in het ng volle licht, zet ik alvast mijn tentje op in een afgebakend stuk gras speciaal voor onze tentjes. Er liggen allemaal vrij grote witte stenen op de grond. Ze tekenen een plek af voor precies één tent. Ik maak nog een wandeling over de grasvlakte voor de gletsjers. Er bevinden zich allemaal kleine smeltijs stroompjes, waar ik steeds over heen moet springen. Ik wandel de paardjes die er rondlopen tegemoet. Ik maak een foto van ze en alweer de gletsjers op de achtergrond. Na het avondeten lig ik mijn warme slaapzak. Ik hoor af en toe het ijs van de gletsjer kraken. Het lijkt net een levend grijs/wit monster, ook nog steeds zichtbaar in het half donker. Ik hoop niet dat vannacht de hele gletsjerwand naar beneden komt.

Geschreven 25 oktober 2019

Foto’s: Pyreneeen 2019

Vrijdag 30 augustus 2019

Refuge des Oulètes de Gaube > Lourdes  41.8 km

GR 10

Ik heb mijn wekker al om even na zes uur vanmorgen gezet. Ik steek mijn hoofd voorzichtig buiten de tent om te kijken wat voor weer het is vandaag. Ik zie een heldere sterrenhemel. Ook zie ik in het donker het licht van de refuge verderop branden. Ze zijn daar ook al wakker! De gletsjer ligt gelukkig nog op zijn plaats vanmorgen. Ik loop via het wandelpad, over de brug en met een klein klimmetje naar de refuge. Het leven is hier al in volle gang. Ik kan mijn maag weer vullen en mijn lunchpakketje ophalen. Ik loop nog weer even terug naar mijn tentje om hem op te breken. De eerste tentjes zijn al verdwenen. Dan wandel ik met al mijn bagage op mijn rug richting de uitgang van de vallei naar beneden in de richting van het blauwe meer, Lac de Gaube. Ik kom langs een grote waterval. Ik moet van het pad af om hem goed te zien. Ik loop al weer tussen de eerste bomen. Bij het blauwe meer is de cafetaria nog dicht. Op het bord staat vanaf 9.00.u. geopend. Twintig minuten wachten is mij net teveel. In het bos kom ik de oudere Zwitsers ook weer tegen. Ik wist dat ze fanatiek waren. Ze zijn nog eerder dan mij vertrokken. Ik nader Pont d’Espagne. Daar komen twee wild stromende rivieren bij elkaar. Er zijn een aantal bruggen en trappen, zodat je de watervallen aan alle kanten kan bekijken. Hier zijn veel toeristen. Er komen hier via een asfaltweg hele bussen met vooral ouderen een kijkje nemen. Het grote restaurant is hier ook nog niet open. De 15 minuten die ik moet wachten is mij ook weer net te lang. Ik ga snel door naar beneden. Misschien zijn het ook de vele toeristen die mij hier weg jagen. Aan de mooie natuur kan het in ieder geval niet liggen. Ook op het wandelpad naar Cauterets ben ik niet de enige meer, die op deze wijze wil genieten van de omgeving. Het zijn veel families met kinderen die hier naar boven klimmen. De watervallen met het restaurant is dan wel hun einddoel voor vandaag, voor ze weer terug wandelen. Op het pad naar beneden zijn nog vele mooie watervallen door het bos zichtbaar. Af en toe kan je van dichtbij de waterval beter bekijken, door een extra pad naar de rivier. Ik neem niet overal de moeite meer. Naar het einde toe, sla ik ze allemaal over. De verzadiging heeft toegeslagen. Ik blijf de pijlen volgen van de GR10, maar als ik net voor Cauterets ben gekomen, ben ik ze kwijt. Ik loop achterlangs een autoweg op een soort B-pad. Ik besluit verder richting het centrum van de stad te lopen. Ik zie bordjes met “Cauterets” staan die het bos weer in gaan. Ik blijf weer in het bos lopen totdat ik de stad met zijn kerk naast mij zie liggen. Dan neem ik een smal pad naar beneden en kom bij een klein poortje bij een steeg uit. Ik kijk wat in achtertuinen. Ik zie een enkele bewoner die buiten aan het roken is. Ik zit na dagen van natuur opeens weer in het stadsleven met zebrapaden waar ik moet wachten voor een rood stoplicht. In het centrum vind ik een terras waar ik eerst koffie en later een broodje eet. Ik zie dat ik naast het VVV-kantoor van de stad zit. Om 12.00.u. gaat deze weer open. Ik had daar nog willen vragen over de 18 kilometer lange treintunnel naar Lourdes. Bestaat deze ook echt? Is het ook de moeite waard is om hier voor om te lopen? Ik laat het idee even voor wat het is en loop richting Lourdes. Even geen GR10 borden meer. Ik zal zien waar ik vanavond beland. Via google maps zie ik dat het nog ruim 28 kilometer is. Dat lijkt me iets te veel van het goede om dat vandaag te overbruggen. Ik heb er vandaag al minstens 15 kilometer opzitten. Met behulp van de app op mijn telefoon loop ik, na een klein extra niet gepland rondje, Cauterets uit. Eerst wandel ik gewoon nog via de autoweg. Gelukkig is het niet al te druk met auto’s. Dan wordt ik via een bord gewezen op een fietspad richting Villelongue. Ik blijf dit pad volgen. Het loopt evenwijdig aan de autoweg en bijna horizontaal door het berglandschap. Ik bedenk mij dat dit de oude spoorlijn moet zijn geweest, waar de Zwitserse vrouw het gister over had. Ik loop over een echte ijzeren spoorbrug over de autoweg heen. Daar is ineens ook de spoortunnel waar zij het over had. Hij is slechts 800 meter en niet de 18 kilometer wat ze heeft beloofd. Halverwege de tunnel kan je via een klein poortje even naar buiten kijken. Ik zie het dorpje Villelonghue beneden liggen. Het uitzicht is toch echt beter zonder de tunnel, dus die 800 meter zijn ook wel weer genoeg. Als ik de tunnel uit kom, ga ik verder naar beneden het dorp in. Ik loop weer op de autoweg richting Lourdes. Ik ben nu wel op zoek naar een goede lunchplek. Ik ben niet meer in Spanje dus om 13.00.u. moet ik dat wel ergens kunnen. Op een bord staat aangegeven: “1 km restaurant”. Dat lijkt mij een nog wel te overbruggen afstand. Ik ben behoorlijk vermoeid geraakt. Ik kom uitgeput bij het restaurant aan. Op het terras zie ik slechts de kok en een vriend die op hun telefoons wat verveeld zitten te rommelen. Het restaurant is geheel leeg. Het is wat misttrootsig, maar een ander restaurant zoeken is voor mijn geen optie meer. Ik zie er blijkbaar heel hongerig uit want hij wil een broodje met Serrano ham en een sallade voor mij maken. Ik vind het een uitstekend idee. Ik wil ook heel veel water van hem hebben. Hij geeft mij een liter, maar die heb ik al weer op als hij terug komt met koffie. Hij vult hem onmiddelijk bij. Ik zeg hem dat ik naar Lourdes wil en dat is volgens hem lopend nog een héééél eind. Hij verschiet een beetje van de snelheid van het wegwerken van het grote broodje serrano door mij. Na de lunch en met nieuwe energie, besluit ik om serieus een poging te wagen om de stad Lourdes lopend te bereiken vanavond. Even mijn gezicht op oneindig en verstand op nul. Ik kom automatisch meteen weer op het fietspad, de vroegere spoorlijn. Er staan steeds oude, niet meer gebruikte, treinstationnetjes langs het traject. Via informatieborden wordt je steeds op de hoogte gehouden hoeveel kilometer je nog moet en hoeveel je al gehad hebt. Ik loop achterlangs dorpjes in de vallei. Op het pad komen alleen fietsers en wandelaars, dus het is er heerlijk rustig. Ik loop ook langzaam de hoge bergen van de Pyreneeen uit. Het worden nu meer heuvels. Bij een volgende spoorbrug over de rivier, staan er jongens klaar om van de brug af de rivier in te springen. Ik wacht er even op tot ze zich naar beneden storten. Ik twijfel of ik ook een sprong zou wagen. De hitte vandaag is best wel enorm. Het lijkt mij te snel stromend water te zijn, dus ik sla mijn beurt even over. De borden geven weer nauwkeurig aan hoeveel afstand mij nog rest naar de heilige stad. Op het 10 kilometerpunt, spreek ik met mijzelf af, de eerste de beste leuke plek om te stoppen na het 8 kilometerpunt, is mijn volgende break. Het is nog even doorzweten, maar als je gewoon door blijft lopen, kom je er vanzelf.  Bij het paaltje met “8km Lourdes” er op vermeldt, bevindt zich net de rivier pal langs het fietspad.

.

Dit moet een teken van boven zijn dat ik mij moet dopen in dit heilige water. Ik moet er een paar meter voor naar beneden klauteren voor ik op een paar grote stenen sta. Deze stenen liggen vlak bij de kant en steken uit het water. Ik kan mijn rugtas er mooi opleggen. Ik wil mij even afkoelen in het water. Ze kunnen mij hier net niet zien vanaf de weg, dus ik ontdoe mij van al mijn kleren. Door het snelstromend water ga ik niet ver van de kant. Ik dompel mezelf geheel onder water, maar ik houd mij wel stevig aan de stenen vast. Ik wil niet door de rivier meegesleurd worden. Het voelt heerlijk. Ik haal na de korte zwempartij mijn nog onaangetaste lunchpakket van de refuge uit mijn rugzak. Er zit wat brood met kaas, fruit en appelmoes in. Ik denk één en al privacy te hebben. Maar er komt een Wildwaterraft met een achttal mensen op een paar meter afstand voorbij varen. “Bon appetit” hoor ik roepen. En “C'est très dur?”  Ik geloof dat ze bedoelen of ik het zwaar heb? Ik kom niet verder met mijn antwoord in het Engels als” “It’s OK”. Mijn Frans is niet doelreikend. Ik klim weer naar boven naar de weg en loop vlot door. De resterende 8 kilometer lijkt niet veel meer. Even verder bevindt zich een kleine brug naar een eilandje in de rivier. Op het eiland vind ik een mooi stuk strand. De rivier is hier vrij ondiep en het stroomt hier ook niet zo snel. Het had een betere zwemplek geweest. Maar goed, ik heb mij kunnen dopen in het heilige water. Ik ga weer verder en loop niet veel later het viaduct van de randweg om Lourdes onderdoor. Ik volg nog steeds de oude spoorweg. Als ik het niet meer gebruikte oude eindstationnetje “Lourdes” bereik, zoek ik even verder naar het centrum van de stad. Ik ben iets te ver gelopen. Ik ga via de app op mijn telefoon opzoek naar een camping. De eerste de beste is mij goed genoeg. Na nog een kilometer, loop ik om even na half acht s’avonds een camping terrein op. Ik wordt welkom geheten door de beheerder. Hij wil mij alles uitleggen hoe het hier allemaal werkt. Hij ziet wel dat ik aardig wat gelopen heb, en is nieuwschierig over mijn lange wandeldag van vandaag. Hij zegt dat hij regelmatig van dit soort idioten op zijn camping heeft. Ik zet mijn tentje naast die van een andere Nederlander op. Hij is om religieuze redenen komen fietsen vanuit Beverwijk. Zijn vrouw heeft tot Belgie meegefietst. Ik sla zijn aanbod van een kop koffie even af. Ik wil nog douchen en de stad in om iets eten. Hij maakt mij er op attent wat er aan religieuze bezienswaardigheden allemaal te zien is in de stad. Ik heb morgen wel eerst nog een lange wandeling gepland. Na de douche loop ik opgefrist naar het stadsgedeelte bij het Centraal Station. Daar bevinden volgens de patron een aantal goede restaurants. Ik vind er inderdaad een hele leuke. Ik verwen mij na al die zware kilometers vandaag op een lux en prijzig 3-gangen menu. Naast mijn tafeltje bevindt zich een klein waterfonteintje. Ik snap niet helemaal hoe het water continu uit het emmertje kan blijven lopen. Het lijkt gezichtsbedrog. Of is dit een plek waar nog steeds veel wonderen gebeuren? Dit is er misschien eentje die zich voor mij openbaart? Na het eten wandel ik meteen terug naar mijn tent. In de tent naast mij brand nog licht. De fietser uit Beverwijk zit nog wat te lezen. Ik kruip na het tandenpoetsen meteen mijn slaapzak in.

Geschreven 2 november 2019

Foto’s: Pyreneeen 2019

Zaterdag 31 augustus 2019

 

Lourdes  > Estaing 26,2 km

Naar de GR 10

Ik wil maximaal gebruik maken van de tijd vandaag. Ik vertrek dan ook ver voor zonsopgang om even na vijf uur s’morgens zonder ontbijt voor mijn laatste etappe deze vakantie. Bij het tentje van de buurman merk ik nog weinig leven. Ik steek de bekende verkeersweg weer over. Ondanks dit onchristelijk tijdstip zie ik toch meerdere auto’s over de autoweg onder mij door zoeven. Ik loop ook nu weer via de bekende en nu stille straat in het donker richting het station. Lourdes voelt nu aan als een spookstad. In een tuin waar ik al een aantal keer dit weekend voorbij gelopen ben, zitten dit keer niet de mensen in hun tuin te barbecuen. Ze zijn zeker nog in diepe slaap, net zoals bijna de gehele stad op dit tijdstip. Ik volg de aanwijzingen op van de app op mijn telefoon, wat de kortste weg is naar Estaing. Dit is mijn beoogd eindpunt van vandaag. Ik merk dat ik ook weer op de route kom van gisteren. Ik herken het spoorstationnetje en het vlakke fietspad weer over de oude spoorlijn. Waar nu het fietspad onder een autoweg doorloopt, en rechtdoor loopt, klim ik nu via het gras naar boven naar de autoweg. Bij een groot oprijpad hoor ik een hond blaffen. Hij blijft gelukkig uit beeld. Ik volg de borden op de verkeersweg. Ik kom langs een restaurant, maar het is er nog donker en dicht, dus nog geen ontbijt. Ik kom op een autoweg door het bos, waar af en toe een auto langs komt. Het is nog steeds pikkedonker. Als er weer koplampen van auto’s op mij afkomen, maak ik ruim op tijd een sprong zijwaarts de kanten in. Er volgt af en toe een getoeter van de auto. De automobilist vraagt zich waarschjijnlijk af wat ik op deze weg doe. Ik zie het ochtendlicht langzaam in het dal verschijnen. Op de achtergrond zie ik de imposante bergen weer van de Pyreneeen verrijzen. De drukkere verkeersweg zit links van mij en ik blijf lange tijd deze volgen via een B-weg. Ik loop dan net even hoger de heuvel op heb een mooi uitzicht op het dal. Ik loop een steengroeve voorbij. Ook hier is het nog stil. Als het volledig licht is, kom ik in een dorpje waar ik hoop heb om een ontbijt te scoren. Een wandelaar met een hond vraag ik of er iets van een café is. Hij wijst mij op het rood knipperend licht daar ginds. Het is een bakkerij. Ze hebben er koffie en het is gelukkig net open. Bij de counter moet ik nog wel even nadenken wat ik bij de koffie wil eten. Ik bestudeer aandachtig de vitrine en bestel een broodje gezond met ei. Ik ga op het terras naast de ingang zitten. De ijzeren stoel voelt nog koud deze morgen. Een jonge Fransman komt met zijn auto voor mij staan. Het broodje gezond krijgt een dieselsmaakje. Hij doet dan toch zijn motor uit en bestelt ook koffie bij de bakkerij. Om zeven uur s’morgens heeft de populaire bakkerij al veel klanten. Ik wandel weer verder en kom door nog steeds stille dorpjes. Het zonnetje dat nu net boven de heuvels uitkomt, maakt het wat aangenamer. De verkeersweg, waar ik al kilometers op een afstand naast loop, steek ik nu over. Het gewone leven komt nu wat op gang deze zaterdag morgen. Ik kom langs dorpjes met slechts een paar huizen. Ik moet wat vaker op mijn telefoon kijken welke richting ik het beste kan oplopen. Er zijn steeds splitsingen met weer nieuwe keuzes. Ik loop wat meer naar beneden het dal, maar ook het gebergte weer in. Ik maak af en toe weer een flink klimmetje. Dan eindelijk zie ik mijn eindbestemming op een verkeersbord staan: “Estaing”. Het laatste stuk loop ik op een langzaam stijgende weg langs een kabbelende rivier. Niet veel later zie dan ook het bord “Estaing” ten teken dat ik in het plaatsje ben gearriveerd. Net voor het bord zie ik een paaltje staan met rood/witte bakens. Het is de GR10 die hier de weg oversteekt het bos in. Voor mijn vervolg van de GR10 begint hier met een stevige klim, zo aan de heuvels te zien. Mijn doel is voor vandaag behaald. We zullen zien wanneer ik deze klim dan ooit in de hopelijk nabije toekomst ga doen. Nu loop ik door naar een camping even verderop. Er is aan de kant van de weg een mooie tuin met terras. Een jong meisje zegt dat ze open zijn en ik kan gaan lunchen. Het geeft mij een goed gevoel deze vakantie al die kilometers te hebben afgelegd. Ik ben weer een stukje dichter bij Santiago! Ik kan mijn telefoon even bij het meisje inleveren om deze op te laden voor mijn terugweg naar Lourdes. Ze krijgt wel commentaar van haar baas, dit is eigenlijk niet de bedoeling. Ik heb straks toch echt wel iets van een ‘tomtom” nodig. De eigenaar en een medewerker zetten een grote trap bij een boom naast het terras neer. Ze halen wat grote takken weg. Ik merk dat er maar weinig auto’s voorbij rijden. Mijn plan is om terug te gaan liften en als het kan niet heel veel meer lopen. Ik vind het eigenlijk wel weer genoeg geweest. Met een wijntje drink ik moed in. Niet veel later sta ik aan de kant van de weg met mijn duim omhoog en mijn beste glimlach. Ik kan het eigenlijk niet geloven dat ook de eerste de beste voorbij rijdende auto, ook meteen stopt. Een vrouw achter het stuur vraagt mij waar ik heen moet. Ik zeg “Lourdes”. Nou gaat ze niet zo ver, maar wel een beetje die kant op. Ik stap natuurlijk meteen in. De Franse lerares rijdt dezelfde weg terug zoals ik gelopen heb. Ik blijf de omgeving herkennen. Bij de autoweg zet ze mij af. “Hier moet je het maar weer proberen. Het gaat je wel lukken!” Bij de drukke autoweg moet ik dan wel een auto of 10 voorbij laten gaan, maar dan stopt er ook alweer een automobilist die mij mee wil nemen. Hij is onderweg naar zijn woonplaats Tarbes vanaf zijn vakantiehuisje in de buurt. Hij kan mij wel meenemen. Hij is wandelliefhebber, en weet wat er bij komt kijken. Ook dit liften dus. Zijn twee kinderen zitten rustig verlegen achterin op hun telefoontjes te spelen. De vakantie is voorbij en maandag begint hun school weer. Ik krijg nog wat advies van wat te doen in Lourdes. De Chateaux Fort, mag ik niet missen van hem. Hij vind het geen probleem om iets om te rijden en zet mij midden in de stad af. Dit is pas service! :

.

Het vlotte liften geeft mij vanmiddag de tijd om de stad rustig te gaan bekijken. Ik sta vlak bij een kathedraal en ga daar naar binnen. De kathedraal is echter geheel in renovatie. Het is niet zoals ik mij had voorgesteld. Dan maar het ontvangen advies opvolgen en door naar het Chateaux. Hier heb je mooi uitzicht op de stad. Ik zie vanaf hier dat ik naar de imposante basiliek moet. Deze klopt meer met wat ik in mijn hoofd had voor Lourdes. Het heeft iets moois, maar ook wat kitscherig. Het plein er voor heeft iets weg van een “Walt Disney-park”. Ik wil nog wat eten dicht bij de Basiliek. Daar is door de vele toeristen, de service erg slecht geworden. Ik kan het niet meer aanzien en ga het verderop zoeken. Misschien had ik op dat moment niet meer moeten terug keren naar het heilige der heiligen. Toch sta ik even later bij de heilige grot van Bernadette. Ik zie een aantal touristen hele grote kandelaars onder hun armen mee naar de ingang lopen. Eén kaars kost hier minimaal €20.00. Vele toeristen volgen het voorbeeld om hun zonden hier mee weg te kopen. Ik zie ook jonge mensen als ze voorbij lopen op hun knieen vallen bij het hek. Op dit moment voel ik even geen aanwezigheid van een almachtige verheven heer. Ik kijk nog eens in de ogen van Bernadette op de grote foto’s bij de grot. Berust alles op haar bedrog? Ik heb een niet al te vast geloof in Jezus Christus en Maria, maar hier valt dan wel het laatste stukje geloof hierin van mij af. Ben ik van mijn geloof gevallen hier? En ik moet nog tot Santiago door? Op de camping is de wel gelovige Beverwijker fietser wel enthousiast over de stad. Hij heeft mij vanmorgen vroeg gehoord en vind mij wel behoorlijk fanatiek in mijn doel om zo vroeg te gaan wandelen. Er komt nog een groep Nederlanders met campers op de camping te staan. Zullen deze mensen wel hun geloof behouden? Later die avond ga ik nog kijken naar een processie met zo’n duiziend zielen op rolstoelen. Het is natuurlijk mooi dat zij er wel in geloven en er een houvast mee hebben. Ik wandel terug naar het station om weer bij hetzelfde restaurant als gisteren te gaan eten. Ik zit weer bij hetzelfde tafeltje en op dezelfde stoel. Ik kijk weer naar het fonteintje. Ik kan het geheim van het water uit het emmertje nog steeds niet ontrafelen. Is het echt een wonder? Ik deel mijn belevenissen van vandaag met het thuisfront. De deceptie van Lourdes met zijn dikke afkoopkaarsen moet gedeeld worden.  In het donker loop ik weer terug naar mijn tentje op de camping. Ik kruip weer in mijn slaapzak. Ik verheug mij op een aantal dagen Toulouse die mij nog resten deze vakantie. Ik krijg het beeld van vanmiddag van de corpulente vrouw met een hele arm vol met dikke kaarsen bij de grot niet uit mijn hoofd.

Geschreven 8 november 2019

Foto’s: Pyreneeen 2019