SPANJE 2
Hier volgen de verslagen van de wandeldagen van de Camino gelopen in Spanje 2
Vanaf de grens met Andorra tot aan Espot
&
Parzan tot aan Puerto de Buljaruelo
Vrijdag 8 september 2017
Ordino (AND) > Refuge de Vallferrera (SPA) 26,4 km
GR11
Met behulp van mijn kaartje ben ik dan toch overtuigd, ik moet drastisch
naar beneden, Spanje in. Ik neem eerst nog even iets te eten, om voldoende energie te hebben aan dit avontuur. Ik klauter naar beneden over grote keien en moet oppassen dat ik nergens uitglij. Op één
van de keien zie ik later ook weer de rood/witte bakens, ten teken dat ik goed zit.
.
Ik kom nog een paar meertjes tegen. Twee meiden genieten bij het water van de afgelegenheid hier. Ik kom gespierde paarden tegen bij een rivier die ik van dichtbij wil fotograferen. Het wildernis gevoel kan niet op vandaag. Ik pauzeer nog een aantal keer, want ik raak wat vermoeid. Bij een doorkijk in de bomen zie ik de refuge al van verre liggen. Het is nog even doorstappen. Ik kom een gezin tegen, die hier wandelt bij de rivier en zoekt naar een goede plek om hun tent neer te zetten voor vanavond. Ik kom later ook weer dag-wandelaars tegen Ik heb niet gereserveerd bij de refuge, maar de eigenaar kan mij gerust stellen. Er is plek genoeg voor vanavond. Ik kan er weer lekker douchen. Om nog in de zon te zitten met een biertje, moet ik wel iets terug en omlaag lopen naar het riviertje. Er komen nog veel wandelaars met rugzakken voorbij zo tegen 7 uur deze avond. Ik hoor later dat ze allemaal hun tent neerzetten op een meer vlak terrein iets hogerop de berg. Ik eet samen aan een eettafel met veel Spaanse wandelaars. De gangen worden één voor één door een luik doorgegeven, die wij dan daar per tafel even moeten afhalen. Aan mijn tafel is de voertaal alleen Spaans vanavond. Een groepje van drie wandelaars, heeft het er over, om morgen direct naar Tavascan te lopen. Het zou voor mij ook een optie kunnen zijn. Een Italiaans stel ziet weinig problemen om morgen de hoogste berg van Andorra: Coma Pedrosa (2942m) te beklimmen. Het is volgens hun ook met de sneeuw geen probleem. Een oudere Spanjaard wil juist naar Refuge de Comapedrosa wandelen. Ik zeg dat de weg behoorlijk lastig met veel lastige keien. Het schrikt hem een beetje af. Ook zijn de weersberichten voor morgen slecht. Ik was niet van plan om hem van zijn plan aan te passen, maar daarna vraagt hij vele keren om met mij mee te lopen richting Àreu. Dit is voor hem de weg terug. Ik houd mijn opties nog een beetje open. Als ik op de Dormitory op mijn stapelbed in mijn slaapzak lig en hij nog bezig is met zijn bepakking, vraagt hij het nog één keer. In het Spaans zegt hij dat hij me wel een vreemde vogel vindt. Ik heb al lang besloten dat hij morgen natuurlijk met mij mee kan wandelen. Ik lees nog even verder op mijn IPhone in mijn boek. Er is hier verder geen bereik voor GSM bij de refuge, dus ben ik onbereikbaar voor Nederland. Ik kan wel weer eens terugzien op een geweldige wandeldag.
Foto's wandelvakantie: Andorra '17
Geschreven : 13 november 2017
Zaterdag 9 september 2017
Refuge de Vallferrera > Àreu 12,2 km
GR11
Ik heb de afgelopen nacht na wat overpeinzingen, de beslissing
genomen om niet naar Tavascan te lopen vandaag met de 4 Spanjaarden. Er is regen en zelfs sneeuw voorspeld, en ik heb geen zin om een dubbele etappe te doen. Ik heb daarom ook niet veel haast deze morgen. De meeste andere wandelaars zijn al weg als ik beneden
kom in het eetlokaal, zij hebben blijkbaar allemaal wel haast. De boer is een beetje boos op mij als hij mij tegenkomt op de trap. Hij was juist al onderweg naar boven om mij wakker te maken. Het is nu half negen, en dat lijkt me nou ook weer niet zo laat.
Hij moet blijkbaar de koeien nog melken. Ik krijg wel gewoon mijn ontbijt en ik kan hem meteen blij maken met mijn betaling voor de overnachting. De oude man die met mij mee wilde lopen naar Àreu is ook al lang vertrokken. Hij is zijn vest vergeten,
deze vind ik op een leeg bed in de dormitory. Ik neem deze maar mee in mijn bagage. Hij loopt immers dezelfde kant op als mij, dus wellicht kom ik hem onderweg nog tegen en kan ik zijn vest nog overhandigen. Ik voel mij een beetje onvriendelijk weggejaagd,
maar toch zegt de boer als ik hem buiten tegenkom bij zijn koeien: “Bon Camino!”. Ik loop het stukje weer naar beneden naar de rivier en ik steek deze over met een houten brug, zo kom ik weer op de GR11. Ondanks de slechte weersberichten is het
wel bewolkt maar wel droog. Ik blijf het pad volgen waar later ook auto’s kunnen komen. Er staan veel wegwijzers langs het pad, maar af en toe mis ik er één. Ik ben niet helemaal scherp vandaag. Ik loop dan ook niet helemaal volgens de
officiële GR11, maar ik kom er later weer automatisch op terecht. Ik ben blijkbaar met een iets te veel opgejaagd gevoel vertrokken, want ik ben vergeten naar het toilet te gaan. Ik kan hiervoor weer eens een mooie plek in de natuur kiezen. Niemand kan
mij vanaf deze plek zien, en ik heb er beneden bij de rivier een mooi uitzicht bij! Mijn telefoon begint weer te werken. Ik heb weer bereik. Ik kom er achter dat John ongerust is geworden, omdat ik gisteren aan het einde van de middag, niets meer van mij heb
laten horen. Hij heeft contact gezocht met de bergsportvereniging in Spanje om mijn vermissing te melden. Zij konden hem gerust stellen om te melden dat ik zeer waarschijnlijk op die plek zit in de bergen waar geen bereik is. Als het langer dan 1 dag zou duren,
dan moest hij misschien nog maar eens bellen, werd hem verteld. Dat is dus niet meer nodig, ik ben terecht! Ik blijf langs de rivier langzaam naar beneden lopen. Het begint nu voorzichtig te regenen. Ik doe nog steeds mijn regenjas niet aan. Langzamerhand
wordt het zicht grijzer en mijn wereld kleiner. Als ik nat geworden ben, doe ik dan toch maar mijn regenjas aan, ik heb niets voor niets vele €€ hieraan uitgegeven. Net als Àreu in zicht komt in het
dal, begint het harder te regenen. Er is een klein zijstraatje met wat huizen, waar ook een SPA is. Ik loop wat harder nu en zie dat er ook een restaurant bij hoort. Hier maak ik natuurlijk gretig gebruik van. Ik ga hier eerst wat koffie drinken. Ik ben wel
de enige gast in het restaurant. Door het tikken van de regen op de ramen en het grijze uitzicht hier, hangt er een beetje een stil en somber sfeertje in het restaurant. Er hangt ook een grote kop van een hert aan de wand, misschien helpt zijn gelaatsuitdrukking
mee in het mineur. Ik besluit om vandaag hier maar in Àreu te blijven. In mijn wandelboek vind ik het telefoon nummer van het pension Casa Rural Casa Besoli. Ik ben daar vanaf half twee welkom. Het is nog niet eens twaalf uur, maar ik vraag of ik al
kan lunchen hier. Ik mag alvast bestellen. Ik begin alvast met wijn op dit vroege tijdstip. Na het inchecken in de Casa Rural ga ik naar mijn kamer. Ik trek mijn bergschoenen uit in de hal beneden en zet ze op de mat. Door het raampje van mijn
kamer, zie ik de kerktoren vlak naast de Casa. Het is nog steeds aan het regenen, en ga dan ook maar even op mijn bed liggen.
.
Een paar uur later is het dan toch nog droog geworden. Ik leg het gevonden vest van de oude man, die met mij mee had willen lopen vandaag, op een muurtje midden in het plaatsje. Zo is het duidelijk zichtbaar mocht hij voorbij komen lopen. Ik zie dat je achter mijn Casa een wandeling kan gaan maken om Àreu heen. Ik klim hiervoor eerst een stuk de heuvel op en loop over een smal bospad. Er is een mooi uitkijkpunt waar ik even ga kijken. Ik kan er een foto van maken. Mijn Casa en kerkje van Àreu zijn goed zichtbaar. De kleuren van het grijze weer en wat flarden zonneschijn er door heen, maken het tot een mooi kunstwerk beneden in het dal. Verderop loop ik weer langs de SPA en het restaurant van eerder op de dag. Er zitten nu wel mensen te eten. Ik kom nog een oud waterrad tegen waar het water echt uit spuit. Aan de andere kant klim ik weer de heuvel op, voor een uitzicht op het dorpje aan de ander kant. Ik kom uiteindelijk uit bij het pleintje van het dorp. Alle gasten zitten binnen in de bar, ik zoek een tafeltje in de zon, nu die even lekker schijnt. Het was geen lange afstand vandaag, maar ik vier het maar weer eens met grote bier lokaal bier. Op mijn kamer kan ik weer wat politiek nieuws over Catalonië volgen op de televisie. S ’avonds moet ik echt tot half negen wachten voor het avondeten in het dorp. Ik tik nog even op het raampje van de receptie als ik de vrouw van de Casa binnen zie. Ik wil mijn overnachting betalen. Ook regel ik dat ik morgen vroeg kan vertrekken. Ze zal een ontbijtje voor mij klaar zetten die avond. Zij zelf blijft doorslapen tot minimaal 10 uur s’ morgens. Ik hoor van haar dat ik ook binnendoor naar de ontbijttafel kan. Ik wist even niet dat er een trap binnendoor het huis liep. Dat scheelt, dan hoef ik ook niet meer op ramen te tikken morgenochtend om naar binnen te kunnen.
Foto's wandelvakantie: Andorra '17
Geschreven: 15 november 2017
Zondag 10 september 2017
Àreu > Tavascan 17,1 km
GR11
Ik ga deze morgen in de Casa Rural binnendoor via de trap naar
het ontbijt beneden. Ik doe het licht aan en vind een tafel met een bord. Het bord zit samen met een paar boterhammen omwikkeld met plastic. Er staat een koffiekan waar 2 kopjes warme koffie in zitten. Ook een glaasje jus d'orange staat er bij met een beker
yoghurt en een appel. Het lunchpakketje is ze ook niet vergeten. Na het ontbijt trek ik in de hal beneden mijn wandelschoenen weer aan. Buiten zie ik zie op het muurtje nog steeds het vest liggen. Hoe lang zal het hier nog blijven liggen? Ik loop weer terug
naar de huisjes bij de SPA en volg vanaf daar de wandelborden richting Tavascan. Ik ben weer op de GR11. Ik begin met een smal bochtig bospad omhoog. Het begint te regenen. Ik moet al gauw deze morgen mijn regenkleding aantrekken. Niet veel later moet de regenkleding
weer uit. De regen zet toch niet door. Met bergschoenen aan is regenkleding aan- en uittrekken altijd een heel gedoe. Zeker als ik niet veel later de regenkleding weer aan moet. Het regent toch weer door. Nee hé! Ik eet mijn Twix uit mijn lunchpakketje
even op, om de goede moed niet te verliezen. Op de bergen aan de overkant van het dal zie ik een witte waas. Het lijkt dat er verse sneeuw gevallen is vannacht. De eerste sneeuw in de bergen dit najaar. Ik loop door open velden en zie ook een aantal oude huizen
en schuren staan, ze lijken allemaal onbewoond. Ik zie nu zelf ook de eerste natte sneeuw voor mijn neus dwarrelend naar beneden komen. Heel langzaam blijft er ook een beetje verse sneeuw liggen. Ik blijf door klimmen en ik vraag mij af hoe dik de laag sneeuw
gaat worden. Hoe meer ik omhoog ga, hoe meer sneeuw er ligt. Ik doe sokken over mijn handen om geen koude handen te krijgen. Mijn regenkleding biedt mij ook enige bescherming. Het wordt witter en witter. Ik ben voorlopig nog niet boven op de Col de Tudela.
Ik zie mezelf al in een volledig witte wereld met sneeuw tot aan mijn knieën en harde wind. Wellicht een complete horror in de Pyreneeën. Die harde ijzige wind komt er ook boven op de Col. Maar met de sneeuw valt het allemaal wel mee. Er ligt een
klein ijs/sneeuw laagje hier op de Col. Er staat een caravan. Ik heb wel zin om mijzelf hier even op te warmen. Naast de caravan staat een groot bord, wat duidt op de aanwezigheid van een grote blaffende hond. Misschien slaapt er wel iemand in de caravan?
Ik kijk door het raampje naar binnen, en zie vele stoffige dekens en het gestalte van iemand op de bank. Ik loop dan toch maar even door. Bij de afdaling stopt ook de sneeuw en regen. Ik zie nog wel wittigheid op de hoge toppen liggen, maar het voelt opeens
aangenamer en de regenkleding kan weer uit. Ik hoop in het dorpje Boldís Sobirà iets van horeca te vinden is. Helaas is er niets te vinden. Ik kom op een mooi oud smal wandelpad met veel paarse heiden en mooie uitzichten. Met vele grote keien
is er een vlak wegdek gemaakt. Het lijkt eeuwenoud. Het heeft wel diepe afgronden, waar je niet te lang naar beneden moet kijken. Ik vind er een grote kei waar ik op kan gaan zitten. Ik gebruik mijn gasstelletje om warme koffie te zetten. Ik blokkeer nu dus wel het hele wandelpad. Ik hoop niet dat er wandelaars straks hier voorbij moeten. Aan de andere kant komt er dan toch een oudere wandelaar aan. Hij geeft zelf aan dat het niet erg is dat ik het pad blokkeer. Met
een grote pas stapt hij over het brandende gasstel heen. Hij komt uit Bilbao en loopt in zijn eentje de GR11. Hij is met pensioen en heeft hier nu eindelijk tijd voor. Ik bied hem koffie aan. Wij kunnen veel informatie aan elkaar uitdelen over de GR11. Door
veel bos en nog meer oude wandelpaden met grote keien daal ik langzaam weer verder af.
.
Bij de brug over de rivier in Tavascan wordt ik aangehouden door een National Parc de Pirineu medewerkster. Ze vraagt of ik mijn aangeschafte toegangspas tot dit Park kan laten zien. Dat kan ik natuurlijk niet. Ik maak een klein praatje en ik zeg dat ik de GR11 doe. Langzaam verdwijnt het strakke gezicht en ik mag doorlopen zonder te betalen. Ik vind er een bar/restaurant waar ik goed kan eten. Er zijn veel toeristen hier, maar ze komen bijna allemaal met hun auto hier. Ik wordt uitgenodigd bij een tafel met 2 GR11 wandelaars uit Engeland. Zij gaan ook niet meer verder na de lunch. Het weer is niet echt uitnodigend om nog verder te lopen. Ik loop naar de lunch naar de overkant van de weg waar mijn hotel staat. Een oudere oma probeert mij in te checken, maar het lukt haar niet helemaal. Booking.Com meldingen lijken toch wat lastig. Haar dochter kan mij verder helpen. Ik krijg een kamer met uitzicht op de rivier. De raampjes hebben enkel glas, wat het vandaag een beetje koud en vochtig maakt in de kamer. Ik kruip nog maar even onder de wol na de warme douche. Later maak ik nog een rondje om de kerk van Tavascan. Deze staat midden in het dorp langs de rivier op een kleine heuvel. Ik kom de Franse wandelaar weer tegen die de Franse GR10 al heeft gedaan en nu bezig is met de Spaanse variant. We moeten onze hersens even laten ratelen, om te achterhalen waar wij elkaar het eerst ontmoet hebben. We komen uit bij Refuge de Comapedrosa. Ik loop nog wat rond in het dorp maar ga later naar mijn hotel. Door de hoteleigenaresse wordt er bij mij op aangedrongen dat ik hier terecht kan voor het avond eten. “Als jullie het geen probleem vinden om alleen voor mij te koken, dan kom ik graag eten vanavond”, is mijn antwoord. Zo zit ik dan s ’avonds alleen in het restaurant. De eigenaresse is tevens de kok. De keuken is dichtbij en we zijn eigenlijk steeds in gesprek. Ik kom er zo achter dat de man uit Bilbao die ik vanmiddag tegen kwam, hier gisteravond ook alleen in het hotel zat. De oma helpt later met afwassen in de keuken. Ze luistert aandachtig mee met het gesprek met haar dochter. Ze is al begin tachtig. Ik moet denken aan wat zij hier allemaal heeft meegemaakt in haar leven. Francisco Franco en de 2e WO om maar iets te noemen, ze heeft het allemaal beleefd. Ze moet een beetje lachten om mijn gebrekkige Spaans. Dat mag zij van mij best wel, we lachen er samen om. Wel zegt ze dat ik deze taal best wel goed spreek. Het kan niet anders dat het voor haar af en toe heel erg hakkelig moet overkomen. We praten ook over een onafhankelijk Catalonië. Maar eigenlijk willen ze helemaal niet over politiek praten. Ze zijn vooral trots op het hotel wat zij al jaren runnen. Ze laat me later het grote lege restaurant zien. Er is plek voor ruim 90 man. In de middag had ze nog een vol huis met de lunch. Deze avond is er wel weer gewoon bereik, dus ik kan vanavond Nederland weer gewoon bereiken. Ik lees tot besluit nog weer iets uit mijn boek op mijn IPhone.
Foto's wandelvakantie: Andorra '17
Geschreven: 16 november 2017
Maandag 11 september 2017
Tavascan > Estaon 12,9 km
GR11
Voor een enkele hotelgast komt de eigenaresse van het hotel natuurlijk
niet van haar bed. Ook hier staat een koffiekannetje klaar met warme koffie. Ik kan het plastic van het eetbord af halen om aan mijn ontbijt te beginnen. Zonder dat ik iemand deze morgen heb gezien in het hotel, sluit ik de deur achter mij dicht en vertrek
voor weer een nieuw avontuur. Na een paar dagen wat regenachtig weer te hebben gehad schijnt vandaag de zon uitbundig. Het voelt s ’morgens al heerlijk warm aan. Ik loop over oude paden in het dorp weer over de brug en klim langzaam door de heuvel op
richting het dorp Ainetto. Ik krijg uitzicht over het stuwmeer onder mij. Er volgen bospaden naar Lleret. Ook Lleret is weer eens een dorp waar alle weg op houden te bestaan, het einde van de wereld. Het ziet er wat triest oud, vervallen en verlaten uit. Ik
ben ik een beetje aan het zoeken naar het vervolg van de GR11. Er staan wat onduidelijke en hele oude rood/witte bakens op wat bomen, die je bijna niet kan zien. Ik moet ook even terug om het te checken of ik wel goed zit. Mijn meegenomen kaartje helpt mij
weer eens. Ik kom de Fransman weer tegen die de Franse variant de GR10 al heeft gelopen. Hij is ook een beetje aan het twijfelen. Hij neemt later even een kleine pauze. Ik loop door en ga zigzaggend omhoog de heuvel op en zie hem nu een paar honderd meter
achter mij aan lopen. Verder omhoog kom ik langs de achterkant van een aantal privé-huizen. Er staat een hond bij een hek naar mij te kijken. Hij begint lelijk te blaffen als ik voorbij loop. Hogerop hoor ik nogmaals dezelfde hond blaffen. De Fransman
zal nu het hek met de blaffende hond passeren. Helemaal boven op de heuvel kom ik in een meer open veld terecht. Ik kan een aantal keren van ver een GR11 teken herkennen. Zo blijf ik op de route. Het pad loopt soms door diepe uitgesleten kuilen. In één
van die zandkuilen kom ik een Duitser met lange baard tegen. Hij kan mij vertellen dat refuge de Estaon open is en het eten geweldig. Het slijm loopt al bijna langs de uiteinden van mijn lippen als ik er aan denk. Ik heb zelf de refuge een aantal keren gebeld,
maar er lijkt niemand de telefoon op te nemen. Maar met deze kennis voel ik mij gesterkt om vandaag deze etappe tot een goed einde te brengen.
.
Een heuvel verder kom ik in een dal terecht waar vroeger een rijke landbouwstreek was. Nu staan er alleen de verlaten ruïnes van het dorpje Oboga de Nibós aan de overkant van het riviertje. Met een brug over de rivier kom ik in het spookdorpje. Ik loop er wat rond en zie dat er vele daken zijn ingestort. Verderop begint een mooie lange afdaling die de hele tijd langs de rivier loopt. Soms zijn er mooie grasvelden en ik stop een paar keer om even te zitten. Ik loop al weken met gedroogde pruimen in mijn rugtas, nu gaan ze dan eindelijk allemaal op. Ik realiseer mij dat ik al uren geen wandelaars meer ben tegen gekomen. Ik passeer weer eens een bewoond huis. In het dorpje Estaon loop ik door een smal steegje en volg de borden “Refuge”. Voor de deur staan er wat stoelen. Alle luiken staan wagenwijd open. Ik denk al dat ik mijn biertje al kan bestellen. De Duitser heeft mij helemaal lekker gemaakt voor deze Refuge, maar de deur is op slot. Ik probeer nog aan de achterkant binnen te komen, maar ook daar is alles vergrendeld. Een voorbij lopende schapenherder zegt mij dat de patron wellicht Siësta houdt. Ik ga zitten en wacht het even rustig af. Een jonge Fransman die 7 dagen voedsel in zijn rugzak heeft zitten en zijn tent, komt ook aan gewandeld. Hij rekent er ook op dat de eigenaar zo elk moment kan arriveren. Hij doet de route die tussen de GR10 & GR11 inloopt, de zogenaamde “Route Haute”. Hij heeft veel avontuurlijke verhalen en is langs mooie meertjes gekomen. Hij heeft behoorlijk veel kou geleden s’ nachts in zijn tentje. Na ruim een half uur gaat hij kijken of hij verderop zijn tentje kan neerzetten. Hij heeft toch eten genoeg bij zich. Ik heb zelf helemaal niets meer in mijn rugzak zitten. Er is wel genoeg water. De bron naast de refuge geeft heerlijk koud water uit de bergen. Ik verwacht de Fransman die de GR10 al gelopen heeft ook hier bij de refuge. Maar mogelijk zet hij ook zijn tentje bij de rivier voor het dorp. Ik heb mijzelf een limiet toegezegd. Als om half zes vanmiddag er nog niemand aanwezig is bij de Refuge, ga ik hier ook verder. Ik moet immers aan eten zien te komen en ik heb nu al honger. Ik bel nog eens de 2 telefoonnummers die ik heb van de refuge. Ik krijg steeds het antwoord apparaat. Ik hoor de telefoon van mijn telefoontje zelfs overgaan in het pand. Ik bedenk al dat ik misschien moet aankloppen voor eten bij bewoners in dit dorpje. Een oudere man die voorbij komt lopen, zegt dat hij wellicht naar de markt is en zo wel terugkomt. Ik wacht het dan nog maar even af, maar wordt er inmiddels wel wat onrustig van. Ik heb al een paar het dal in gekeken en zie dat er een kerktoren verderop staat. Ik kijk op Google Maps op mijn telefoon. Ik wil kijken of ik iets daar op kan vinden aan informatie. Ik zoom in op het gebied in het dal. Er bevindt zich een dorp en ik vergroot nog alles wat. Ik zie een hotel verschijnen. Er verschijnt op mijn scherm: Call hotel Cardós. Ik besluit spontaan te bellen. Ik vraag of er plek in het hotel is voor mij en of ze ook eten hebben en tot hoe laat ik er kan eten. Ik ben welkom en ik kan er eten tot half tien vanavond. Ik heb dus tijd genoeg. Ik leg uit dat ik in boven op de heuvel sta in Estaon bij de refuge en wacht op de patron. Ik zeg dat ik hier nog een uurtje blijf en anders de heuvel af ga komen. Ik kan het hele uur al lang niet meer afwachten en besluit om te gaan wandelen richting hotel. Het is nog een kleine 7 kilometer lopen. Met een lege maag is dat toch min of meer afzien. Het is wel alleen naar beneden door een prachtig dal. Ik zie een boerin het gras op een zeer dalend weiland het gras aanharken. Zo kan de hooibalenpers en zo overheen komen. Het steile weiland doet mij denken aan mijn boerderij werk bij de Noorse Hardanger Vidda. Ik moest ook zo grassen. Als je 1 meter vooruit moet lopen, dan is dat ook meteen een halve meter omhoog. De Spaanse boerin zwaait vrolijk naar mij. Ik wil maar niet te veel nadenken dat ik hier morgen weer omhoog moet klimmen. Ik kom via omwegen nog langs 2 dorpjes. Achter de kerktoren van Surri zie ik dan onder mij het dorp Ribera de Cardós liggen. Ik zie ook het opvallend gele hotel daar tussen staan. Ik ben er bijna. Als ik de deuren van het gele hotel Cardós betreedt met mijn rugzak, weten ze meteen dat ik de persoon ben die eerder gebeld heeft vanmiddag vanuit Estaon. Twee zussen runnen het hotel hier. Ze zijn de eigenaars van het hotel. Eén van de twee zegt dat ik beter had kunnen bellen, dan had ze mij wel met de auto willen ophalen. Ik geef aan dat ik toch best wel van wandelen houd. Het hotel is verder leeg en op het terras aan de weg zitten alleen locals van een wijn of biertje te genieten op deze mooie zwoele avond. Er rijden bijna geen auto’s op de weg langs het hotel. Een hond zonder eigenaar kan rustig op het wegdek liggen. Als er dan toch een auto aan komt, maant één van de twee zussen, de automobilist tot rustiger rijden. Ik drink ook een biertje mee om te vieren dat ik hier veilig ben aangekomen. Ik krijg een enorme kamer in het hotel en kan van af mijn kamerraam omhoog kijken waar ik vandaan ben gekomen. Ze gaan er van uit dat ik hier ook ga eten, ik kan het aanbod niet afslaan. Achter in het hotel voorbij het zwembad is er een groot restaurant. Ik neem plaats aan een tafeltje voorin. Er komt dan later toch nog een Spaanse wandelaarster aan een ander tafeltje zitten. De restaurant-manager, de kok, de ober en de afwasser werken dan niet helemaal voor mij alleen. Tijdens de diner komt dan ook nog eens één van de twee zussen, bij mij aan mijn tafel langs. Ze zegt dat ze er op staat dat zij mij morgen met de auto de heuvel op brengt naar Estaon. Natuurlijk zonder verdere taxikosten. Zo’n aanbod kan ik natuurlijk niet meer afwijzen. Na het eten neem ik nog een wijntje in de bar van het hotel. Daar is nu weer de ander zus aanwezig om mij te helpen. Op mijn kamer lees ik nog wat uit mijn boek op mijn IPhone. De Spaanse wandelaarster hoor ik in het hotel met deuren klappen, ze heeft de kamer naast mij. Als ik de lichten van mijn kamer uit doe, kijk ik nog eens door de ramen naar buiten. Ik zie dezelfde zwerfhond aan het einde van de middag, nog steeds rondlopen over straat. De bergen zijn nu grote zwarte gestalten in de verte geworden. Ze steken mooi af tegen de onbewolkte sterrenhemel.
Foto's wandelvakantie: Andorra '17
Geschreven: 22 november 2017
Dinsdag 12 september 2017
Estaon > La Guingueta d’ Áneu 11,6 km
GR11
Na het ontbijt ga ik op de bank in de lounge hal bij de receptie zitten wachten
tot één van de twee zussen en eigenaressen van het hotel mij komt halen voor de beloofde lift. Ook een Cubaans meisje en een Pakistaanse jongen wachten op de vrouw. Het is hun baas. Zij heeft bedacht dat als zij mij een lift geeft de berg op,
haar nieuwe medewerkers wel met ons meekunnen voor een excursie naar Estaon. Zij zijn hier nog nooit geweest en het wordt volgens haar eens tijd dat ze de omgeving gaan verkennen. Zo zitten we dan even later met z’n vieren in de auto en klimmen met de
weg naar boven. We maken nog even een tussenstop in Bonestarre halverwege de rit om iets af te leveren. In Estaon stappen we allemaal uit. De vrouw vraagt aan mij of ik meega met de excursie. Ik kan natuurlijk niet weigeren. Tijdens een rondwandeling door
het dorpje geeft ze informatie over bijzondere planten die hier groeien. We lopen ook langs de refuge. Hij is nog steeds gesloten. We bezoeken een nieuwe kerkje en een ruïne van de oude kerk. De huilende Madonna in een nis van de ruïne is de echte
topper. Voor haar is het een bijzonder moment op deze plek, met zo veel nationaliteiten bij elkaar. Ze wil nog door, maar ik zeg dat er nog een heel stuk gewandeld moet worden vandaag. Ze begrijpt het, maar kijkt wel een beetje teleurgesteld. Het is half elf
en het wordt tijd dat ik verder ga met mijn Camino. Achter het dorp klim ik weer de rotsen op, omhoog richting Noufonts. Ik raak bij een zanderig punt bijna het spoor bijster. Er zijn vele paden, ik kies uiteindelijk de juiste. Ik kom al snel boven: Col de
Calvo, vlak bij een grote radio/televisie mast. Net als ik de Col bereik zie ik net iets naar beneden een rugzak staan. Ik denk even: “Zou het de Fransman zijn die de GR10 al gelopen heeft?” Als ik even verder loop, zie ik inderdaad deze man op
het gras zitten te genieten van het uitzicht beneden. Ik ga ook maar even bij hem zitten. Hij benoemt de verschillen die hij heeft opgemerkt tussen GR10 & GR11. Hij heeft net zoals mij ook nog maar een paar dagen tijd om te hiken. Hij zit met het probleem
dat naar huis gaan vanaf dit punt moeilijk is. Toulouse is vlak bij, minder dan 200 kilometer. Maar je moet over Girona of zelfs Barcelona reizen, dus dat wordt bij elkaar meer als 600km. Hij gaat al gauw weer verder met hiken, ik vertrek ook niet veel later
en begin met de afdaling door veel bos. Ik kom langs het bijna verlaten dorpje Dorve. Het kerktorentje zie je al van ver in het dal van boven. Het is echter totaal verwaarloosd. Wat eens een mooi kerkplein moet zijn geweest is nu een overwoekerde plantenzooi.
.
Op een ander binnenplein zie ik opnieuw de Fransman op een bordes van een oud vervallen huis zitten. Ik kom erbij zitten en we lunchen hier samen. Het voelt een beetje triest aan om hier te zitten, aan de andere kant voelt het bijzonder. Ik vraag of hij even een foto van mij kan nemen in het portiek van een ander roze huis. Als ik het hekwerk aanraak, valt het uit zijn voegen en ik heb moeite om het terug te zetten. We zien ook één pand waarvan de geraniums op het balkon weelderig groeien. Hier zal dan de laatste stokoude bewoner van dit dorpje nog wonen. Dat moet voor deze persoon toch een triest verhaal zijn om langzaam het dorp te zien veranderen in een schimdorpje. Het laatste stuk naar Guingueta lopen we samen. We zijn op zoek naar de ramen van bunkers die zijn gemaakt in de rotsen, maar we zien nog niets in de bergen boven ons. Deze grotten dienden onder Franco als schuttersplekken. Pas als we helemaal beneden zijn bij het blauwe stuwmeer zien we er ééntje in de rotsen uitgehakt. We lopen de brug over naar Guinueta en zien vissers met plastic overalls tot hun heup in het meer staan te vissen. We willen allebei ons tentje opzetten op de Nou-Camping in het dorp La Guingueta d’ Áneu. Ik heb wel bedenkingen over de komende nacht. Mijn tentje is niet bestand gebleken voor koude nachten, maar dit is mijn laatste kans deze vakantie om erin te slapen. De Fransman heeft een veel betere tent en slaapzak dan die van mij. We checken samen in bij de receptie. We worden geholpen door een vriendelijke jongeman. Hij kan eindeloos voor ons uitzoeken welke bussen we kunnen nemen en op welke tijdstip van de dag: vanmiddag/vanavond/morgenochtend of morgenmiddag naar Barcelona, Lleida, Madrid of Toulouse. De laatste busverbinding is er dus niet. Onze tenten staan niet veel later dicht bij elkaar opgesteld. Naast mij achter in de verste hoek van de camping staan Nederlanders met een Camper. De Fransman gaat uitgebreid koken met zijn kampeerspullen. Ik zie hem zitten met zijn gasstelletje met windvangers bij zijn tent. Ik loop zelf naar het dorpje terug om ergens wat te gaan lunchen. Langs de hoofdweg vind ik een restaurant waar ik ook lekker buiten kan zitten. Na de lunch plons ik in het zwembad wat zich op de camping bevind. Het water is er wat koud, maar op de ligstoel kan ik weer opwarmen in het zonnetje. S ’avonds probeer ik het restaurant op de camping. Het heeft meer iets weg van een frituur, maar ik krijg een divers en welgevuld bord voorgeschoteld, met veel patat frites. De Fransman komt later aan tafel voor een biertje. Ik drink natuurlijk met hem mee. Na het tandenpoetsen in de sanitaire unit van de camping, kruip ik in mijn tent. Ik wens de Fransman een aangename nacht. Ik zie de Nederlanders niet meer buiten, alleen het licht brand van de Camper. Het is er waarschijnlijk comfortabel warm. Al snel trek ik mijn sokken, T-shirt en broek aan in mijn slaapzak om het toch nog enigszins aangenaam te maken. Ik hoor weer honden blaffen vanuit mijn tent.
Foto's wandelvakantie: Andorra '17
Geschreven: 24 november 2017
Woensdag 13 september 2017
La Guingueta d’ Áneu > Espot 10,0 km
GR11
Het is al na middernacht en ik kan nog steeds niet in slaap komen. Ik
trek dan ook maar mijn vest aan in mijn slaapzak. Veel kleding kan ik nu niet meer aantrekken, ik heb immers alles al aan. Een paar uur later lig ik nog wakker. Ik weet niet zeker of het echt door de kou komt. Ik bedenk als ik straks ga bibberen, dat ik dan
maar gewoon de tent ga inpakken en alvast ga lopen. Tegen zes uur besluit ik om er uit te gaan en te gaan douchen. Als heet douchen had gekund dan had ik dat ook zeker gedaan. Helaas geeft de waterkraan van het sanitaire gebouw op de camping niet meer dan
koud, hoogstens lauw water. Ik ben dan ook al gauw klaar met onder de douche te staan. Wel knap ik er enigszins van op. Mijn onuitgeslapen hoofd was ik zo uit de kreukels. Als ik naar mijn tent loop zie ik dat de Fransman ook is opgestaan en aan zijn ontbijt
bij zijn tent zit. Ik vind het veel te koud om te blijven wachten op het ontbijt in de kantine van de camping. Om half negen gaat deze voor ons open. Ik pak mijn natte tent in en vertrek al om half acht voor mijn laatste etappe deze vakantie. De camping staat
in de schaduwzijde van de berg zo vroeg in de morgen. Ik zie de zon al halverwege de top van de berg schijnen. Het lijkt mij verstandig om nu dan zo snel mogelijk daar naar toe te wandelen. Dat lijkt mij een stuk aangenamer, dan hier verder kou te lijden.
Ik wens de Fransman succes met zijn tocht vandaag, wellicht komen we elkaar weer tegen op de berg vandaag. We hebben alle twee ons einddoel op Espot gesteld, daarna volgt voor ons beiden de reis huiswaarts. In het dorp spoor ik de GR11 bakens weer op en vanaf
de hoofdweg loop ik weer op onverharde binnenwegen het dorp uit. Bij een 2-splitsing staat er even geen aanwijsbord voor mij klaar. Op mijn IPhone heb ik in Nederland een app gedownload: Traildinho. Dit is een site waarop je de gehele GR11 kan zien uitgetekend
op een landkaart. Geografisch kan je dan zien, waar je je op de GR11 bevind, of hoever je er nog van af zit. Ik besluit deze eens te proberen. Langzaam wordt de app op mijn mobiel geopend. Ik zie haarscherp op welke kruising ik nu sta. Ik zie dan ook dat ik
hier rechtsaf moet slaan. De app heb ik dus niet voor niets gedownload. Ik ben vandaag blij dat ik vandaag start met een stijl pad de berg op. Mijn lichaam wordt zo wat meer geactiveerd en opgewarmd door de zwaardere inspanning. Ik klim ook wat sneller en
kom zo eerder in de zon terecht. Na een half uurtje voel ik dan eindelijk de eerste zonnestralen in mijn gezicht. Al gauw ga ik op zoek naar een plek om te zitten voor mijn ontbijt. Ik warm weer eens water op met mijn brander en drink warme koffie. Mijn gister
gekochte yoghurt en banaan komen hier goed van pas. Ook mijn uit Nederland meegenomen laatste mueslibar, eet ik hier nog even op. Ik heb ze niet voor niets 19 dagen in mijn rugzak meegedragen. Al die tijd dat ik hier lekker in het zonnetje zit, komt er geen
enkele wandelaar voorbijgelopen. Ook de Fransman zie ik niet. Dan sta ik weer op, ik gooi de rugzak nog eens voor de laatste keer op mijn rug en vertrek voor het laatste stuk wandelen van deze vakantie. Ik wandel door het dorpje Jou en loop weer eens op de
openbare weg.
.
Na het dorp neem ik het iets hoger gelegen wandelpad, boven de rotsen. Zo snijd ik iets van de bergrug af. In het volgend dorpje Estais zoek ik tevergeefs naar een cafeetje. Ik kruis de grotere verkeersweg naar Espot over. Ik zie er meerdere auto’s rijden terug naar Guingueta. Dit geeft mij hoop op een lift terug vanmiddag. Ik loop Camping La Mola voorbij. Hier heerst nog een lekker zomergevoel. Dan komen de eerste huizen van Espot al in zicht. Ik loop bovenlangs de rivier. Ik kan deze rivier alleen oversteken bij de brug. Ik moet daarvoor eerst helemaal het dorp voorbij lopen. Ik zie aan de overkant van de rivier al de parkeerplaats met jeeps en een grote passagiersbus klaar staan voor vertrek. Ik wil me niet teveel gaan haasten. Het is nog steeds vakantie. Eenmaal over de brug in het centrum, loop ik nog even wat rond, op zoek naar een terras. Ik vind een tafeltje in de schaduw. In de zon is het vandaag echt te heet. Ik bestel een pannenkoek, en later nog maar één. Ik begin met koffie, maar neem daarna witte wijn. Op een ander tafeltje zit op deze woensdagmorgen een verveelde jongeman op zijn smartphone aan het spelen. Ik realiseer mij dat het Camino hiken er voorlopig op zit. La Jonguerra lijkt vanaf hier heel ver weg. Ik kijk nog eens op de GR11 bordjes in het dorp. Refugi Ernest Mallafre zie ik aangegeven staan. Volgens mij moet ik ooit deze kant op. Ik loop het dorp door naar het parkeer terrein. Ik zie nog een bus wegrijden en wil deze aanhouden. De chauffeur gebaart mij dat hij geen passagiers meeneemt. Een Toerist Company verhuurt Jeeps als taxi’s de bergen in vanaf hier. Het is hier één en al bedrijvigheid met alle toeristen die van het mooie weer willen genieten vandaag. Ik zou ook kunnen proberen te liften. De Fransman lijkt ook nog niet in aantocht. Ik neem dan maar een snelle Jeep alleen terug naar Guingueta. De chauffeur is een enthousiaste jongeman. Hij heeft gekozen om juist hier te leven. Hier is ruimte, avontuur en rust in zowel zomer als winter. Barcelona is alleen maar voor een weekend, dan weer gillend naar huis, veel te druk daar. Ik laat me helemaal afzetten bij Camping Nou. Bij de receptie kan mij dezelfde jongen als gister, weer exact vertellen hoe laat de bus gaat naar Lleida. Ik zit dan ook al niet veel later in de bus daar na toe. Ik kom door een mooie natuurstreek van de lagere Pyreneeën. In Lleida gedraag ik mij weer eens als een normale toerist. Museum, kerk en park. Ik bezoek het allemaal. Ik laat de hele wandelvakantie nog eens in mijn gedachten de revue passeren. Na een nachtje Lleida, bivakkeer ik nog 2 nachtjes in Barcelona. Met een rugtas vol met mooie Camino herinneringen keer ik naar huis terug. Ik hoop op een spoedig vervolg.
Foto's wandelvakantie: Andorra '17
Geschreven: 28 november 2017
.
Nog open :
Espot > Parzan
Zaterdag 24 augustus 2019
Parzan > Refugio de Pineta 12,4 km
GR 11
Na een lange reis vanuit Barcelona, was ik gisteravond laat aangekomen in Bielsa. Het moest wel met 2 treinen, twee bussen en een taxi. De laatste bracht mij dan eindelijk op mijn eindbestemming op de camping in Bielsa midden in de Pyreneeën. Vanmorgen word ik wakker in mijn tentje. Ik heb de wekker vroeg gezet want ik wil nog voor het ontbijt naar Parzan. Net na zes uur loop ik de camping af richting Parzan. Het is dan nog net donker. Dit is de plek waar van Oostelijke richting de GR11 gaat komen. Daar wil ik deze vakantie aanvangen met mijn wandeltocht over de GR11. Vanaf dat punt wil ik Westwaarts lopen. Ik ga straks weer terug komen bij de camping dus mijn tentje heb ik nog laten staan. Ik kan zo lekker een stuk zonder bagage lopen. Het eerste stuk langs het voetpad langs de rivier naar Bielsa. In een wandeltunnetje bedenk ik dat ik de autoweg die hier boven loopt moet hebben. Ik klim na de tunnel omhoog naar de weg. Ik vind de verkeersweg naar Frankrijk. Ik zit op het goede pad. Bij een grotere verkeerstunnel denk ik al gauw dat mijn poging om vandaag Parzan te bereiken op niets gaat uitlopen. Er staat immers duidelijk een verbodsbord voor voetgangers. Ik zie dat de tunnel lang en donker is, als ik dichter bij kom. Mijn leven wil ik echter niet riskeren. Ik wil al bijna terugkeren en mijn poging opgeven als ik aan de zijkant van de tunnel ook een wandelpad vind die buitenlangs de tunnel loopt. Zo blijf ik gevrijwaard van een gevaarlijke donkere tunnel. Via 2 wandelbruggen kom ik aan de andere kant van de lange tunnel en kan ik weer op het asfalt stappen. Ik kom de eerste huizen van Parzan tegen. Ik zie wel aan de kant van de weg een bord staan met er op vermeld: ”Camino de Santiago”. Dit is om de automobilisten te waarschuwen voor wandelaars op de verkeersweg. Dan staan er om de circa 100 meter, steeds lange stokken met een geel bovenstuk langs de weg. Ik denk dat dit voor wandelaars bedoelt is die de “Camino” lopen. Hoopvol blijf ik deze volgen. Ik had gezien op de wandelkaart dat de route Noordelijk van Parzan begint. Maar het is verder dan ik dacht. Ik zie dan eindelijk rechts in de berm het lang verwachte eerste GR11 bordje met wit/rode strepen staan. Ik zit weer op de GR11! Mijn bedoeling is dat ik ooit vanaf het Oosten hier uit de bergen kom lopen. Bij het bereiken van dit punt waar ik nu ben, kan ik dan meteen mijn duim gebruiken om verder te liften. Het lange saaie stuk langs het asfalt heb ik dan al gedaan. Nu keer ik snel om en ga weer terug naar de camping. Ik zie twee wandelaars met rugzakken lopen. Ik neem aan dat ze ook de GR11 volgen. Zij gaan vanaf hier de bergen weer in naar het Westen. Ik weet dat het vanaf hier een tocht van ruim 7 uur is naar de eerstvolgende refuge. Ik wil daar ook heen, maar ik neem vandaag de makkelijkere variant. Gewoon over het asfalt. Voor een eerste wandeling deze vakantie met bagage, lijkt me dat een betere optie. Terug op de camping bij het restaurant ga ik ontbijten. Ik ben de enige die daar een ontbijt wil op dit nog steeds vroege tijdstip. Een oude enthousiaste Spaanse man achter de bar, vraagt mij of ik eieren met spek wil. Ik vind het een uitstekend idee. De jonge Colombiaanse ober die mij gisteravond hier bediende, loopt hier ook weer rond. Hij groet mij vriendelijk en wenst mij succes met mijn wandeltocht. Dan breek ik mijn tentje af. Deze is door de zon al geheel opgedroogd. Ik loop hetzelfde wandelpad langs de rivier weer naar Bielsa. Nu loop ik omhoog het dorpje in. Ik neem op het terras bij een cafeetje nog een laatste koffie met een croissant. Ik koop nog eens een extra fles water. Het is heet vandaag!
.
Na de koffie loop ik wat heen en weer door de smalle straatjes op het juiste pad te vinden het stadje uit. Via “Google Earth” op mijn telefoon, zie ik dat ik een recht pad moet nemen. Deze loopt stijl omhoog. De ribbels op de weg houden bij nat weer het wegglijden van auto’s tegen. Ik zie boven mij de autoweg lopen, waar ik nu naar toe klim. De rest van de tocht vandaag blijf ik deze volgen. Ik loop langs het water van een groot stuwmeer. Ik kan er het zweet van mijn voorhoofd mee afspoelen. Er staan al borden met “Refuge de Pineta” aangegeven. Dit word mijn eindbestemming voor vandaag. Op een uur lopen van de refuge vind ik tot mijn verrassing nog een mooi restaurant met terras en uitzicht op het dal. Ik ga er lekker zitten, maar moet nog wel even wachten tot de keuken open gaat voor de lunch. Als het tien minuten later exact twee uur is, kom ik nog eens vragen of ik kan bestellen. Het kan nu wel. Na de lunch bereik ik over het laatste stuk asalt al snel de refuge. Ik had eigenlijk het plan opgevat om deze vakantie elke avond de tent op te zetten. Maar bij het inchecken zegt de man achter de balie, dat het van hem wel mag om in het bos mijn tentje op te zetten. Zolang de politie het maar niet ziet. Het voelt aan als illegaal kamperen. Er is wel plek in de refuge. Ik laat het tentje dan maar voor een nachtje zitten. Ik installeer mij in een gedeelte van de “dormitory” waar steeds 2x2 stapelbedden naast elkaar staan. Een soort laken dient als deur. Ik gooi mijn baggage op mijn bed, en ga naar het terras onder de bomen voor een goed glas bier. Ik heb vanmiddag nog wel tijd voor een extra wandelingetje. Ik neem de rondwandeling van 1,5 uur vanaf de refuge, zoals op de bordjes staat aangegeven. Ik ben wel op mijn teva-slippers. Het lopen over de keien is dan ook wat gevaarlijk. Ik heb ook nog alcohol op. Ik weet nu even niet of dit een positief of negatief effect heeft. Ik loop ook over een groot grasveld en later dwars door een kleine waterval heen. Ik moet snel doorlopen om niet heel nat te worden. De vele druppels voelen wel heerlijk op mijn enigszins verhit lichaam. Het is er wel glibberig.Ik blijf denken om mijn enkels. Het moet toch niet zo zijn dat ik na de eerste wandeltocht deze vakantie uitgeschakeld raak, omdat ik uit glij met mijn slippers! Bij elke steen denk ik dit opnieuw, dus dit nooit meer doen! Ik kom uit bij een camping. Ik zie er ook Nederlandse auto’s en caravans staan. Ze zijn al bezig met de barbecue. Ik loop over een brug naar de weg, en zie in het kleine stroompje helder water onder de brug een aantal kinderen zwemmen. Ik zie dat ik opeens weer op de GR11 loop. Het laatste gedeelte van de langere variant van vandaag. Deze route loopt terug naar de refuge. Ik lig na de douche nog even op het stapelbed om te wachten op het avondeten, Een jonge Cubaan wonend in Valencia komt voorzichrtig binnen. Hij zegt dat hij mijn kamergenoot gaat worden vannacht. Patrick is zijn naam. Hij is al weken met de GR11 bezig en wil deze in 1 keer in zijn geheel afmaken van begin tot eind. Op Facebook houdt hij alles bij om iedereen op de hoogte te brengen van zijn avonturen. Ik zie hem later met zijn telefoontje heftig in de weer om een soort video-verslag te maken. Zijn volgende vakantie wordt er één met alleen maar strand. Hij zit nu na 3 weken al naar het einde uit te kijken. Hij schat nog zeker 10 wandeldagen. Bij het avondeten was ik even vergeten dat het systeem met namen op een blaadje per tafel de indeling is. Ik vraag of er een John aan deze tafel hoort te zitten, en ze zeggen van ja. Maar ik moet later verplaatsen omdat ik als Johannes ben ingedeeld bij een andere tafel. Later klopt het weer niet en moet ik weer op een andere tafel bijvoegen. Het maakt mij allemaal niet uit. Ik spreek zo veel Spaanse mensen en ik kan er mijn Spaans weer wat mee ophalen. De Cubaan is de enige GR11 loper die ik hier tegen kom. Het is nu weekend en ze maken allemaal dagtochtjes. Na het eten lig ik nog even in mijn slaapzak in het donker op mijn telfoon te turen. Ik kijk wat foto’s na van vandaag en ik lees in mijn boek op mijn Iphone. Onder mij in het stapelbed doet de Cubaan zo ongeveer hetzelfde.
Foto's : Pyreneeen 2019
Geschreven: 17 september 2019
Zondag 25 augustus 2019
Refugio de Pineta > Refugio de Góriz 13,0 km
GR 11
Het laken wat voor de ingang hangt bij onze 4-persoonskamer is niet geluidsdicht. Zo hebben we kunnen genieten van de vele snurk geluiden op de zolder van de refuge. Ik heb het vroegst mogelijke ontbijt tijdstip gekozen. Om half zeven lijkt de gehele refuge al in beweging te komen. We gaan weer zitten op dezelfde stoelen aan de tafel zoals we gisteravond ook zaten. En dat gaat bij mij nu ook in één keer goed. Voor mijn gevoel gaat het wandelavontuur nu pas echt beginnen deze vakantie. Vandaag ga ik de bergen in, geen asfalt meer voor mij. Achter de refuge staat een wandelbord met aanwijzingen. Er zijn meteen 2 varianten naar refuge de Góriz. Ik kies de kortste variant en dat is nog altijd 8 uur wandelen. De Cubaan die ook de GR11 loopt, zit hier ook te kijken van welke kant hij op zal gaan. We hebben in ieder geval genoeg te wandelen vandaag! Het eerste stukje herken ik van de kleine rondwandeling van gisteren, Bij het volgende wandelbord begint mijn echte klim naar boven en verlaat ik het pad van gister Ik hoef dus niet opnieuw door de waterval heen te lopen. Ik steek een riviertje over, door op een paar grote keien te springen. Het riviertje verandert verderop in een waterval. Het water stort er meters naar beneden, naar de plek waar ik gister onder door ben gelopen. Ik zie ook het grasveld beneden mij liggen, waar ik op mijn slippers door heen gelopen ben. Het is een stevige klim en ik kijk af en toe achterom het dal in, om te zien hoe mooi het hier is. Ik kan er van genieten ondanks dat het best wel zwaar is vandaag met zon’n eerste klim. Ik zie de bomen struiken worden en ook deze verdwijnen weer. Ik ben boven de boomgrens. Ik kijk naar boven en zie ver en hoog boven mij een wandelbord staan. Ik neem aan dat dit Collado de Añisclo moet zijn. Ik weet uit ervaring dat wat dichtbij lijkt, best nog wel even door klauteren is. Na nog wat meer zweten bereik ik de pas. Het aanwijsbord staat op een groot rotsblok. Om het goed te lezen, moet je daar ook nog even bovenop klauteren. Ik lees het bord aandachtig en zie dat er weer 2 mogelijkheden zijn. Een langere optie door het dal of een kortere optie over de bergkam en langs de rotswand. Er staat vermeldt dat dit een gevaarlijke route is, zeker als er sneeuw aanwezig is op de bergrand. Ik zie van beide kanten wandelaars naar mij toekomen, dus besluit ik even op deze plek te wachten. Misschien hebben ze nuttige informatie voor mij. Ik ga even zitten achter het rotsblok want het waait een beetje hier en het voelt fris aan. De wandelaars die die van de rif komen zijn enthousiast en zeggen dat het te doen is en er geen sneeuw ligt. Het groepje dat van uit het dal komt, is zich niet bewust van de andere variant. Volgens de andere wandelaars hebben ze iets gemist. Ik verwacht dat de jonge Cubaan mij wel van achter zal naderen maar ik zie beneden niemand de laatste klim hier naar toe maken. Ik ga dus alleen op weg naar de imposante klif die aan de overkant boven het dal hangt. Ik kies natuurlijk weer voor de gevaarlijke variant! Ik heb een gezonde spanning over mij, als ik deze rotsen nader. Een kudde schapen mekkert beneden mij. Er zit een wandelaar rustig op een rotsblok van het uitzicht te genieten, of is het de schapenherder?
.
Ik kom al wat ijs tegen wat langs de muur ligt. Als er later mij een tweetal wandelaars passeren, waarschuwen ze mij voor gevaarlijk gladde plekken op het ijs. Ik doe het meteen een stap rustiger aan. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. De zwarte plekken zijn inderdaad zeer glad. Ik kom de eerste kettingen tegen die mij moeten helpen de rotswand over te steken. Ik hang boven diepe afgronden dus ik houd mij stevig vast. Ik stond een half uur geleden naar dit punt te kijken, dus ik weet hoe diep het daar beneden is. Het is spectaculair vandaag! Bij een overhangede rotswand komt er hard stromend water uit de muur. Het lijkt een soort waterkraan. Ik besluit er helemaal heen te lopen en even het water te voelen op mijn handen. Het is koud, maar het smaakt uitstekend! De hangende klif loopt in een halve cirkel en ik krijg langzaam zicht op en ander groen en diep dal, aan de andere kant van de berg. Ik hoor weer een aantal marmotten fluiten. Een hertje zie ik met zijn kop net wegduiken achter de heuvel als ik aan kom lopen. Ik vind een mooie plek voor de lunch. Ik haal het lunchpakketje uit mijn rugtas en zoek de beste plaats om te gaan zitten. Een zelfgemaakte pasta is de verrassing uit het lunchpakket dit keer. Zo zittend en kijkend op het dal bedenk ik mij dat ik dit al eerder heb gezien. Jaren geleden heb ik ooit eens een tocht gemaakt door de Ordesa Canyon. Ik kijk nog eens op mijn landkaart. Het is ineens een feest van herkenning. Het moet toch al gauw 7 of 8 jaar terug zijn. Ufff…de tijd gaat snel. Ik zie wat mensen van de top achter mij naar beneden komen. Als ik na de lunch mijzelf weer in gang zet, wordt ik later door deze twee vrouwen ingehaald. Ik kan het hoge tempo niet bijhouden en laat ze netjes voor gaan. Ik blijf natuurlijk een Gentleman. Bij een kleine waterval neem ik even een snel en koud bad. Ik kan er net in zitten. Dan zie ik de Refugio de Goritz onder mij liggen. Ik zie wat tentjes op de heuvelrand staan. Dat is natuurlijk een hele mooie kampeerplek. Niet veel later staat ook mijn tentje daar. Ik kan liggend op mijn luchtbed vanuit mijn tent de Canyon zien. Het mooiste uitzicht ooit van uit mijn tent! Later zet een vrouw alleen haar tentje op, net iets achter mij. Ook een Spaans ouder stel zet er een tentje bij. Ik zie op het pad naar de refuge ook nog 2 tentjes staan. Het zijn Polen, die kom ik hier niet vaak tegen. Ze zijn blijkbaar erg moe, want ze liggen volledig uitgeteld op hun opgeblazen luchtbedden in de zon te slapen. Ik wil nog even douchen in de refuge, maar dat mag niet als je alleen een tentje hebt hier. Kampeerders hebben blijkbaar geen douche nodig. Het kan met het kraantje in de toilet net achter de refuge, vertelt mij de refuge-medewerkster. Het blijft bij mijn kop onder de kraan steken van het ijskoude water. Opgefrist genoeg! Ik loop over de losse planken weer terug naar de refuge voor een late lunch. Ik bestel Patatas Bravas met steak met gebakken ei. Het is een enorm bord en ik eet het met grote trek snel op. Twee Spaanse mannen reageren enthousiast: Dat ziet er goed uit! Dat wil ik ook!” Niet veel later zie ik nog 2 van dit soort grote borden uit de keuken komen. Van de Refuge medewerkster krijg ik nog eens uitgebreid uitleg welke route ik morgen moet nemen, als ik morgen de top van de “Monte Perdido” wil beklimmen. Ik zie ook weer Patrick de Cubaan in de refuge verschijnen. Als ik vraag waarom hij zo laat is, komt dat volgens hem door al die foto’s en films die hij maakt onderweg. Buiten neem ik op het terras in de zon nog een wijntje en houd het thuisfront even op de hoogte van mijn belevenissen. Ik ga na de wijn even lekker “rozig” in mijn tentje liggen. S ’avonds bij het avondeten ga ik zitten aan de juiste tafel. Er zit een grote groep Spaanse lopers uit Alicante. Ze misten nog 1 tafelgenoot, dus ze weten al hoe ik heet. Ik mag wel in het Spaans uitleggen waar ik vandaan kom. Als ik aan de tafelgenoot tegenover mij probeer uit te leggen dat dit voor mij slechts één etappe was van Amsterdam naar Santiago, kan hij het niet allemaal bevatten. Lastige vragen als: “Hoe lang ben je daar al mee bezig?” en “Waarom doe je dit dan?” De antwoorden klinken enigszins belachelijk uit mijn mond. Dit soort dingen kan ik ook maar beter voor mij houden. Ik houd het voortaan gewoon op: “Ik houd van bergen”. Dat lijkt een simpelere en betere uitleg. Het wordt morgen goed weer volgens de weersberichten, dus ik ga de uitdaging aan om de top van “Monte Perdido” te beklimmen. Ik hoor van de Spaanse jongen naast mij, dat deze hele groep net zoals mij het morgen gaat proberen. Zij moeten morgen na de top wel helemaal weer terug naar de Canyon en terug naar Alicante. Ik probeer Patrick de Cubaan ook enthousiast te krijgen voor “Monte Perdido”. Hij ziet dit echter als een soort vertraging om zijn einddoel te bereiken. De Atlantische kust. De sterrenhemel boven de Canyon ziet er van uit mijn tent geweldig uit vannacht!
Geschreven: 25 september 2019
Foto’s: Pyreneeen 2019
Maandag 26 augustus 2019
Refugio de Góriz > Car Park Ordesa Canyon 12,6 km
GR11
In de vroege morgen zie ik in de ontbijtzaal bij de buffettafel van de refuge, de Cubaan Patrick weer. Ik wens hem succes met het verdere verloop van zijn tocht. Na het ontbijt met o.a. warme chocolademelk, cerial en jam kan ik zonder zware bagage op mijn rug aan de beklimming beginnen. Bij de refuge staat al meteen een aanwijsbord voor “Monte Perdido”. Ik zie meerdere wandelaars die kant op lopen, dus loop ik netjes als een mak lammetje achter ze aan. Ik zie steeds kleine torentjes van opgestapelde stenen staan langs het pad. Dit is het teken van het goede spoor naar boven. Ik zie de jonge Spaanse jongen uit Alicante met zijn vriendin voor mij lopen. We hebben ongeveer hetzelfde tempo, de afstand tussen ons blijft dan ook ongeveer gelijk. Bij een grote Pyramide van stenen volgen we het spoor rechtdoor de heuvel op. We lopen zo richting een hoge rotswand, waar we duidelijk niet verder omhoog kunnen. We staan uiteindelijk tegen een muur als we zeker weten dat we verkeerd zijn gelopen. Er is nog een Franse wandelaar achter mij aan gelopen. Deze wijst naar mij omhoog. Ik zie daar een grote groep bokken staan boven op een vals plat, een stuk hoger op de berg. Met zijn verrekijker kan hij ze van heel dicht bij zien. We zien een aantal wandelaars op een ander pad beneden ons lopen. Op dit pad hadden wij ook moeten zijn. We dalen met zijn vieren weer af en zoeken ons eigen pad naar het juiste spoor. Even later lopen we weer tussen andere wandelaars. Er volgt een stuk met grote keien waar we soms ook over heen moeten klauteren. Er komen ook een aantal Franse wandelaars die juist naar beneden wandelen. Als ik vraag hoe het mogelijk is dat ze nu al op de weg terug zijn. Een vrouw verteld dat ze op de top hebben geslapen. Het was erg koud, maar ze hebben wel van een mooie zonsopgang kunnen genieten. We lopen langs een rotswand met behulp van kettingen om een grote ijsmassa heen. Op weer een ander punt is het lastig om bovenop de richel te komen. Je moet bijna springen. Het atletisch vermogen wordt getest. Er zitten net genoeg randen op het steen om jezelf op te trekken, nog net op tijd voordat je er weer vanaf glijdt. Dan volgt een stijle rotswand waar je continu veel moeten klauteren. Maar er zijn genoeg grijpgaten in het steen. Als we naar boven kijken zien we een ijzige helling waar wat mist hangt die het wat spannend maakt wanneer de top van “Monte Perdido” te voorschijn gaat komen. Je kan steeds keuzes maken over het te bewandelen pad. Kies ik voor het witte ijs of sneeuw? Het is er glad. Of kies ik voor het losse grind, waar je steeds in weg zakt. Dit is naar boven erg zwaar. Af en toe is er ook wat modder en grote stenen. Het is continu bepalen wat het handigste is. Er komen wat zonnestralen door, maar de mist blijft wat hangen in de dalen. Twee Fransen, die mij tegemoet lopen, kunnen beamen dat ik bijna bij de top ben. Dan zie ik daar dan eindelijk de bovenkant van de top. Ik bevindt mij op 3355 meter hoogte. Het uitzicht laat wat verre bergtoppen zien en een wolkendek onderin. Ik moet nu echt mijn wanten, muts en regenjas tegen de kou aantrekken. Ik heb ze dus niets voor niets meegenomen. Als beloning voor het behalen van de top, neem ik een chocoladereep voor de stevige trek. Ik neem voor wandelaars wat foto’s naast het gedenkteken van de top. Natuurlijk vraag ik een wederdienst.
Foto’s: Wandelvakntie
.
Als ik wil beginnen met de afdaling, zie ik net de jonge Spanaard uit Alicante en zijn vriendin aankomen. In het begin ben ik achter ze aan gelopen, en ze willen zich daarvoor excuseren. Op de terugweg kom ik het groepje Poolse jongens van de camping tegen. Ze lijken hun volledige bagage te hebben meegenomen. Als ik vraag waarom, lijkt het of ze hier zonder bagage niet als een optie hadden. Ze zijn ook geen overnachting hier van plan. Misschien is het niet stoer genoeg zo zonder bagage? Ik sta even te wachten op het punt waar de klauterwand weer begint, nu mijn pad naar beneden. Ik zie twee Italiaanse wandelaars een heel andere variant nemen. Die kiezen voor het grote grindveld hier rechts van de klauterwand. Ik vraag of dit misschien “an easier way” is. Zij denken van wel en zo ga ik ze ook achterna. Met grote passen stap ik op het grind naar beneden. Steeds zak en glij je over het grind nog eens vele extra meters naar beneden. Ik zie links van mij klauteraars moeilijk bezig zijn op de klauterwand. Wij glijden over het grindveld als skiers op een zwarte piste. Dan naderen we een gletcher en houdt het grind ineens op. Ik probeer het ijs over te steken, maar het is veel te hard en ijzig. Ik kan er met mijn bergschoen geen afdruk in maken. De kans op wegglijden het ravijn in, is veel te groot. Het moet anders, maar ik heb geen idee. Ik denk net dat we over het grind weer naar boven moeten klimmen. Dat wordt dan een hele onderneming met één stap omhoog en twee/derde stap weer omlaag! Dan komt de oudste van de twee Italianen, en waarschijnlijk ook meest ervaren wandelaar, op het idee om onze wandelstokken te gaan gebruiken. De eerste wandel stok pint hij vast op het ijs. Dan de tweede stok daar weer een meter verder. Dan vraagt hij mijn eerste stok om die weer een meter verder vast te pinnen. Dan kunnen kunnen onze wandelschoenen er veilig achter zetten, zonder dat we de ijswand af glijden. Dan geven we steeds de stokken aan elkaar door, en pinnen de volgende stok weer vast. Zo kunnen we de gehele ijswand oversteken naar de overkant van de gletcher. Het kost even tijd. Deze 20 meter ijs overbruggen we in bijna een half uur. Het voelt aan of we onze voeten weer op de vaste wal gezet hebben. Enigszins opgelucht bedanken we ieder van ons voor de fysieke en materiële steun die we elkaar moesten geven. De oudste Italiaan bedank ik ook nog eens voor het briljante idee. Ik blijf nu verder gewoon op het wandelpad. Geen snellere doorsteekjes meer voor mij. Bij de hoge Pyramide gooi ik nu ook mijn steen er bovenop. Ik loop er met de klok mee, een keer om heen. Zo was dat mij geleerd in Nepal onderweg naar basis Camp van Mount Everest, om de goden te bedanken voor een veilige aflloop. Zo kom ik zonder nog veel extra verrassingen weer bij de refuge. Ik bestel daar mijn lunch. Dan kan ik het tentje weer droog inpakken en kan nu helaas wel met alle bagage op mijn rug, mijn pad vervolgen. De Canyon Ordesa blijft voortdurend in mijn zicht. Monte Perdido achter en boven mij, is in nevel gehuld, en uit mijn zicht verdwenen. Langzaam zak ik zelf de Canyon in. De afgronden worden steeds spectaculairder. Ik herinner mij het pad van 7/8 jaar geleden nog goed. Ik vervolg dit pad niet meer verder zoals toen, maar ik daal verder af naar de waterval. Er komen wel steeds meer wandelaars op het pad. Als ik bij de waterval ben, is het daar topdrukte. Op elke rotsblok zit wel iemand in de zon van het uitzicht te genieten. Het doet iets te toeristisch aan, dus ga ik al snel weer verder met mijn tocht. Ik kom geheel beneden in de kloof en loop over een geplaveid toeristisch pad. We horen een vrouw van de boven in de Canyon gillen. Het is alsof ze in nood is, en ons roept. Vele wandelaars kijken met hun verrekijkers naar boven de rand van de Caynon, van waar het gillen komt. Ik zie daar boven ook meerdere mensen, die daar allemaal stil staan. Het noodnummer moet gedraaid worden. Een helicopter is nodig. Het duurt nog wel even voordat we er eentje horen aanvliegen. Ik kom langs vele mooie kleinere watervallen, maar er zijn altijd wel wat mensen aanwezig dus erg idyllisch voelt het niet aan. Ik heb mijn lunchpakketje bewaard voor vanavond. Ik heb het plan opgevat om ergens in het bos langs de rivier te gaan wild camperen. Ik kom aan het einde van de middag bij een grote parkeerplaats. Er is ook een restaurant. Ik neem er nog wat te eten en bestel een koud bier. Ik denk dat ik dan hier verderop mijn tentje ga neerzetten. Ik hoor dat er ook een bus wandelaars hier uit de Canyon ophaalt. Ik bestudeer mijn wandelkaart en begrijp dat de bus ook langs een camping gaat. De luxe van een mogelijke warme douche gaat het bij mij winnen. Niet veel later zit ik dan ook in de blauwe bus richting Torla. De buschauffeur moet onderweg in het donkere bos nog even wachten op overstekende hertjes. Na een flinke afdaling zet de bestuurder mij bij de camping San Anton uit de bus. Als ik mijn rugzak uit het onderruim van de bus haal, zie ik een grote kooi staan. Een bange hond zit naar naar mij te kijken, maar ik kan hem niet bevrijden. Op de camping krijg ik een mooi stukje grasveld op de helling toebedeeld. In het toilet gebouw kan ik heerlijk mijn zweet afspoelen. Ik zie stoere gespierde mannen hetzelfde doen. Op het terras van de camping kan ik s’avonds heerlijk eten. Tijdens het eten verwonder ik mij over de hoge bergen die zwart afsteken in de sterrenhemel. Ondanks dat ik vanavond onder een helder brandende lantaarn sta met mijn tentje en het hierdoor behoorlijk licht is in mijn tentje, kan ik er uitstekend slapen.
Geschreven: 28 september 2019
Foto’s: Pyreneeen 2019
Dinsdag 27 augustus 2019
Carpark Ordesa Canyon > San Nicolás de Buljaruelo 11,4 km
GR11
Er is vannacht wat onweer geweest. Ik heb wat lichte regen op mijn tent horen tikken. Midden in de nacht heb ik snel mijn zelf gewassen was van de lijn, voor mijn tent gehaald. Mijn kleren zijn gered! De buitenkant van mijn tent is vanmorgen nog wel behoorlijk nat. Het ziet er ook niet naar uit dat het snel gaat opdrogen, dus pak ik mijn tentje alvast in. Ik sta al om 07.00.u. met mijn volledige bepakking bij het restaurant bij de camping op de stoep. De deur is gewoon open, maar ik zie nog niemand achter de bar. Ik ga alvast aan een tafeltje zittten. De ober van gisteravond zet de televisie aan. Zo kan ik het Spaanse weerbericht volgen voor vandaag. Er is regen voorspelt! De man vraagt wat ik wil eten. Ik ga voor een Spaanse omelet. Ik doe ook weer eens een Café Cortado. Nu ik in Spanje ben kan dat nog steeds. Als ik klaar ben, zegt hij dat ik bij de receptie de campeerplek kan afrekenen. Er is daar nog niemand als ik bij de balie sta. Niet veel later komt dezelfde ober met mij afrekenen. Ik kan er ook mijn busticket kopen. Altijd handig zo’n veelzijdige ober. Ik loop de oprit af naar beneden naar de autoweg. Even verderop bevind zich de busstop. Ik hoef niet heel lang te wachten of de blauwe bus pikt mij weer op voor de rit naar Ordesa Canyon. Ook vandaag zie ik weer een paar honden in kooien zitten in het onderruim, waar ik mijn rugzak bij zet. Tijdens de rit horen we een hond heftig blaffen, hij is het er niet mee eens! In neem bij het restaurant bij de parkeerplaats nog een koffie. Deze regenachtige morgen is het er nog erg rustig. Ik neem er nog een broodje bij, zo ga ik in ieder geval met een gevulde maag van start.
.
Ik moet nog even zoeken waar de G11 verder gaat. Het spoor kan ik weer vinden over de brug over de rivier. Op een vlak terrein kom ik meteen al de eerste wandelaars tegen. Ze hebben volledige bepakking bij zich, ze hebben vast hier wild gecampeerd. Ik zie de Canyon nog steeds hoog boven mij uit komen door de mistflarden. Er zijn wat paadjes die naar watervalletjes lopen. Ik ga ze allemaal af om toch maar even te kijken. De verzadiging van watervallen de afgelopen dagen is er al. Maar ja, je weet nooit welke mooie je mist. De koffies vandaag werken wat laxerend, en ik moet opeens op zoek naar een goede veilige plek om even alleen te zijn. Bij een schuilplek loop ik van het pad af naar achter in het bos. Ik zie dat ik niet de enige ben geweest die deze plek hiervoor heeft uitgekozen. Opgelucht wandel ik weer verder. Bij een uitkijkpunt zie ik beneden mij de weg lopen. Ik zie daar de blauwe bus weer rijden. Met scherpe S-bochten klimt de bus voorzichtig omhoog. Ik wandel verder naar beneden en zie dat de camping waar ik vannacht met mijn tentje stond, nu heel erg dichtbij is. Ik kom bij Puen deros Nabarras. Ik loop over het blauwe water in een kloof over een houten brug. Ik begin weer aan een lange klim. Ik loop door een tunneltje de autoweg onderdoor. Verderop zou ik volgens de GR11 aanwijzingen een oude boogbrug moeten oversteken. Deze is echter met linten afgezet en staat op instorten. Ik moet even bedenken hoe ik verder kan. De nieuwe en betere brug van de autoweg iets hogerop, biedt de oplossing. Ik zie twee wandelaars die aan komen wandelen. Ook zij twijfelen hoe ze verder kunnen. Bij een nieuwe Ijzeren brug kan ik over de rivier naar een camping wandelen. Door het rooster heen kan je het water onder je door zien stromen. Het restaurant voor de lunch is nog gesloten, het is best nog wel vroeg. Ik doe het rustig aan vandaag. Eerst maar eens koffie drinken, in de bar achter het restaurant. Een Spaanse vrouw die aan een tafeltje zit met veel papieren, loopt net even weg als een windvlaag al haar papieren doet opwaaien. Ik loop naar de bar en informeer haar hier over. Ze stuift meteen weg. Ze bedankt mij hartelijk. Ik neem plaats in het restaurant, het is er nog leeg. Maar het zit even later helemaal vol met toeristen. Ik neem er een heerlijke en gezonde maaltijd. Ik doe er ook maar een wijntje bij. Het lijkt wel vakantie. Dan loop ik nog even door naar de volgende camping. Op een groot grasveld kan ik mijn tentje naast die van een ander zetten. Aan de nadere kant staan er allemaal Sta-caravans. Er staan natuurlijk ook weer Nederlanders. Ik heb net mijn tentje opgezet als er een grote regenbui uit de lucht komt vallen. Het tentje kan mij in ieder geval droog houden. Ik kan het thuisfront van de laatste ontwikkelingen hier op de hoogte brengen. Als het weer wat is opgeklaard, maak ik nog een kleine wandeling. Ik wil even het spoor voor morgen verkennen. Ik wil morgen van de GR11 in Spanje naar de GR10 in Frankrijk lopen. Over de brug bij de refuge op een heuvel zie ik een bord: “GR10 FRANCIA” staan. Dit is mijn pad voor morgen. Ik kan op het terras bij de refuge weer een wijntje drinken. Er zijn veel toeristen die met de auto komen hier. S’avonds is het in de warme herberg een stuk rustiger. Wij eten pas om half tien. Weer eens een echte Spaanse diné-tijd. Ik zit met een groep Spanjaarden aan de eettafel, die van gevaarlijke dingen houden in de bergen. Zonder adrenaline geen avontuur. De vrouw van de oudste man, vind het soms niet leuk meer als hij mij wat foto’s laat zien van hem hangend aan een rots in de sneeuw. Het ziet er spectaculair uit, maar ik houd mij aan een veilige gebaande route door de bergen. Na weinig zon te hebben gezien vandaag, zie ik vannacht een heldere hemel met sterren. Het voelt best fris aan, maar in mijn slaapzak in mijn tentje houd ik het lekker warm.
Geschreven: 4 oktober 2019
Foto’s: Pyreneeen 2019
Woensdag 28 augustus 2019
San Nicolás de Buljaruelo (SP) > Gavarnie (FR) 16,9 km
GR11
Ik begin vandaag weer met Cerial bij het ontbijt. Ik ga zitten aan dezelfde tafel als gisteravond. Langzaam komen de anderen ook aan sloffen. Het Spaanse stel, verslaafd aan de adrenaline is wat stil deze morgen. Ik zie ze later wat bagage droppen in hun auto. Ze roken nog een peuk voor ze vertrekken naar hun nieuw avontuur. Ik vertrek met veel optimisme in de richting van Frankrijk. De hemel is weer gewoon blauw vandaag. Op het smalle spoor door het bos wordt ik al snel ingehaald door een rennende trial hiker. De zon bevindt zich aan de achterkant van de berg, dus ik loop nog in de schaduw. Ik verlang juist naar de warme zon. Nog een Spaanse wandelaar komt mij voorbij. Ik denk dat ik dan misschien wel langzaam ga vandaag. De tweede man, zie ik later, half in de zon, voor mij uit lopen. Het maakt een mooi lichtspel, nu de zon net over de rand van de berg klimt. Als de Spanjaard vaart mindert, en ik weer met hem samen loop, zegt hij dat we niet op het goede spoor zijn. Er zijn geen tekens meer. We zagen vanmorgen wat rood/witte strepen op bomen, maar nu lijkt dat ineens al lang geleden. Op zijn GPS laat hij zien, dat we van het spoor af zijn. Ik zie wandelaars net over de bergkam iets achter ons vandaan komen. We zijn maar een klein stuk van de juiste track verwijderd. Als we volledig in de zon lopen naderen we Puerto de Buljaruelo. Het is de grens met Frankrijk. Er bevinden zich wat schapen op dit punt. Zijn het de schapen van een Spaanse of een Franse boer? De meeste wandelaars vervolgen het pad nog verder omhoog en blijven in Spanje. De Spanjaard wijst mij de weg Frankrijk in. Het pad dat op gelijke hoogte blijft, moet ik hebben. Voordat ik dat doe wil ik nog even rustig in de zon even op een steen zitten. Even een kleine pauze. Ik eet even een mussli-reep. Dan heb ik weer genoeg energie, ik stap Frankrijk binnen.
Geschreven: 18 oktober 2019
Foto’s: Pyreneeen 2019
Vervolg: Frankrijk 4
Meest recente reacties
Hallo ,
Ik zie website www.j0vadi.nl en zijn indrukwekkende. Ik vraag me af of de inhoud of banners advertentie-opties beschikbaar zijn op uw site?
Wat is de prijs als we een artikel
Hey jij staat altijd je mannetje voor de klas
Hey kom je hier vaker?
Ja dadt leikt meij erg gezelich maar ick wil dan wel de bestte steenen beiten?!