Maandag 22 Augustus 2016
Val d’Isere > Bonneval sur Arc 25,5 km
Ik sta nu deze morgen voor het eerst alleen op deze wandelvakantie. Het hotel is ook nog eens erg stil. Ik zie geen andere hotelgasten en aan de ontbijttafel zit ik alleen. Angelique wordt gemist! Ik kan zoals gepland de bus van 08.15.u. nemen naar Val d’Isere, Ik kan de tunnel, die ik moet hebben, gemakkelijk vinden in het dorp. Ik kies vandaag voor de langere variant over de Col du Fours. De GR5 laat ik voorlopig vandaag even links liggen. Ik had gister nog even de Refuge bij de Col gebeld om te checken of de Col ook sneeuwvrij is. Het moet geen enkel probleem zijn zo eind van de zomer. Het pad gaat langzaam omhoog en ik kom wat wandelaars tegen met honden. Het busje waar ik net ben uitgestapt, rijdt nog een stuk verder de heuvel op, en ik zie hem nog een paar keer voorbij rijden. Ik loop deze dag dan nu echt alleen. Geen Angelique en ook geen Jerôme meer. Je voelt het al aan de lucht zo vroeg in de morgen dat het zo’n hele warme dag gaat worden. Het is nu al flink zweten geblazen. Ik loop door een mooi dal verder omhoog. Bij de eerste refuge wil ik al koffie op het terras nemen, ik moet aanbellen, maar helaas pas tegen 12 uur gaat het terras open. Verderop wil ik een selfie nemen, maar 2 Fransen willen me wel helpen, dat gaat een stuk gemakkelijker! Bij de Refuge Col du Fours kan ik dan wel eindelijk een koffie krijgen. Ik bestel meteen een paar pannenkoeken voor de energie die ik nodig heb om de Col te bereiken, en een ijsthee om af te koelen. Neem later nog maar een 2e kop koffie, wie weet hoe lang het duurt voordat er weer een mogelijkheid komt zo hoog in de bergen. Er zwemmen wat oranje plastic eendjes in de waterbron, gemaakt uit een halve uitgeholde boomstam. Dan klim ik verder naar 2976m. Dit is tot nu toe het allerhoogste punt wat ik op de gehele tocht gelopen heb. Misschien wel de gehele tocht uiteindelijk. Ik kan via de Crêtes nog even omhoog lopen tot aan de 3000m. Een blauw meer bevindt zich aan de andere kant van de Col. Op de Col verblijven meerdere mensen om wat foto’s te nemen, zo ook een Engelsman die in Genève woont. Hij vertrouwt op een lift terug naar Val d’Isere vanuit Col de Bonhomme. Ik had niet zo’n succes hier met liften gisteravond, maar wens hem succes. Hij wijst me wel naar de verkeerde kant van de berg. Hij heeft een andere route blijkbaar in zijn hoofd, hierdoor neem ik de foute beslissing om deze ook te volgen.
.
Ik kom langs veel sneeuw en loop later langs het blauwe meer. Ik ben ondertussen de borden kwijt en loop wat mensen achterna. Ik vraag de mensen bij een wat lager gelegen meer, waar de volgende Col zich bevind, die ik zou moeten oversteken. Ik ben inmiddels van het kaartje afgelopen in mijn wandelgids. Hun meegenomen grote topografische kaart brengt redding. Ik moet wel terug de heuvel op. Door een geel/bruin landschap met nog veel sneeuw overal loop ik later weer verder weer naar beneden tot aan de weg. Ik ben weer op de bewoonde wereld. Er is een grote oude boogbrug en langs de rivier een ijzige witte massa. Ik loop langs smalle paadjes langs diepe ravijnen. Er zijn ijzeren kettingen aan de wand, om je vast te houden om niet naar beneden te vallen. Bij de watervallen staan meerdere mannen met grote camera’s om het mooiste plaatje te schieten. In een mooi dal werken een aantal boeren aan het gras dat gemaaid moet worden. In het gras lijkt veel onkruid te zitten, dus ik vraag me af of het gras wel goed voer is voor de koeien. Als ik het einde van het plateaubereik, zie beneden het dorpje Bonhomme sur Arc liggen. Ook het pad er naar toe. Even later begint de afdaling pas echt. Het is nog zo’n 2 uur hier stevig afdalen en het duurt allemaal langer dan ik had verwacht. De vlaggen van het terras zie ik al een tijdje beneden mij liggen en krijg daardoor erge dorst. De wijn smaakt er uiteindelijk heel goed. Dan nog even door naar de Auberge d’Ouil in de oude stad. Mijn slaapkamer is er een beetje laag, ik stoot mijn hoofd er maar 1 keer! In een restaurant later, kan ik Angelique bereiken, ze is al in Nederland. Met taxi en rolstoel is ze gister al weer thuis aangekomen. Ik stuur een foto van een fles wijn, en zeg dat ze aan de andere kant van de tafel had moeten zitten.
Foto's wandelvakantie: Parc Vanoise
Geschreven: 05 september 2016
Dinsdag 23 Augustus 2016
Bonneval sur Arc > Refuge de Vollunbrun 26,2 km
Ik had gister vernomen dat het ontbijt om 7 uur zou zijn. Ik hoor al een enthousiast “Bonjour” uit de keuken komen als ik om die tijd hiervoor naar beneden kom. Daarna het blijft nog lang stil tot bijna half acht. Blijkbaar is mijn Frans nog niet zo goed dat ik alles meteen versta. De ‘trente” heb ik even gemist in de ‘sept heure trente”. Ik blijf daardoor een beetje triest alleen aan de ontbijttafel zitten tot die tijd, dan komen ook de andere gasten uit hun kamer van de oude “Auberge” naar beneden. Ik moet vandaag de GR5 weer terug proberen te vinden. De GR5 route blijft hoog in de bergen, dus ik moet weer ergens omhoog. Ik wil eigenlijk niet dezelfde route van gistermiddag, omhoog naar rechts. Volgens mijn wandelgids moet er ook een route zijn links omhoog van de berg. Om zo flink wat meters af te snijden. Gisteravond had ik ook al een stok oude bewoonster de richting gevraagd, maar zij had me ook al weer rechtsom de berg opgestuurd. Ik kan de andere weg echt niet vinden, dus er zit niets anders op. Bij het klimmen kruis ik al gauw de autoweg: D902. Ook de andere route zou deze D902 moeten kruisen, dus ik besluit deze toch maar te gaan zoeken via deze asfaltweg. Ik zie al wel een pad van beneden komen die uiteindelijk dan ook de D902 kruist. Ik probeer verder hier naar boven lopen, maar ik strand in een breed weiland. Ik zie meerdere opgangen vanaf de D902 en allemaal lijken ze niet de juiste. Dichter bij de verder gelegen watervallen zie ik een paar bewust op elkaar gestapelde stenen. Blijkbaar is dit de juiste opgang. Dit klein looppaadje slingert verder naar boven, maar wordt al gauw steeds onduidelijker. Ik zie nog steeds afdrukken van wandelschoenen, dus besluit door te gaan. Ook volgens het wandelboekje, moet bij de waterstroom het pad omhoog zijn. Het wordt steiler en steiler. Ik moet me nu aan het gras omhoog trekken, om niet onderuit te glijden. Als ik achter mij kijk en naar beneden, zie een diepe afgrond. Het moet niet gekker worden dat dit! Ik zie kans veilig nog meer omhoog te komen op een wat minder steil stuk. Hier blijkt een wat duidelijker pad, ik zit blijkbaar toch goed. Over een dikke balk kan ik de wild stromende rivier gemakkelijk over steken. Er staan wat vergane en verlaten huizen en ik kom veel schapen tegen. Ik kom hier weer op de GR5.
.
Ik daal verder weer langzaam af. Het lijkt een beetje verloren moeite om vanmorgen die steile heuvel op geklommen te zijn, want ik kom uiteindelijk weer helemaal uit in het dal. Bij de vele zigzag paadjes verlies ik wel weer het officiële traject, maar ik zie het stadje Bessons onder mij liggen, dus ik heb genoeg referentie. Daar moet ik heen. Ik kom echter uit bij het pittoreske dorpje Le Villaron, dus moet zeker een extra kilometer maken in het dal om uiteindelijk via de brug het riviertje L’Arc over te steken naar Bessons. Na de stilte boven op de berg, kom ik hier veel wandelaars tegen. Op het pleintje zoek ik een plekje in de schaduw op het terras, want het is snikheet. Ik bestel de specialiteit van het huis, iets van ravioli met tomaten. Ik bel nog even naar de refuge van vanavond om het aantal bedden van 2 naar 1 te veranderen. Het is geen probleem. De komende dagen ben ik alleen maar in de bergen, dus ik moet genoeg cash meenemen. Er is maar 1 cash automaat in het dal, wel helemaal aan de andere kant van het dorp. Ik kan gelukkig mijn zware rugzak in het restaurant achterlaten om op en neer te wandelen. Dan vervolg ik mijn tocht en ga weer over de brug. Daarna moet ik weer omhoog klimmen berg op. Refuge de Vollunbrun komt toch al gauw in zicht. Er zitten al heel wat wandelaars, die in ligstoelen liggen te rusten als ik aankom. Het is mijn 1ste samenkomst met een groepje van 11 Amerikanen, die ook de GR5 lopen. Zij hebben ook Modane als eindpunt deze wandelreis komende zaterdag. Carol is één van de wandelaars in de groep. Ze wil mijn naam goed onthouden, om later te kunnen zeggen: " Hey JAOhn, how you're doing?". De eigenaar van de refuge kan leuke dingen vertellen over de refuge in de winter. Water en een douche zijn pure luxe hier! Ik vraag hem of hij de refuge van morgen voor mij kan bellen voor aanpassing van 2 naar 1 persoon. Het is ook weer geen probleem. Ik drink wat wijn op het bordes in de schaduw. Ik loop dan nog even het naast gelegen heuveltje op voor een mooi uitzicht. Ook wil ik naar de boer die zijn koeien aan het melken is. Ik vraag beleefd aan hem of ik foto’s mag nemen. Het is geen probleem. Hij vergeet me wel te vertellen, dat net naast mij er hele zachte prut ligt. Ik zak dan ook later in deze prut. Mijn schoenen verdwijnen geheel in de modder. Bij het avond eten zitten we aan een gemeenschappelijke eettafel. Van een jonge Fransman met bril, die in Senegal woont, verneem ik dat hij gewoon vanaf Bonneval sur Arc beneden in het dal is gebleven met wandelen. Dus niet op en neer de berg op zoals ik! Hij zegt dat hij had niet zoveel energie vandaag, dus heeft hij voor de gemakkelijke variant gekozen heeft. Dit had mij eigenlijk ook wel wat geleken. Er zit een nog wat oudere Fransman met baard bij ons aan tafel. Hij houdt zich verder stil, maar houdt het verdelen van het eten goed in de gaten. Hij heeft zelf heel veel hionger. Het lijkt soms zo’n verspilde moeite! Bij de andere eettafel gaat de reisbegeleidster van de Amerikaanse groep, gaat staan en neemt het woord. Ze neemt de dag van morgen door voor haar groep. Wij luisteren aandachtig mee. Ook van ons ontvangt ze na afloop een daverend applaus. Ik zeg dat ze nog 6 extra hikers kan verwachten morgen.
Foto's wandelvakantie: Parc Vanoise
Geschreven: 06 september 2016
Woensdag 24 Augustus 2016
Refuge de Vollunbrun > Refuge d’Entre Deux Eaux 22,0 km
De stapelbedden zijn erg dicht op elkaar gezet zijn in deze refuge. Je kunt er zonder rugzak op rug, net aan bij je bed komen. Er sliepen vannacht zeker 25 man in een kleine ruimte. Een man, op minder dan een halve meter afstand, snurkte behoorlijk, maar toch heb ik goed kunnen slapen. Ik ben daarom al vroeg uit de veren. Het licht zet ik aan, maar een paar mensen willen nog even slapen. We krijgen een goed ontbijt voorgeschoteld in de refuge als “petit dejeuner”. Er zijn zelfs cornflakes naast de gebruikelijke jam met Frans stokbrood, en natuurlijk koffie thee of chocolademelk. Al tegen kwart voor acht ben ik weer vertrokken voor een volgende etappe in de Alpen. Ik zie in korte tijd een marmot, een vos en waarschijnlijk een marter. Deze laatste is vrij lang/mager en bruin met korte pootjes. Ik daal nog wat meer af en kom weer in bos terecht. Al na een uur komen mij wat wandelaars tegemoet. Ik kom de refuge du Cuchet tegen. Ik had eigenlijk al op koffie gerekend, maar de refuge is onbemand. Ik kijk even hoe het er van binnen uit zit. Er is niemand, maar het oogt als luxe. Ik zou er zelfs koffie kunnen zetten, maar gun me er geen tijd voor. Ik loop een beetje links om een bergrug heen en kom op een plateau en bevind me nu echt midden in het National Parc de la Vanoise. De komende dagen zal ik met een grote lus om het volgende dal lopen. Ik kom bij een grote parkeerplaats, waar veel auto’s staan geparkeerd. Er zit een groepje te lunchen, maar ik zelf zoek een beter plekje bij het meer. Echt heel privé is het niet. Zo groot is het meer niet. Er zitten mensen aan de overkant, achter mij en even verderop ook nog een paar. Mijn lunch box is al snel op. Ik kan doorlopen naar Refuge du Plan du Lac voor een aanvulling. Vanuit het terras, met een weids uitzicht, geniet ik van een bord met rijst en kip. Het lijkt veel, maar het gaat allemaal op. Ik moet een foto maken van een Frans gezin. Ik hoor later in het Frans, dat foto toch niet helemaal gelukt is, het kind staat er niet op. Als ik wil vertrekken komt net de eerste wandelaar van de groep van 11 Amerikanen aangewandeld. Zij zijn klaar voor vandaag, ik moet nog een stukje verder. Bij de refuge komen vele paden samen, dus ik moet nog even goed kijken welke ik moet nemen. Ik loop het dal een beetje af en steek een rivier over. Binnen een half uur ben ik bij Refuge d’Entre Deux Eaux. Er is een mooie tuin waar ik wijn kan drinken. De bar-medewerker kan mijn reservering van morgen weer omzetten van 2 naar 1 persoon. Met een muntje kan ik warm douchen voor 2 minuten. Er komt een natuurbeheerster langs om over de flora en fauna van Parc de la Vanoise te vertellen, het is alleen wel in het Frans. Er zijn veel kinderen hier op de refuge. Bij het begin van de show zitten die allemaal aandachtig te luisteren en hebben vele vragen. Maar langzaam verdwijnen die allemaal ook weer. De stof is toch iets te langdradig. Een enkele volwassene blijft over. Er zijn best veel Nederlanders hier. Ik bied mijn bed nog aan, als een Nederlands gezin bij elkaar wil slapen. Een ouder Duits drietal heren zegt dat ze heel veel gelopen hebben, meer als 9 uur. Op de eettafels staan nu de namen van de gasten vermeld. Ik kan dus niet meer gaan zitten waar ik wil. Ondanks dat het best druk met wandelaars is, heb ik vanavond weinig aanspraak. Angelique wordt hier gemist! In mijngebrekkige Frans probeer ik nog wat te communiceren. Ik lig al heel vroeg op bed, nog voor half tien. Ik luister wat muziek op mijn I-pod.
Foto’s wandelvakantie: Parc Vanoise
Geschreven: 07 september 2017
.
Donderdag 25 Augustus 2016
Refuge d’Entre Deux Eaux > Refuge l’Arpont 11,8 km
Ook vandaag ben ik al weer vroeg op pad. Ik loop terug naar de rivier en steek de brug over. Ook de 2e rivier steek ik over met een brug. Hier komen de Deux Eaux dus samen. Bij de 1ste klim vandaag, als ik net weer in de zon loop, zie ik een aantal Marmotten op stenen in de zon liggen. Ik zie de 3 Duitsers al weer een pauze nemen op iets grotere hoogte. Het blijken meer dan alleen vrienden, want ik zie de één de ander, heel innig, zijn hand over zijn schouder slaan. De oudere Fransman met baard zie ik voorbij komen als ik even wil gaan zitten. Ik kom bij een paar kleine meertjes, waar ik wat foto’s wil maken. De Fransman kan me daar bij helpen, dus ik hoef geen selfie te organiseren. Hij kan mij als de Deense Zeemeerman vastleggen. Er zijn veel wild stromende riviertjes die steeds moeten worden over gestoken. Ik zie schapen ook over een wild stromend riviertje springen. Het ziet er bijna uit als de Serengeti met de gnoes. Ik probeer wat dichterbij te komen, om een foto te maken. Op mijn hurken bij het water zit ik tussen de schapen. Er verschijnt wel opeens een grote witte Pyreneese berghond naast me. Luid blaffend geeft hij aan dat ik weg moet wezen. Er verschijnt ook een tweede hond, die me agressief benadert. Ik moet mijn wandelstokken gebruiken om ze van me af te houden. Als ik terug loop voel ik één van de honden op mijn rugtas springen, gelukkig bijt hij niet in mijn kuiten. Als ik uit de kudde schapen ben, houden ze op met blaffen en worden weer rustig. Een meisje, wat me van het pad aankijkt, moet wat naar mij lachen, maar ik voelde mij toch even benauwd. Ik zie later een groot bord staan. Hier wordt keurig uitleg gegeven van de witte bewakingshonden. Deze groeien op met de schapen en beschermen ze tegen de wolven. Je kunt er maar beter uit de buurt van blijven! Het traject vandaag is niet erg lang en ik ben al om twee uur s ‘middags bij Refuge l’Arpont. De refuge heeft een mooi groot half rond dakterras en lijkt op een achterdek van een groot schip. Er lopen wat gangen en trappen door naar de slaapzalen. Door de verschillende ingangen en etages, raak ik een paar keer bijna verdwaald in het gebouw. Ik kan mijn reservering weer probleemloos veranderen van 2 naar 1 persoon in de refuge van morgen via de receptie hier. Na de lunch op het dak heb ik nog voldoende tijd om s ’middags, op aanraden van de oudere Duister met baard, naar het meer van l’Arpont te wandelen. Via een heuvelrug boven de refuge kom ik bij een wand met sneeuw en ijs. Het licht blauwe meer ligt onder de voet van een gletsjer. Ik zie bij de watervallen achter bij het meer, een aantal Gemzen lopen. De Duister met baard komt even later ook aan op deze plek. Ik wacht even dat hij weer weg is, om te gaan zwemmen. Het is echt super koud, dus langer dan een aantal seconden houd ik het niet uit. Het is even onderdompelen en er weer uit. Bij het afdalen kom ik weer een kudde schapen tegen dicht bij de refuge. Dit keer loopt er geen hond bij. Uit het groepje Amerkanen, die naast de refuge zit, hoor ik dan heel Amerikaans: “Hey JOAhn”roepen. De praatgrage Carol wil weer even weten waar ik vandaan kom. Ik zeg dat er een mooi meertje boven is om te zwemmen, maar dat heeft ze al in het meertje eerder vanmorgen gedaan. Weer terug op het dakterras, kan ik weer aan de wijn en nagenieten van de wandeldag. Er zijn mooie ligstoelen om in de zon te zitten. Ik heb het bovenste bed uitgekozen op een stapelbed in de slaapzaal. Ik zie later dat een teddybeer al onder de dekens is gestopt, met zijn hoofd op het kussen. Hij is zeker ook aan het uitrusten van de wandeling! Onder het halfronde dakterras bevindt zich ook een half rond restaurant. S ’avonds zijn we weer per tafel ingedeeld voor het avondeten. De tafels lopen door naar de muur, dus als we extra water willen halen, moeten we wel 4 man vragen om op te staan. Ik klim boven op de bank, om er uit te klimmen, zodat de andere 4 personen kunnen blijven zitten. Tegenover mij zit een wat ouder Australisch echtpaar. Hij is echt Australisch. Zij is van origine Engels en een fervente wandelaarster. Ik kom er later achter dat de teddybeer haar toebehoort. De beer is mee op reis en heeft al op vele paden in de wereld meegewandeld. Later aan de bar kom ik Carol weer tegen. Ze zit naast een jonge Duitse. Zij is alleen aan het wandelen en slaapt in haar tent. Het tentje draagt zij dus wel bij het wandelen! Ze trekt om 3 gletsjers heen in 8 dagen. Ik kijk op het terras nog een tijdje naar de sterrenhemel.
Foto’s
wandelvakantie: Parc Vanoise
Geschreven: 13 september 2017
.
Vrijdag 26 Augustus 2016
Refuge l’Arpont > Refuge de la Fournache 17,4 km
Ik heb vannacht boven d Engels/Australische vrouw met teddybeer geslapen. Ik vraag nog maar eens of ze van al mijn gewriemel in mijn bed, goed heeft kunnen slapen. Het was voor haar geen probleem. Het Wandelen maakt ons moe en we vallen altijd als een blok in slaap. Voor acht uur s ’morgens zijn we bijna allemaal weer op pad. Ik zie een heel tijd iemand voor mij lopen en ga er van uit dat deze ook richting La Fournache moet. Toch is hij opeens verdwenen, en is hij blijkbaar een andere kant op gegaan. Het dal aan de overkant biedt uitzicht op de berg waar ik 2 dagen geleden liep. Ik wil even wat pakken uit mijn lunchpakket en zie daar de Fransman met baard aankomen. Ik ga ook weer snel verder en loop op gepaste afstand achter hem aan. De jonge Duitse komt er nu aan gedenderd. Ik maak plaats om haar te laten passeren. Even later gaat ze ook de Fransman voorbij. Het pad gaat daarna stijl omhoog. Ik zie haar met reuze stappen de berg opgaan. Dit alles met tent, slaapzak en matje als bagage die ik in ieder geval niet mee heb. Als ik later bij een kleine vlakte met uitzicht op Termignon even met de Fransman een praatje maak, hebben we het over de “Magic Woman running up that Hill!” Ik loop over enorme grijze gletsjer-puin velden. Ik steek behoorlijk wat riviertjes over. Er vliegen een aantal steenarenden hoog boven mij. De schapen met de witte honden laat ik nu verder alleen. Het blijft altijd weer fijn om een teken van de GR5 tegen te komen. De witte/rode vlaggen staan vaak op stenen getekend. Ook zijn er de rood/wit/blauwe bakens die al de hele tijd met de GR5 meeloopt. Met wat zigzag paadjes loop ik naar beneden en kom bij een skipiste uit. Ik kan lunchen bij Refuge Plan-Sec. Dan is het niet ver meer naar Refuge La Fournache. Er zit daar een hele groep Belgen en wat Nederlanders die er allemaal lunchen. Gelukkig gaan ze allemaal daarna weg en wordt het weer lekker rustig. Ook de jonge Duitse overnacht hier in haar tent. Het uitzicht is op 2 stuwmeertjes. Ze wil daar eigenlijk gaan zwemmen. Maar het lijkt mij en de Refuge medewerkster geen goed idee. Het is te ver naar beneden, en je moet daarna ook weer omhoog, en er is geen echt pad. Ik blijf de hele middag in de ligstoel liggen, geen extra wandeling meer deze dag. De Duitse doet hetzelfde, en we zitten uren lang van de zon te genieten in de ligstoelen. Natuurlijk weer met flink wat wijn, maar weer vieren, dat we het in ieder geval tot hier hebben gered. Ik heb het er nog een keer over met haar, hoe zij als een “idioot” de berg op liep. Maar volgens haar waren wij meer van de omgeving aan het genieten. De hete douche duurt hier 2 volle minuten. ! Een groep van 5 jonge Fransen uit Parijs schuift bij ons aan tafel bij het avond eten. We moeten van hun meegenomen Genepy proeven. Dit is een sterk alcohol (45%) drankje uit de Alpen. We voelen hoe de alcohol in onze maag zakt. Bij het tandenpoetsen voor het naar bed gaan moeten we nog even lachen om de afwezigheid van een gootsteen. Bij het waterpunt met de halve boomstam poetsen we met het stromende water daar onze tanden. We spugen daarna op de groene planten rondom dit waterpunt. Alle groene bladeren hebben hier inmiddels een witte laag van tandpasta gekregen.
Foto’s wandelvakantie: Parc Vanoise
Geschreven: 14 september 2016
.
Zaterdag 27 Augustus 2016
Refuge de la Fournache > Modane 12,0 km
Ik ben er van overtuigd dat ik vanaf de Refuge vanmorgen nog iets omhoog moet. Ik zeg de jonge Duitse, die haar tent aan het inpakken is, “tot later!” Ik ben er van overtuigd dat ze mij zo in komt halen. Ik ga echter teveel omhoog en kom zelfs uit bij de Refuge de la Dent Parrachée. Ik vraag daar naar de weg, maar ik weet eigenlijk het antwoord al: Ik moet weer terug naar La Fournache. Ik kom de jonge Fransman die in Senegal woont hier weer tegen. Hij zegt dat hij zich wat ziek voelt en het rustig aan gaat doen. De Duitse loopt nu al ver voor mij uit. Ik had haargisteren aangeraden om de top te beklimmen alleen bij helder weer, en ik zie haar nu ook al weer op grotere hoogte met reuzen stappen die kant op klimmen. Ik vervolg de GR5 en loop om de 2 stuwmeren heen en blijf ongeveer steeds op dezelfde hoogte. De Amerikaanse groep van 11 kom ik ook al weer tegen. Ze kunnen even niet voor uit. Eén van de groep heeft haar enkel verstuikt. Ik zie ook bloed bij haar been, dus zij is lelijk gevallen. De reisleidster ligt op haar knieën om haar te behandelen. De rest van de groep staat een beetje te hangen. Ik hoor uit de groep dat ze voorlopig hier nog niet weg zijn. Ik heb zelf ook wat last van mijn rechtervoet. Als ik hem gewoon goed blijf neerzetten, is het verder geen probleem. Als ik nu wat langer achtereen doorloop, krijg ik wat last in mijn schouder. Ik moet af en toe mijn armen wat roteren om de stijfheid wat weg te zwaaien. Maar al met al mag ik zeker niet klagen. Vandaag loop ik het laatste traject alweer van deze vakantie. Al gauw zie ik Modane beneden liggen in het dal. Ik daal verder af en loop weer in het bos. Een Australisch echtpaar staat te twijfelen op het punt waar van de route moet worden afgeweken, om Refuge de l'Orgère te bereiken. Maar ik klim er als eerste er naar toe en ze volgen mij. De vrouw blijkt behoorlijk last te hebben van pijn in haar voet. Met pijnstillers gaat ze de pijn te lijf. Er wordt gesproken over een taxi om ze naar Modane te brengen. Ze wil liever toch het hele traject naar Modane aflopen. Ik bied haar aan om haar bagage over te nemen. De Amerikaanse groep komt hier ook aan. Met de blessure van de vrouw schijnt het mee te vallen. Na een kleine en een grote koffie ben ik klaar voor het laatste gedeelte naar beneden. Het is altijd langer afdalen dan gedacht, maar dan stap ik weer in de bewoonde wereld. Er is geen gezellig terras te vinden in dit stadje. Ik loop nog even naar het kerkje maar ook daar geen gezelligheid. Ik heb een treinticket voor Modane-Turijn om 19.00.u. als vertrek. Ik weet dat er ook ééntje om 3 uur s ‘middags gaat. Ik probeer dan maar snel het station te vinden aan de andere kant van Modane. Ik moet voor het aanpassen van mijn vetrektijd wel flink bijbetalen, maar ik kan het geld van Angelique haar ticket terug krijgen. Dan heb ik toch nog even tijd voor koffie op het terras aan de overkant van het station. Ik bestel er een ijsthee en een spa-rood bij. De dorst moet gelest worden! Ik wordt wat aangestaard op het terras door wat mensen, die denken vast van: “Waar komt hij vandaan met al die bagage?” In de Thalys naar Turijn zit een oudere vrouw naast me. Ik denk dat ze haar handen voor haar neus houdt, zodat ze mij niet hoeft te ruiken. Na al die dagen lopen in de Alpen, zijn mijn kleren van bedenkelijke geur. Ik kan in een lux hotel even later een goede douche nemen. Mijn kleren kan ik wassen met de wasmachine die aanwezig is op de kamer. Zo verdwijnt de zweetgeur uit mijn kleding en tassen. Op de Piazza Vittorio Veneto kan ik met wijn vieren, dat ik het deze vakantie maar weer gehaald heb. Ik heb morgen nog een hele vrije dag gepland om de stad te verkennen. Musea bezoek ik en de toren beklim ik. Ik ga er graag terug komen voor een vervolg van mijn tocht.
Foto’s
wandelvakantie: Parc Vanoise
Geschreven: 15 september 2016
Zaterdag 08 september 2018
Modane > Refuge de Mont Thabor (2500m) 12,5 km
Gisteravond en nacht is de vakantie niet helemaal vlekkeloos begonnen. Ik moet extra betalen voor mijn ruimbagage, en dat nog wel aan mijn eigen KLM! Mijn hotel heeft zijn deuren in Turijn na 10
uur s’ avonds gesloten en telefonisch laten weten dat ik niet meer welkom ben. Kortom een heerlijk begin van de vakantie. Na aankomst heb ik wel in een nabijgelegen kroeg een bier gedronken om de Italiaanse sfeer een beetje te proeven. Ook om even te
ontspannen. Ik wordt deze morgen, dus in een ander hotel dan van tevoren gedacht, wakker bij Trein Station de Suza. Hierdoor hoef ik nu dan ook maar minder dan 5 minuten te lopen naar mijn Internationale trein naar Frankrijk. Door vele tunnels bereik ik Modane
in Frankrijk al om negen s’ochtends. Op het perron naast de trein is een stationstoilet. Ik vul hier mijn waterzak met de gekochte flessen water. Ik verkleed mij daar, zodat ik in wandeltenue even later naast mijn trein loop. Deze is na aankomst in Modane
nog steeds niet vertrokken. Ik drink een bak koffie en verwijder de lange pijpen van mijn broek. Het is korte-broeken weer, laat ik het thuisfront weten. Ik koop een belegd broodje voor onderweg. En dan begin ik met vol goede moed aan mijn nieuwe episode Camino.
Ik zoek het kerkje van Fourneaux. Een oude vrouw kan mij de weg helpen. Achter de kerk vind ik het pad omhoog de berg op. Onder de hoge pilaren van de snelweg volg ik de rood/witte bakens van de GR5. Ik probeer nog een foto van mijzelf te maken met uitzicht
op Modane dat inmiddels ver onder mij ligt. Ik wandel net niet door het dorpje Valfréjus, het ski-resort. Ik ben er vele jaren geleden ooit eens geweest om te snowboarden. Bij Les Herbiers vraag ik aan een mountainbiker of ik hem moet helpen aanduwen.
Hij komt bijna niet verder omhoog, omdat het pad hier flink stijgt. Ik eet mijn broodje op hoger op de berg, op een rots midden in een alpenwei. Ik hoor de marmotten weer fluiten, maar ik zie ze nog niet. Ik vertrouw
er maar op dat ik mijn refuge snel kan bereiken, want ik heb nu geen eten meer bij me. Ik moet nog een paar uur stevig klimmen. Ik verlaat de GR5 het laatste stuk naar de Refuge. Ik zie verderop de heuvel de Refuge du Mont-Thabor al liggen.
.
Na aankomst kan ik eerst heerlijk in de zon lunchen. Vanaf het terras kijk je tegen een heuvel op. Op de rand staat een gemaakte pop van hout. In mijn ligstoel vanaf het terras, zie ik dan ook dit silhouet. Het lijkt net of er bovenop een man staat te zwaaien. Ik bestel een groot bord Thabor-soep en een salade gemaakt van alles wat hier op de berg groeit. Het is een hele maaltijd bij elkaar. Ik bestel de pannenkoeken dan maar af. Een jong stel runt deze Refuge. De man geeft mij veel info over een doorsteek route naar Mont Thabor. Ik krijg één van de bedden op een kamer toegewezen. Ik zie een smalle draaitrap naar boven en vind daar nog meer slaapplaatsen en zet daar mijn bagage neer. Maar het is niet de bedoeling dat ik daar slaap. Later word ik gemaand mijn spullen naar beneden te halen. Deze plek is al aangewezen aan een groep van vier. Ik begrijp dat de Franse Wandelcultuur een streng regime kent, dus wat meer gehoorzaamheid is op zijn plaats. Ik hoor dat er geen douches zijn, dus ik klim later nog wat verder naar 2 meertjes. Ik zwem mezelf nog even schoon in het koude water. Terug loop ik langs het silhouet op de heuvel. Nu kan ik ook naar de Refuge beneden zwaaien. We worden uitgenodigd om vooraf het eten wat te komen drinken in de eetkamer. Hierdoor maak ik al kennis met de aanwezige wandelaars hier in de Refuge. Het zijn voornamelijk Fransen. Aan mijn tafel gaan de gesprekken tijdens het avondeten voornamelijk in het Engels. Ik ben namelijk de enige die geen Frans spreekt. Ik heb een plek gevonden om mijn telefoon op te laden, vlak bij de vloer achter in de eethoek. Er zijn meer wandelaars die hun telefoon willen laden. Een Franse vrouw zeg ik dat zij na mij wel mag. Wij houden tijdens het eten voortdurend oogcontact, maar na bijna een uur laden vind ik dat het echt haar tijd wordt. Ik eet dezelfde salade en dessert als vanmiddag bij de late lunch, maar het maakt mij niet uit. Het gaat moeiteloos naar binnen. De berglucht maakt hongerig. Volgens de traditie van de Franse Refuges helpt iedereen met borden opscheppen en na afloop wordt alles weer netjes opgeruimd zo ver mogelijk. Zo zie ik iemand met een papieren servet fanatiek de gehele tafel schoon maken. De wandelaars in de Refuge hebben voor morgen bijna allemaal hetzelfde doel. We moeten allemaal de berg Thabor op, en dat verbroederd nogal. Van de Refuge eigenaar krijgen we het weerbericht nog van morgen voorgeschoteld. Het belooft goed weer te worden voor de beklimming van de Thabor. Wel later op de dag meer bewolking. Dus iedereen wil morgenochtend vroeg vertrekken. Er zit aan mijn tafel ook een wat oudere Fransman uit Lyon. Hij wandelt ook de GR5, maar gaat de berg morgen niet op. Hij wandelt nu voor het eerst alleen, en heeft hierover wel enige spanning. Hij heeft al wel een kleinzoon van 20, die sterk is en ook van de bergen houdt. We drinken de spanning een beetje weg met de aangeboden Genepi. Een Frans likeurtje na de koffie. Ik bied hem later nog een Thee aan. Er liggen nog wat fotoboeken over de Alpen in de boekenkast en die worden door menige wandelaar goed bekeken. Ik blader ook 1 van die boeken door, voordat ik mijn bed ga opzoeken.
Foto’s
wandelvakantie: Alpen III
Geschreven: 01 oktober 2018
Zondag 09 september 2018
Refuge de Mont Thabor > Refugio I Re Magi (1768m) 14,2 km
Ik sta even na zessen op.
Ik moet alles in het donker doen, want de andere wandelaars van mijn kamer hebben besloten nog iets langer te blijven liggen. Er zijn meerdere vroege vogels al in de eetkamer. We kunnen al meteen ontbijten. Ook de oudere man uit Lyon is al wakker en gaat vandaag
nu echt verder alleen op pad. We eten veel stokbroodjes met confiture en ik neem een grote bak thee. Ik had gister al weer kennis gemaakt met hoe e.a. reilt en zeilt bij een Franse Refuge. Ik ruim nu ook na het ontbijt de achtergebleven bordjes met bestek
netjes op. Ik ontvang mijn bestelde lunchpakketje, de zogenaamde Picnic-box van de Refuge eigenaar. Op zijn advies wandel ik de berg op langs het verkorte paadje omhoog. Een Franse wandelaar vlak bij de refuge zegt dat hij dit pad gisteren heeft genomen. Hij
belooft mij veel avontuur. Ik hoef zo niet het hele stuk naar beneden. Ik volg de gele stippen op de stenen en loop later op een kleine Crête verder omhoog. Er loopt niemand voor of achter mij. De Refuge eigenaar heeft het gisteren blijkbaar aan niemand
anders verteld dan mij over dit pad. Ik word getrakteerd op mooie uitzichten. De gele stippen worden wel minder duidelijk en later verdwijnen ze helemaal. Ik zie beneden in het dal de wandelaars lopen die de omweg hebben gemaakt. Op mijn grote landkaart zie
ik een groot meer liggen. Ik zie het zelf ook verderop liggen voor de bergrug. Mijn pad volgt ook de route naar dit meer. Dus er zit niets anders op, om geheel af te dalen. Even later loop ik weer tussen de wandelaars. Het geeft een veiliger gevoel. Niet veel
later loop ik ook langs het meer wat ik eerder al had zien liggen. Er staan wat tentjes langs het meer. De wandelaars zijn hier nog maar net wakker en zitten bij de tent. Er stijgt een damp vanuit de bekers in hun handen. Het zal warme koffie zijn, denk ik.
In het water zie ik de bergkam voor mij gespiegeld in het spiegelgladde meer. Deze berg klim ik even later bijna loodrecht op. Ik haal een groepje Franse oudere wandelaars in. Ze laten mij allemaal gemakkelijk voor op het smalle steile pad omhoog. Aan de achterkant
van de berg loopt er een dal, in de richting van Mont Thabor. De top is nu pas duidelijk zichtbaar. Waar er een ander pad ook weer naar beneden gaat, staat er een paal met aanwijsborden. De bordjes liggen echter allemaal op de grond. Ze zijn wel allemaal nauwkeurig
neergelegd, zodat je toch op de grond kan aflezen welke kant je op moet. Bij een klein meertje zie ik een man met een hond voor de tent, hij schijnt geen haast te hebben. Zo kan het natuurlijk ook: nergens heen te moeten! Net naast de top bevindt zich een
klein kapelletje. Ik zie het van verre al liggen, dit wordt het richtpunt voor de komende uren. Ik loop nu door kaal terrein. Er staan vier kruisen langs het pad. Erg religieus allemaal hier. Het is zanderig geel en ik zie ook zwarte vulkanisch gesteente.
De gehele top is later geel gekleurd en dit maakt het een bijzondere berg. Ik haal een Frans stel in, die bij mij aan de eettafel zaten gisteravond. Ik zag ze vanmorgen nog na mij aan de ontbijttafel. Ik snap dus niet dat ze hier al kunnen zijn. Is dan de
doorsteek die ik gemaakt heb, misschien niet zo snel geweest? Ik zie dat de vrouw het heel zwaar heeft, haar gezicht is rood en bezweet. We moeten nog even door omhoog. Een ander Frans stel gaat het wat makkelijker af, want die komen juist al naar beneden.
Ze zeggen dat het mooi is op de top en niet heel ver meer. Bij het kapelletje zitten wat mensen net naast de ingang. Ze genieten van de rust. Net uit de wind is het heerlijk toeven in het zonnetje. Ik kijk ook even binnen in het kapelletje. Ik zie dat de vloer
gedeeltelijk verzakt is. Er hangen allemaal foto’s van recent overleden mensen aan een balk. Het geeft een beetje een Pelgrims gevoel. Dan loop ik ook het laatste stukje naar de top. Ik bevind mij nu op een hoogte van 3178m. Volgens mij het hoogste punt
van de gehele Camino.
.
Ik zie naast de top de nog hogere Picos de Thabor 3460m. Ik loop nu echt boven de wolken. Uit een groepje Fransen herken ik de vrouw die mij gister aansprak over het laden van mijn IPhone. Ik kan haar wel vragen om een foto van mij te maken op de top. Als dank neem ik wat foto’s van haar groep op deze hoge plek. We hebben er goed uitzicht bij. Dan begin ik ook alweer aan de afdaling. Ik kom het Frans stel van gister weer tegen. Nog steeds heeft de vrouw een rood gezicht van vermoeidheid. Ik moedig ze even aan: “Nog een klein stukje tot de top!” Ik kan tegen Italiaanse wandelaars zeggen, dat ze op de goede weg zijn naar Thabor. Ik kan ze vanaf hier het kapelletje aanwijzen. Ik kom weer langs de paal met aanwijsborden op de grond. Ik neem nu de richting La Vallée Étroite. Bij klein watervalletje kan ik even een snelle douche nemen. Het frist heerlijk op. In de verte zie ik een groen meer. Ik zou er even naar toe kunnen gaan, maar ik ga toch maar de snelste manier naar mijn hut van vanavond. Wel moet ik andere toeristen de weg naar het meer wijzen. Ik kom er steeds meer tegen. Ik kom uiteindelijk in een mooi dal terecht met een pad richting La Vallée Étroite. Helaas is het in het dorpje en bij mijn Refuge een drukte van jewelste. Hier kunnen ook auto’s komen. En dat is dan net iets te toegankelijk. De meeste toeristen gaan wel weg na 5 uur s ’middags. We zijn op oud-Italiaans gebied, dus iedereen spreekt hier Italiaans. Ik klim op mijn stapelbed om na de douche wat uit te rusten. Ik zie voor mij op het bed aan het raam een meisje liggen. Ik wordt deze avond met het avondeten, samen met haar aan 1 tafel gezet. Dus we hebben een “Blind Date”. Ze is de eerste wandelaar die ik tegen kom die de “Via Alpina” wandelt. Omdat ik dat later ook van plan ben, zijn mijn oren goed gespitst op wat ze te zeggen heeft. Ik ben deze vakantie nog geen Marmotten tegen gekomen. Zij kan bevestigen dat ze er al vele heeft gezien. Op mijn stapelbed lees ik nog wat op mijn telefoon.
Foto’s
wandelvakantie: Alpen III
Geschreven: 08 oktober 2018
Maandag 10 september 2018
Refugio I Re Magi > Refuge de Buffère (2076m) 20,0 km
In de Refuge zal het ontbijt vanmorgen pas om half acht aanvangen. Als ik rond dat tijdstip naar beneden kom, zie ik nog steeds geen beweging in de keuken. Het ontbijt is wel wat meer uitgebreid dan ik gewend ben, dus het is het wachten wel waard. Even voor half negen vertrek ik met mijn Picnic-Box en gevulde waterzak in mijn rugtas voor de volgende etappe. Ik begin voortvarend. Ik neem het niet al te steile pad de berg op. Na een poosje kom ik er achter, dat ik wel evenwijdig aan het pad van gisteren wandel, alleen een stuk hoger. Dat klopt dan niet helemaal met mijn kaartje uit mijn GR5-gids. Ik blijf het pad onder mij zien liggen. Voordat ik het zeker weet dat ik verkeerd ben, ben ik al minstens 15 minuten onderweg. Ik draai om. Er lopen 3 Franse wandelaars achter mij. Een wat ouder stel met hun zoon. Ik herken ze van de wandelingen van de vorige 2 dagen. Ik vraag ik of ze ook onder weg zijn naar Col des Thures. Het klinkt voor mij als muziek in de oren, als ze dit bevestigen. Ik ben dus niet alleen in deze misère. Dus leg ik ze uit dat het niet klopt met de kaart. We moeten recht de berg op en niet met de berg mee. Terug bij de Refugio vind ik het bord met de juiste aanwijzing. De 3 Fransen klimmen achter mij aan. Ik zie tijdens de klim de jongen later alleen met koptelefoon op, nog lange tijd achter mij of zelfs onder mij lopen. Ik bereik de Col des Thures. De grassige groene vallei is een oase van rust. Op het plateau is er een meer. Ik neem er op mijn knieën een paar foto’s van. Ik zie even later achter mij de Franse jongen precies hetzelfde doen. Ik zie een herder met honderden schapen op de berg. De schapen dwarrelen over de schuine helling. De typische Alpen bellen geluiden hoor ik weer eens. De herder zit er op zijn knieën rustig bij. Ik zie ook witte Alpen honden. Daar kan ik beter niet heen lopen, weet ik uit eerdere ervaringen. Een klein houten huisje staat verderop vlak bij de afgrond. Hier zie ik dan eindelijk deze vakantie de eerste marmotten rechtop staan om de zonnestralen op te vangen. Ze lijken onverstoorbaar, maar als ik dichter bij kom voor een foto, duiken ze toch weg in hun gegraven hollen. Ik daal snel af naar beneden en kom een paar rode pilaren tegen. Het lijkt dat een paar lawines de omgeving hebben aangetast en loop een stukje over voornamelijk puin. In het dorpje Sallé hoop ik ergens koffie te vinden. Een man, die een stuk van de weg in zijn tuin staat te zagen, vraag ik of hij een café weet met koffie. Hij wijst naar het centrum van Sallé een stukje terug. Ik wil eigenlijk niet meer terug lopen. Geen overbodige kilometers vandaag. Dan nog 2 km doorlopen richting Nevache. Daar moet ik bij een Bed & Breakfast wel hard in de keuken roepen dat er volk is, maar uiteindelijk komt een mevrouw kijken. Op het terras kan ik genieten van een erg lekkere Frans Tarte Tatin. De koffie is wat minder, maar ik bestel bij. De 3 Fransen komen ook even later voorbij. Ik vraag waar ze heen gaan vandaag, maar ze hebben het eindpunt al bereikt: Nevache. Na de koffie loop ik door naar het centrum van het stadje. Het is er wat toeristisch. Ik wil eigenlijk wel wat eten, maar de keuken van het restaurant gaat echt pas om “midi”, 12.00.u. open. Als ik de barvrouw vraag of ze eten voor mij heeft, kijkt ze verschrikt de eigenaar aan. Het is bijna kwart voor twaalf, dus echt te vroeg. Het contrast met de gastvrijheid van de Refuges is groot. Ik wil er echt niet verder niet op wachten, en verlaat enigszins geërgerd het terras. Ik zie ook nog weer eens de 3 Fransen voorbij komen, ze willen ook eten, maar kunnen ook nog nergens terecht. Ik heb de lunch box nog onaangetast in mijn rugzak zitten. Dit moet voor een lunch wel even genoeg zijn. Ik verlaat Nevache via de GR5. Ik loop al gauw langs een kleine heuvel met een groot Katholiek Kruis. Ik besluit er heen te klimmen. Bij het Kruis heb ik een mooi uitzicht op Nevache onder mij. Het beekje verderop gebruik ik als wc, ik moest even nodig. Niemand kan mij hier zien, hoop ik! Na de lunch kom ik langs een vlak terrein. Er loopt een riviertje. Het water stroomt behoorlijk snel. Als verderop het riviertje verdwijnt in een bos, besluit ik hier te gaan kijken of ik hier een mooi plekje kan vinden. Hier heb ik ook geen last van wandelaars. Ik zit hier lekker privé. Ik vind tussen rotsen een goede baadplaats. Ik heb inderdaad van niemand last hier. Ik kan zo even afkoelen, maar moet wel zorgen dan ik niet met de stroom wordt meegesleurd. Het water is héééél koud, dus het wordt een korte zwempartij. Verderop zie ik mooie hoge watervallen, maar ik loop door. Ik heb genoeg gezwommen voor vandaag. Na nog een stevige klim, kan ik terecht bij de Refuge voor een bord soep en pasta carbonara op het terras. Mijn bed voor vanavond staat in het andere pand. Het is vrij lux, ik krijg zelfs een privé kamer. Het wordt blijkbaar koud in de avond, want de vrouw van de Refuge steekt de open haard voor mijn deur op de hal aan. Ik heb nog tijd voor een wandeling in de namiddag. Enthousiast wil ik de berg voor mij nog even beklimmen. Het schapen pad, wat ik in het begin volg, wordt steeds vager en niet veel later loop ik op grote keien tussen hoge bosbessenstruiken. Deze struiken zijn nu veel rood gekleurd. Het is een mooi herfst plaatje, hoewel het nog zomers warm aanvoelt.
.
Ik moet me af en toe goed vasthouden aan de takken om mij omhoog te trekken. Ik heb mijn zinnen nu eenmaal gezet op de top. Het is verder en hoger dan ik dacht. Op de top zelf denk ik een beetje: “Waarom?”. De afdaling is makkelijker. Ik kan glijdend naar beneden. Het levert mij wel een blauwe broek op van de platgedrukte bosbessen op. Ik ga nog even zitten op een kei in een dal. Wat een rust hier. In het zonnetje is het nog even genieten. Ik ben blij dat ik later weer zonder kleerscheuren de Refuge heb bereikt. Ik kan op mijn terras nog eens van de laatste zonnestralen genieten op 1 van de aanwezige strand ligstoelen. De zon verdwijnt snel achter de berg. De berg waar ik net op de top stond. Na de douche kan ik plaats nemen aan de eettafel. Naast een tweetal oudere Franse wandelstellen, zit er nog een Italiaans gezin aan de enige eettafel. De kinderen kijken voortdurend op hun IPhone. Ik kan met de vrouw naast mij gelukkig wat in het Engels praten. Ze zegt dat ze al jaren hier komen, omdat zij verliefd is op juist deze berg en deze Refuge. Ook in de winter komt ze hier wel eens. De Refuge eigenaar met keukenschort, komt af en toe langs om servies op te ruimen van de tafel. Hij staat niet toe dat er iets van zijn vrouw gekookt eten overblijft. Alles moet op. Naast onze eetkamer is er nog een kantine. Daar eten maar liefst 30 kinderen vanavond mee. Er wordt ook nog een kleine les Alpenkunde gegeven aan ze. Ik lees liever in mijn bed op mijn IPhone. Mijn oogleden voelen zwaar.
Geschreven 12 opktober 2018
Foto's wandelvakantie : Alpen III
Dinsdag 11 september 2018
Refuge de Buffère > Briançon (1326m) 20,3 km
We zitten deze morgen precies zo weer opgesteld aan de ontbijttafel als gisteravond. Dit gaat hier zonder
het plakken van naamkaartjes op de tafel. De Eigenaar is vanmorgen niet zo hyper als gisteravond. Zo blijft het gelukkig een rustig ontbijt. Ik wil de schoolkinderen vandaag niet tegen komen onderweg. Zij gaan ook richting Lac Cristal. Volgens de Franse oudere
vrouw naast mij aan tafel, is “Lac Cristal” echt mooier zonder die kinderen. Zo wil ik dan vroeg op pad zijn voor een kleine voorsprong. Deze verspeel ik bijna alweer als ik net na vertrek de brug voorbij loop. Hij is slecht onderhouden, er zitten
gaten in de loopplanken. Zo slecht, dat ik denk dat hier de GR5 niet over heen kan gaan. Verder zie ik de GR5 bakens ook niet. Die mis ik nu alweer een tijdje. Ik loop door een weiland met enkele bomen. Het pad loopt echt alle kanten uit. Dit wordt niets.
Even later loop ik gewoon weer terug bij de brug. Nu zie ik wel de rood/witte tekens, net onder de boom. Ik blijf de kinderen van de Refuge gelukkig wel voor. Ik geniet van de rust in het bos. Een warm zonnetje schijnt door de bomen. Ik blijf bijna op dezelfde
hoogte op de berg voor lange tijd. Ik kan af en toe door de bomen het dal beneden mij zien liggen. Op een gegeven moment zie ik zelfs ook weer het kerktorentje van Nevache onder mij liggen. Het pad er na toe laat ik links liggen. Ik steek door naar boven richting
Lac Cristal. Ik ben blijkbaar te veel op het meer gefixeerd. Er staat een paaltje met rode verf net naast het pad. Ik doe helemaal niets met deze aanwijzing. Ik loop door tot helemaal aan het water van het meer. Ik zie wel net 2 wandelaars op een hoger pad
lopen, maar verder ben ik helemaal alleen. De kinderen zijn nog niet gearriveerd. Ik loop het meer helemaal langs en zoek naar GR5 bakens aan het einde van het meer. Op mijn kaartje zie ik later dan ook dat ik niet helemaal tot aan het meer had moeten doorlopen.
Die tekens zijn er dus niet meer. Ik wil hier niet al aan de beklimming beginnen. Als ik terug loop, blijkt het paaltje met rode verf, de aanwijzing te zijn geweest om hier verder naar links te gaan. Ik moet hetzelfde pad volgen als de wandelaars die op een
hoger pad liepen eerder. Dat is dan al 2X verkeerd vandaag. Hopelijk blijft het hier bij. Bij Porte de Cristal kom ik wandelaars tegen die net over een ongebaand pad over de kam van de berg naar beneden lopen. Ik kan weer eens een foto van mijzelf laten maken.
Vlak voor Col de Barteaux ben ik wel even bezig met de beslissing hoe ik nu precies moet lopen. De aanwijzingen zijn wat onduidelijk, en er zijn meerdere mogelijkheden. De wandelaar en de automobilist brengen mij op een verkeerd spoor. Voor hun is de asfaltweg
de enige juiste naar Briançon. Ik neem het langste en mooiste pad. Deze loopt geheel over de Crêtes. Ik heb gister iets gelezen over een spectaculair stuk wandelen, wat je alleen kan
lopen bij goed weer en goed zicht. Er staat geen wind en de zon schijnt, dus dat lijkt mij verder geen probleem. Dit wil ik ook natuurlijk niet missen.
.
Bovenop de Crêtes is de grond af en toe rood gekleurd. Het maakt het tot een spectaculair gezicht. Als ik later op de hoogste en smalste randen loop heb ik wel heel erg veel afgrond naast mij. Ik maak er een leuk filmpje van voor het thuisfront. Ik wankel tijdens het filmen, maar glij nog net niet in de afgrond van 500 meter naar beneden. Ik zie geen andere wandelaars op het gevaarlijkste stuk Crêtes, wel verderop, die de kortere variant nemen. Er zijn een paar stukjes bij, die aan beide kanten een afgrond hebben. Ik word niet teleurgesteld. Ik loop een kruis voorbij op 1962m hoogte voorbij. Als ik al weer afdaal, kom ik een Amerikaan tegen. Hij vraagt mij hoe ver het nog is voor hij op de Crêtes is. Een half uurtje naar boven klauteren denk ik optimistisch. Niet veel later kom ik zijn vriendin tegen, die op een steen zit en besloten heeft niet meer verder gaat. Ik daal snel verder tot de muur van een ruïne van een oud kasteeltje. Daar eet ik mijn lunch op. De 2 Amerikanen komen ook al weer voorbij. De Crêtes hebben ze niet gehaald. Hun auto staat op de parkeerplaats verderop, dus ze zijn bijna klaar. Ze wandelen door het gat in de muur voor mij. Ik wist niet dat je daar door heen kon, maar zelfs met mijn rugzak kom ik er even later ook door heen. Ik wandel het stel, aan de andere kant van de muur, al weer snel voorbij. Ik kom nu op een asfaltweg terecht. De GR5 tekens gaan dezelfde kant op. Door de steile afgronden, kan ik niet wat afsnijden. Ik ben verplicht de gehele afstand over het asfalt te lopen. Het is wel na een volgende S-bocht een aantal honderd meter lopen voor de volgende bocht. Dus ik ben wel even bezig met de afdaling op deze manier. Na verloop van tijd krijg ik het bijna op mijn zenuwen. Het uitzicht op Briançon onder mij is mooi, maar verandert bijna niet. Af en toe rijdt er een enkele auto voorbij. Ik bedenk dat de 2 Amerikaanse wandelaars hier mij ook zo voorbij moeten komen. Als ik hun aanbod om mee te rijden naar beneden afwijs, zijn ze een beetje geschokt. Wie wil er nu dit saaie stuk asfalt met haarspeldbochten helemaal wandelen? Op zijn minst 26 bochten verder en na 2 uur over het asfalt, kan ik eindelijk wat afsnijden van de laatste paar bochten, het wordt minder stijl. Ik zet mijn Google-Earth aan op mijn telefoon. Het eerste gebouw van de stad is het ziekenhuis. Ik zie dat het nu toch nog 2 km lopen is naar mijn hotel. Na het inchecken in het hotel, verwijst de hotelmedewerker mij naar het Casino van de stad voor een lekker biertje. Daar aangekomen, keer ik weer meteen om. Ik zoek toch iets rustiger. Net naast mijn hotel is dat wel te vinden. Het Belgisch Witbiertje Floreffe smaakt mij heel goed. Ik zie ook het hoger gedeelte van de stad liggen met een aantal forten. Ik vind dat het kijken erna, vanuit mijn luie terrasstoel, voldoende is voor mij. Na de douche ga ik voor het raam zitten van mijn hotelkamer. Het raam gaat naar binnen open. Als ik opsta, vergeet ik dat even en stoot mij lelijk aan mijn hoofd. Het bloed stroomt vanaf mijn hoofd. WC papier om de bloeding te stoppen wordt snel rood. De wasbak ziet inmiddels ook behoorlijk rood. Ik denk dat ik mij misschien moet melden in het ziekenhuis, waar ik eerder voorbij ben gelopen. Het wordt wat plakkerig op mijn hoofd, maar ik weet het te stelpen. Ik bel nog even naar huis voor wat troost. Drama, drama nog eens drama hier. Ik kan echter zonder zorgen aan het diner beginnen. Op aanraden van het hotel vind ik een leuk restaurant. Het is er druk. Misschien was het van de serveerster niet zo handig om mij aan een 4-persoonstafel te plaatsen. Ik eet er alleen maar wel heerlijk en echt Frans. Zoveel luxe, ben ik al weer een tijdje niet gewend. In mijn hotelkamer lees ik nog wat. Ik moet wel zorgen dat ik mijn hoofd niet te veel naar beneden buig, om te voorkomen dat mijn wond opnieuw openspringt. Het kussen blijft wit vannacht.
Geschreven: 19 oktober 2018
Foto's wandelvakantie: Alpen III
Woensdag 12 september 2018
Briançon > Arvieux (1685m) 21,3 km
In mijn luxe hotel zorg ik dat ik nog even geniet van een vorstelijk ontbijt. Met een bord vol Cornflakes
met melk, gebakken ei met spek, worstjes en witte boontjes, een paar croissantjes, vers brood, yoghurt en fruit in mijn maag hoef ik voorlopig niet meer te eten. Ik loop toch nog even langs de Supermarkt om de hoek. Een kleine lunch is nooit weg op de berg
straks. Dan ga ik op mijn richtingsgevoel verder. Achter in het stadje moet ergens de opgang zijn om over de berg te komen. Niet veel later zie ik de GR5 strepen alweer. Eerst nog via de hoofdstraat van de stad, richting Le Mélezin. Later een meer wat
stiller achterstraatje. Ik wandel over asfalt richting Chalets de Ayes. Waar twee riviertjes samen komen, weet ik niet helemaal meer hoe hier het pad verder gaat. Mijn kaartje brengt de oplossing. Ik loop wel per ongeluk op iemands privé erf. Gelukkig
is het nog vroeg, dus er lopen nog geen hond of eigenaar van het huis hier in de tuin. Ik begin aan een gestage beklimming naar Col des Ayes. Ik loop door het bos en zie verder op een jong stel wat treuzelend wandelen. Zij speelt wat met haar eigen witte hond,
hij kijkt wat op zijn smartphone. Zo loop ik hem al snel voorbij. Ik maak een klein praatje over waar ze begonnen zijn vandaag. Ze hebben net de tent opgetuigd. Ze wonen wel gewoon in Briançon. Zij is Sloveense en hij komt uit Martinique. Ik ben vetrokken
uit Briançon vanmorgen, en dat vinden ze wel ver. Ik doe het wel zonder tent op mijn rug. Daarna loop ik ook haar voorbij. De hond blijft wat rond mij heen zwerven. De afstand tussen het tweetal en mij, neemt toe. Het wordt dus tijd dat de hond terug
naar hun baasjes gaat. Ik doe wat moeijlijk met mijn bagage omdat ik mijn waterzak niet goed vind zitten. Even later doe ik weer mijn rugzak af omdat ik er een muesli reep uit mijn rugzak wil halen. Zo loopt het tweetal mij weer wat in. Het meisje uit Slovenië
lijkt nu ook echt tempo te willen maken, net of ze mij bij willen houden. De hond komt opnieuw bij mij. In het open veld gaat hij meer hard rennen. Ik zie ook een Marmot recht opstaan om van de zon te genieten. Als de hond er aan komt razen, kan de Marmot
zich net op tijd in zijn hol verschuilen. Maar volgens de Sloveense pakt haar hond hem verder niet als hij dat al zou kunnen. Nog net voor de echte beklimming naar Col de Ayes, zie ik een mooie plek om wat te gaan eten.
.
Ik ben wat bezweet, dus ik trek mijn shirtje even uit om te drogen in de zon. Ik zie de twee weer van verre komen. De hond komt ook weer bij mij langs. De Sloveense komt er later ook aan en gaat naast mij zitten. Niet veel later sluit haar vriend aan. Zo hebben we een gezellige lunch hier midden in het veld. We hebben veel raakvlakken met Camino hiken. Dus we raken niet gauw uitgepraat. We zitten hier wel op een hoogte van meer dan 1700 meter, zo heel warm in de zon is het dan ook niet zo midden september. Ik trek mijn shirtje dan ook maar weer aan. Een ieder van ons heeft een simpele lunch in de tas zitten. Maar als we onderling wat uitdelen wordt het bijna riant. De hond wil ook meegenieten en steelt de kaas van mijn brood. Dat was volgens de Sloveense niet de bedoeling. Dan maak ik de Col, na opnieuw wat gezweet, een kopje kleiner. Op de Col zelf kijk ik nog terug het dal in, maar ik zie het tweetal achter mij nog niet komen. Als ik weer afdaal zie ik een groot vlak grasveld onder mij liggen. Het dient als camping. Er staan wat tentjes voor klimmers. Ik kom langs een hoge verticale klimwand. Er klautert iemand hoog boven mij aan een rots. Van beneden hoor ik aanwijzingen van een instructeur. Ik blijf liever op mijn GR5 pad. Ik wil wel wat afkorten verderop. Het pad loopt naar beneden, maar ik zie een zijpad dat ook naar beneden gaat. Het lijkt een bocht af te snijden. Ik volg dit pad het bos in, en ik denk slim te zijn. Er lopen 3 jongemannen achter mij en ik check even of ze ook deze verkorte weg nemen. Zij doen het tot mijn verbazing niet! Wel kijken ze mij na. Ze denken waarschijnlijk: “Wat is die aan het doen?”. Het bos wordt wel heel erg dicht, en ik weet eigenlijk niet echt waar het pad echt heen gaat. Ik ga met hangende pootjes, toch maar weer terug naar het officiële GR5 pad. In Brunisard loop ik maar door. Een leuk café is er niet, lijkt het. Het wandelschema heb ik deze dag wat ingekort omdat dit te veel voor 1 dag was geweest. Nu lijkt Arvieux al niet ver weg meer. Als ik op Google-Earth check hoever mijn hotel is in La Chalp, blijk ik er nog 50m van verwijderd te zijn. Dat is weer eens een meevaller. Het is een mooi karaketeristiek pand met veel hout. In de tuin drink ik een bier om de aankomst weer te vieren. Mijn kamer is wel heel groot voor een simpele hiker als mij. Maar ik kan er wel van genieten. Naast de tuin is een half open zwembad. Het is met plastic overkoepeld. Ik trek er wat baantjes. Naast mij hebben twee kinderen les van de badjuffrouw. Ook maak ik nog gebruik van de aanwezige sauna. Ik heb de “Whirlpool” en “Finse sauna” voor mijzelf alleen. Ik zie later een ouder stel op mij wachten. Dan wil ik gauw plaats maken. Voor het avond eten hoef ik ook niet meer de deur uit voor een restaurant. Het is er allemaal in het hotel en het eten is er goed. Op het terras drink ik nog een biertje. Het is inmiddels bijna donker geworden. Ik ga nog wat lezen uit mijn boek van mijn IPhone. Vanuit mijn kamer raam zie ik later, dat er nog steeds mensen aan een biertje zitten in de tuin. Het andere raam kijkt uit op de bergen, waar ik vandaag vandaan gekomen ben. Ergens daarboven is Col de Ayes. Ergens zitten de 2 wandelaars van vanmiddag op de berg in hun tentje.
Geschreven: 25 oktober 2018
Foto's wandelvakantie: Alpen
III
Donderdag 13 september 2018
Arvieux > Ceillac (1639m) 26,4 km
Ik ben vanmorgen weer eens de eerste die langs het ontbijt buffet
loopt. Ik kan al wel mijn gewenste eitje en thee bestellen bij de serveerster. Al binnen 10 minuten schuiven er al meer toeristen aan andere tafels. Kwart over acht zet ik mijn eerste stappen op de GR5. Ik loop achter langs het hotel. Ik kijk het nog eens
na van een afstand. Ik klim langzaam wat omhoog en neem meer afstand van de asfaltweg beneden. Het wandelpad is behoorlijk gehavend door bulldozers en maakt voor mij de route onduidelijk. Bij verschillende kruispunten ben ik aan het twijfelen. Ik raak het
spoor bijster. Een ander soort aanduiding vind ik met rood/witte strepen. Ik wil deze toch maar uitproberen. Het pad lijkt al snel heel stijl omhoog te gaan. Ik moet mij aan de takken omhoog trekken, maar er is iets van een pad. De verkeersweg, waar ik auto’s
hoor razen is nog steeds mijn baken voor oriëntatie. Ik kijk nog eens op mijn kaart. Een schaapsherder komt met zijn kudde de steile berg af lopen. Ik ga ook maar weer naar beneden, dit kan het niet zijn. Ik ga terug naar het gehavende wandelpad. De andere
keuze op dat punt, blijkt een betere. Ik vind na vele kilometers dan weer een normaal GR5 teken. Altijd weer een opluchting. Ik zie bij een afdaling in het bos, beneden het Fort Queyras liggen. Ik moet nog een stuk stevig dalen voordat ik het plaatsje Château-Queras
bereik. Er is helaas geen café in het plaatsje, dus ik neem maar een cola uit een frisdrankautomaat bij de wasserette. Ik heb ondertussen wel zin gekregen om even een bezoek te brengen aan het imposante Fort. Ik kan mijn rugzak achterlaten bij de kassa.
De enige medewerker van het Fort zal er persoonlijk op letten. Het is best wel een uitdaging om alle kamers van het enigszins vervallen Fort te bezichtigen. Ik vraag de medewerker nog eens naar de koffie mogelijkheden in Château-Queras, maar dat zit
er niet in volgens hem. Ik loop naar beneden naar de rivier. Net voor de brug is er dan toch een soort van een snackbar waar wat te halen valt. Ik bestel een hamburger met patat. De patat is wel heel erg vet, maar ze hebben er wel lekkere koffie. Na de lunch
vertrek ik voor een lange tocht door Nationaal Park Queyras. Voorlopig geen horeca meer. Ik begin eerst met een erg steile klinkerweg omhoog. Bij nat weer moet je hier omlopen, het is dan te slipperig. Nu is het een echte kuitenbijter. Ik heb het weerbericht
een beetje gevolgd en gehoord dat er mogelijk later in de middag wat regen gaat vallen. Ik loop dan ook met een zeker tempo gestaag door. Ik zie mooie plekken waar ik lekker in de zon zou kunnen gaan liggen. Een ouder stel luncht onder een boom, die vinden
het te warm om in de zon te zitten. Ik loop langzaam klimmend nog een paar uur door naar Col de Fromage, zonder ook maar iemand tegen te komen.
.
Na dagen alleen maar blauwe luchten te hebben gezien, is er nu wat donkere bewolking te zien aan de hemel. Ik denk dat ik de buien gemist heb, en de dans ontsprongen heb. Maar van achter mij lijkt er een zwaardere bui op te komen. Ik hoor onweer in de verte. Ik zie een mooi vreemd geel en rood gekleurde berg naast mij, waar de regen al valt. Niet veel later voel ik de eerste regendruppels op mijn hoofd. Ik hoor nu ook boven mij wat onweersgerommel. Ik moet mijn regenkleding aantrekken. Ik heb het niet voor niets meegenomen deze vakantie. Bij de afdaling na Col de Fromage kan ik het al weer snel uittrekken. Ik loop opnieuw alweer in de zon. Ik zie in het dal een dorp liggen. Ik wil eerst nog niet geloven dat dit Ceillac al is, maar het blijkt het toch te zijn. De kerktoren is een mooi ijkpunt. Ik kom langs een houten vogelkijkhut. Hier heb je een mooi uitzicht over het dal. Vogels zie ik eigenlijk niet. Ik houd nog even rust voordat ik het laatste stukje naar Ceillac bewandel. In het oude dorpje ben ik eerst op zoek naar een cafeetje. Op een leeg terras gun ik mezelf een wit biertje. Dan probeer ik via Google Earth mijn hotel te vinden, maar die stuurt mij alle kanten op. Ik verwacht er bijna al te zijn. Ik vraag het twee vrouwen op een kinderspeelplaats. Die zeggen dat Hotel Le Cascade nog kilometers achter het dorp ligt. Na nog eens dubbel check, zie ik dat dat inderdaad zo is. Ik moet nog een bijna 3 kilometers doorlopen. Dat is een beetje balen, maar ik ga in ieder geval de goede richting op. Ik loop op de asfaltweg richting Pied du Mélézet. Naast mij aan de andere kant van het riviertje, zie ik de GR5 lopen. Dus het is geen verspilde moeite. Het oude hotel staat met palen op de berghelling. Mijn kamer heeft een grappig kabouterlook met veel hout. Vanaf mijn balkon kijk ik uit op Cascade de la Pisse. Als ik mijn balkon deur openzet, hoor ik het water van de waterval naar beneden storten. Ik kom er via mijn GR5 boekje achter dat mijn pad morgen hier recht omhoog langs de waterval naar boven gaat. Ik laat het bad met heet water vollopen, dat is goed voor mijn wat verkleumde spieren. Het begint nu pas echt hard te regenen buiten. Over timing dus geen geklaag van mij vandaag. In het hotel krijg ik een uitstekend geserveerde 3-gangen menu. De jonge ober loopt enthousiast voor zijn baas te rennen. De baas haalt hem erbij als hij mij niet verstaat. De ober kan mijn Engels vertalen in Frans. Een lunchbox voor morgen lijkt nu besteld. Na het diner zoek ik al gauw mijn bed op, na deze vermoeiende dag. Van lezen op mijn IPhone komt niet veel terecht. Ik hoor de waterval in de verte vanuit mijn bed.
Geschreven 26 oktober 2018
Foto’s wandelvakantie: Alpen III
Vrijdag 14 september 2018
Ceillac > Maljasset (2368m) 26,3 km
Ik heb het vanuit mijn bed, buiten nog lang horen regenen vannacht. Ik vertrouw wel op de voorspelde weersverbetering. Als ik vroeg in de morgen op het balkon sta, zie ik de bergen weer onder een blauwe hemel. Blijkbaar is de voorspelling uitgekomen. Na weer een uitstekend ontbijt, betaal ik de rekening bij de receptie. Daar krijg ik ook mijn lunchpakket. Ik loop vanuit het hotel meteen richting de “Cascade de la Pisse”. Eerst nog een stukje naar beneden. Dan zoek ik de brug die over het riviertje gaat. Ik hoef er niet veel voor om te lopen. Uitstekende logistieke keuze, dit hotel hier precies bij de waterval. Ik klim maar een klein stukje of ik bereik de aftakking al, die speciaal naar de “Cascade” gaat. Hiervoor loop ik natuurlijk even om. Ik kom uit bij de plek waar van hoog boven mij, de waterval naar beneden stort. Het is een kleine, maar wel hele hoge waterval. Ik kan er half door heen lopen, zonder heel erg nat te worden. Ik stuur een “Selfie” van mij en de waterval naar huis. Ik kan beamen: “Foto is van nu net hier.” Het is ook nog maar net na acht uur in de morgen. Als ik weer terug loop, kom ik al meerdere wandelaars tegen die ook even willen gaan kijken. Het zonlicht is deze morgen weer erg mooi door de bomen, met het uitzicht naar beneden in het dal. Ik zie verderop nog Ceillac liggen. Een paar eekhoorns springen over takken en omhoog de boom in. Pal naar beneden zie ik in alle rust ook het hotel liggen. Ik loop vlak langs de plek waar de waterval zich van de afgrond zich naar beneden stort. Het water komt uit een sterk stromende rivier die van nog hoger de berg komt. Ik steek met een houten brug later deze rivier over. Midden op de brug kijk ik over de rivier die door de bomen stroomt, richting de achterliggende bergen. Het maakt een mooi plaatje. Bij “Lac des Pres-Soubeyrand” zie ik een mooi schiereilandje. Daar wil ik eigenlijk heen, maar een groepje wandelaars zit juist daar wat uit te rusten. Ik ben blijkbaar niet de enige die dit een mooi plekje vind. Verderop is ook wel iets te vinden. De berg voor mij spiegelt mooi in het meer. Ik loop verder langs lege schaapskooien verder omhoog. Ik hoor weer eens Marmotten fluiten. Een aantal lopen er juist ook relaxed voor mij langs. Ik klim verder door leeg terrein. Ik loop langs grote palen van skiliften. Over niet al te lange tijd ligt hier weer sneeuw op de piste. Ik houd andere wandelaars achter mij een beetje in de gaten, omdat ik het spoor niet geheel duidelijk vind. Ze blijven mij volgen, dus ik ga gestaag door met mijn klim richting ”Lac Sainte-Anne”op 2415m. Toch wel een beetje het meer der meren, deze wandelvakantie.
.
Ik ben er natuurlijk niet alleen. Er staat ook een kapelletje. Deze is helaas wel gesloten. De zon komt af en toe door de mist heen. Met het blauwe meer is het zo een waar kleuren spektakel door het wisselende effect op het water. Iemand vraagt of ik van hem een foto van wil nemen. Geen probleem natuurlijk, hij kan hetzelfde terug doen voor mij. Ik loop nog verder de berg op en kijk nog een paar keer achter mij naar Lac Anne. Ik moet via een stenig pad zigzag om hoog. Ik kom bij het hoogste punt vandaag. Col Girardin (2700m). Daar eet ik wat van mijn lunch. Er zitten meerdere wandelaars daar wat te eten. Een ouder stel zit gezellig met zijn tweeën. Ze zijn blijkbaar goed op elkaar ingesteld, want ze hebben ieder hun eigen taken. Het ziet er geolied uit. Het is hier wel winderig. Ik besluit nog een stukje naar verder beneden te lopen. Als ik een grote steen vind, kan ik uit de luwte, heerlijk in het zonnetje liggen. Verderop is nog zo’n kei. Er steken 2x2 schoenen uit. Blijkbaar ben ik niet de enige die dit bedacht heeft. Als ik later weer verder ga met de afdaling, kom ik in een steile afgrond tegen. Het GR5 pad blijft dat op dezelfde hoogte langs de afgrond. Ik heb gekozen voor een overnachting in Maljasset beneden in het dal, en ga hier recht naar beneden. Op het leistenen pad moet ik uitkijken dat ik niet naar beneden val. Er glijden behoorlijk wat leisteentjes voor mij uit, de diepte in. Het dorpje Maljasset komt in zicht. Net voor dat ik het bos in loop, zie ik een grote platte steen waarop ik kan gaan zitten. Het lunchpakket moet nog even opgemaakt worden. Het is er heerlijk warm in het zonnetje. En ik kan genieten van een totale rust. Een groepje Franse wandelaars komt de berg af gelopen. Na de laatste wandelaar sluit ik aan in de rij. Ik loop ze achterna en stap ook net als deze groep de “Refuge de Maljasset” binnen. Ik ontdoe mij van mijn wandelschoenen en loop naar binnen op zoek naar de “patron”. Ik heb alleen hier gereserveerd in “Auberge de Malasset”. Net even anders. Net even een stukje naar beneden is ook iets van een Gastverblijf. Ik vraag of dit de “Auberge” is. Er bevinden zich maar een paar huizen in dit hele kleine dorpje. De eigenaar maakt er een grapje van. “Moeilijk zoeken hier tussen de 5 huizen die hier bij elkaar zijn!” Ik ben vermoeid en ik wil er gewoon zijn. Na het inchecken kan ik na het douchen even op mijn bed liggen in de “dormitory”. Even later toch maar weer naar buiten in de zon. Er staat in de tuin een mooie ligstoel waar ik in kan lezen. Het biertje smaakt goed. Een Franse wandelaar heeft mij gezegd dat het heerlijk wandelen is langs de rivier. Ik maak dan nog een extra wandeling en loop via de achtertuin naar de rivier. Ik loop onderlangs het kerkje. Ik vind het al gauw weer genoeg de wandeling. Ik heb nu genoeg gewandeld voor vandaag. Op een heuvel voor het dorp kom ik nog drie Kruisen tegen, die boven mij uit steken. Ze zijn erg religieus hier.
.
Ik kom via de achteringang weer terug bij de tuin. Ik bestel nog maar eens wijn! Voor het avond eten wordt ik verwezen naar de eerste tafel voor in het restaurant. Een soort bunker half onder de grond. De andere twee tafels zit helemaal vol met Franse wandelaars. Tegenover mijn bord staat nog een eetbord. Ik denk dat er een vergissing is gemaakt. Ik had eerder voor twee personen gereserveerd. De Australische vrouw van de eigenaar zegt dat ze nog iemand verwacht. Maar als de soep geserveerd wordt zit ik nog steeds alleen. Het voelt een beetje alleen en zielig, nu de ander tafels helemaal vol zitten. Dan komt de verwachte gast aan mijn tafel zitten. De Trial-biker is voor een weekend sportiviteit gekomen uit Lyon. Hij heeft wee volle dagen fietsen voor de boeg. Hij kan mij al iets vertellen over de route van mij voor morgen. Hij doet hetzelfde traject, alleen fietsend. Het belooft een mooie tocht te gaan worden. De Australische komt ook vaak bij ons langs om te vertellen over haar leven hier in de winter en zomer. Natuurlijk gaan de verhalen ook over Australië en de verschillen met de Fransen. Van eerder de stilste tafel in de kelder, zit ik nu aan de luidruchtigste. De wandelaars aan de andere tafels luisteren aandachtig mee naar de verhalen aan juist deze tafel. De Franse Trial-biker slaapt bij mij op de kamer, en laat nog eens wat apparatuur zien die hij op de fiets mee heeft ter coördinatie. Ik moet het moet doen met alleen mijn GR5 boekje morgen.
Geschreven: 2 november 2018
Foto’s wandelvakantie: Alpen III
Zaterdag 15 september 2018
Maljasset > Col du Larche (1996m) 31,6 km
De Australische vrouw zie ik vanmorgen niet bij het ontbijt. Ze slaapt blijkbaar lekker uit. Ontbijten kan hier al om half zeven. Ik heb een lange afstand te gaan vandaag, dus ik maak
graag gebruik van deze vroege mogelijkheid. De beheerder van de Refuge is nog een beetje sloom op dit tijdstip. Ik voel mij trouwens niet veel anders. Hij is vermoeid na een lang seizoen. Het is de het laatste weekend dat de Refuge open is, dus straks heeft
hij eindelijk meer tijd voor zijn vrouw en 2 kinderen. Na betaling van de rekening pak ik mijn wandelschoenen van het wandrek. Er staan er nu zo’n 20 paar naast elkaar, dus het is even opletten om de juiste te zoeken. Ook mijn stokken pak ik van een
andere rek. Even na zeven uur loop ik het dorpje Maljasset al weer uit en volg ik voor langere tijd min of meer de asfaltweg. Af en toe snijdt het pad iets af en loopt het onderlangs de weg. Ik zie verderop een oude stenen brug, Ponte Voûté, tussen twee hoge rotsen hangen. Ik zie dat een passerende auto er even op blijft stilstaan. De passagiers nemen waarschijnlijk een kijkje in de afgrond. Er staan bij een paar huizen ook weer
een oud kerkje. Voor elke bewoner een half kerkje lijkt het. Als het pad wat meer door het bos gaat, kom ik op een plek, waar een lawine van steen/sneeuw de GR5 voor een stuk heeft weggeslagen. Beneden mij zie ik een paar dorpjes liggen in het Vallée
de Ubaye. Dan stap ik eindelijk de brug over die ik veel eerder al zag. De diepte is best ‘scary!”. Er volgt ook nog een opmerkelijke tunnel die door rotsen is uitgehakt. Ik loop er voor een moment even in totale duisternis door heen. Een drietal
vrouwen komt uit het bos gewandeld. Ik stap juist het bos weer in. Het wordt meteen weer even stevig klimmen, maar het dorpje Fouilousse moet achter de heuvel liggen. Daar loop ik niet meer in de schaduwrand van de berg, maar weer lekker in de zon. Het dorpje
is erg rustig. Een kleine marktje kom ik tegen net bij een restaurant. Om zeker te stellen dat het open is, moet ik in de keuken naar volk roepen. Maar de koffie met tostie komt er aan. Hier geen haast maar ontspanning en rust. Ik gun mij vandaag dat ook,
ondanks de lange afstand nog te gaan. Ik kan hier geen contact krijgen met de buitenwereld. Als je wilt bellen in dit dorpje, kan je beter naar het dorp beneden gaan, zegt de serveerster. Teruglopen is natuurlijk geen optie voor mij.
Cretes de Greypolles
.
Na de koffie begin ik weer met goede moed aan een volgende beklimming. Ik stuit op een vergane nederzetting. Ik loop eerst onderlangs en later bovenlangs deze vierkante stenen vesting van weleer. Er volgen nog twee forse beklimmingen naar Col de Vallonnet (2524m) en Col Mallemort (2558m). Ik zie weer eens een Marmot van heel dicht bij. Boven mij bevindt zich een nog hogere berg met skilift. Zover omhoog hoef ik niet. Ik zie al gauw het dorpje Larche beneden in het dal liggen aan de andere kant. De herder van een grote kudde schapen zegt dat ik door kan lopen, hij houdt de honden in bedwang hoop ik Een gedenk teken op het hoogste punt van een heuvel, herinnert aan de Duitse/Italiaanse Invasie. Het dorpje Larche is geheel plat gebombardeerd in de 2e Wereld Oorlog. In het nieuw verrezen dorpje kan ik verder geen horeca vinden. Ik verlaat hier ook voorgoed de GR5. Net voorbij Larche ga ik eten bij een Pizzaria. Ik ben aan de late kant, dus eten kan ik daar niet meer bestellen, dus het blijft bij koffie. Nog iets verderop is er nog en cafeetje waar ik wel brood met pate kan eten. Het is een enorm broodje, mijn kaken doen er zeer van na afloop. Ik wil nu aansluiting vinden met de Via Alpina. Hiervoor ga ik verder richting de grens met Italië. Ik wil niet langs de drukke verkeersweg lopen, en ik vind een pad meer achteraf. Het gaat achterlangs een kerkhof. Ik zie 2 wandelaars met zware rugzakken voor mij lopen. Maar als ik ze bijna ingehaald heb, lopen ze net rechtsaf de camping op. Ik ga nog even rechtdoor. Via wat huizen kom ik weer op de hoofdweg richting de grens. De laatste kilometers worden zwaar vandaag, maar ik bereik dan toch Rifugio de La Pace. Het wordt volledig gerund door Italianen. De wat donkere eigenaar zegt dat hij helaas geen plek meer heeft voor mij. Ik zak bijna door de grond van teleurstelling, maar ik probeer positief te blijven. Er is hier een fietsgroep van 20 man vanavond, en dus geen plek voor mij. Ik vind een plek op de vloer ook prima, leg ik uit, maar dat mag hij niet doen van de Brandweer. Ik bereid mij voor op toch nog een verlenging van de tocht vanavond. Maar de Italiaanse hulp van de Rifugio kan mij wel met zijn auto brengen naar een ander hotel. Ze komen met een voorstel voor een overnachting in Frankrijk. Ik wil juist niet terug Frankrijk in. Ik wil juist voorwaarts i.p.v. achterwaarts en dus Italië in. Na nog een aantal telefoontjes, komen ze met het voorstel van een Refuge ergens de berg op. Ook die sla ik af, want ik wil morgen hier weer mijn Camino vervolgen. Het moet niet te moeilijk voor mij zien om op deze plek terug te komen. Het wordt uiteindelijk een Bed & Breakfast, die een oudere vriend van in de 50 runt. Hij vraagt of ik hier een bezwaar tegen heb. Leeftijd moet natuurlijk geen probleem zijn. Na een lekker biertje stap ik de auto in van de Italiaanse hulp. Hij neemt onderweg nog 2 Oostenrijkse wandelaars een stukje mee. Zij worden in Argentera afgezet, ik verderop in het dorp Berzesio. Als we aankomen bij de Bed & Breakfast komt net een Zwitserse Mountainbiker aan. Later volgt zijn vriendin met haar mountainbike. Zij zijn bezig met een fietstocht van Turijn naar Barcelona. Zij slapen vanavond ook hier. Eén voor één kunnen we ons schoon douchen. De gesproken taal is hier ineens van het Frans overgegaan in het Italiaans. Ik kan met mijn Spaans het e.a. duidelijk maken. Maar helemaal trefzeker ben ik nog niet. Ik was eerder niet zo positief over het plan van eigenaar van deze Bed & Breakfast om mij te verplaatsen naar de Refuge in de bergen. Later begrijp ik dat het alleen om het avondeten ging. Het tweetal verdwijnt opeens met de eigenaar en zijn auto om daar te eten. Ik blijf alleen achter. Ik moet nog even wachten dat het hiernaast gelegen restaurant de keuken open gaat. Twintig minuten later tegen acht uur, ben ik er wel weer welkom. De Peruaanse serveerster is wel benieuwd hoe ik hier gekomen ben. Ik vraag natuurlijk hoe zij hier nu zo gekomen is. Ze kan voor mij een lift regelen naar Cuneo morgen later in de middag, als dat nog nodig is. In de Bed & Breakfast ben ik verder nu nog “solomio”. Ik val bijna achter de voordeur over de twee mountainbikes die in de hal staan. Als ik al in bed lig te lezen, hoor ik ze met z’n drieën met de auto aankomen en later de trap op stommelen. Ik ben niet verder alleen in dit grote huis.
Geschreven: 2 november 2018
Foto’s wandelvakantie: Alpen III
Zondag 16 september 2018
Col du Larche (FRA) > Pontebernardo (IT) 17,4 km
De twee Zwitserse Mountainbikers hebben vandaag net zoals mij, ook een lange dag voor de boeg. We staan met z’n drieën al om zeven uur op voor het ontbijt. De eigenaar van de Bed & Breakfast heeft s ’avonds laat alles al in gereedheid gebracht. Het is misschien geen 5*sterren hotelkwaliteit, maar we kunnen ons vol eten. Het zal genoeg zijn voor een sportieve ochtend. De Zwitsers zijn het met me eens, dat als je aan Camino doet, je echt alle kilometers zou moet lopen. Kilometers smokkelen is dan niet OK. Het lijkt dan of je je opdracht niet hebt volbracht. Het plaatsje waar ik mij nu bevind, ligt op de geplande wandelroute voor vandaag. Met de B&B eigenaar probeer ik na het ontbijt een taxi te regelen, terug naar Col du Larche. Hij trekt er een heel ongemakkelijk gezicht bij. En zegt gemeen “NEE” tegen mij. Hij wil na het ontbijt echt zijn bed weer in, denk ik. Het plan om mijn rugzak hier te laten staan, en dan het eerste stuk vandaag zonder bagage te lopen valt in duigen. Nu ben ik mijn bagage wel gewend op mijn rug de afgelopen dagen. Ik ga dus volledig bepakt en bezakt, de deur uit. Buiten probeer ik meteen te liften. Ik wil terug naar de Frans/Italiaanse grens, 7 kilometer terug. Ik check nog even de lokale bus die voor het restaurant van gisteravond staat. De buschauffeur zegt dat de laatste bus hier om vier uur s ’middags naar Turijn vertrekt. Mocht het liften mislukken, ik kan altijd hier de bus nog nemen vanmiddag. Ik loop weer verder, terug naar de grens. Er passeren wat auto’s en ik steek mijn duim op. De dan volgende auto rijdt mij voorbij, maar blijft een stukje verder langs de weg staan. Ik loop versneld er naar toe. Ik mag meerijden. Nog voordat de twee Zwitsers met hun fiets mij voorbij rijden heb ik al een lift geregeld. Er zit een vrolijk, energiek en jong Italiaans stel in de auto. Ze gaan rotsklimmen in Frankrijk deze morgen. Ze kunnen mij dus helemaal tot aan de grens brengen. Er staat harde Franse Rock muziek aan, en ik word er ook vrolijk van. Ze bosten bijna nog op een auto, die opeens midden op de weg op een S-bocht blijft steken. Verkeerde versnelling waarschijnlijk? Ze zetten mij af bij Rifugio dela Pace. Ik ben weer terug in Frankrijk. Ik ben ze dankbaar voor de lift. Ik zeg maar niet dat ik het hele stuk weer terug ga wandelen over het asfalt! Ik loop nog even binnen bij de Refuge. Ze herkennen mij daar natuurlijk nog van gisteren. Ik krijg van de eigenaar meteen een gratis koffie aan de bar. De jongen die mij gister met de auto naar de B&B bracht is er ook weer. Na de koffie ga ik echt op pad met mijn rugzak en goede moed. Ik wandel terug naar de grens, slechts 50 meter van de Refuge.
Geschreven: 7 november 2018
Foto’s wandelvakantie: Alpen III
Meest recente reacties
Hallo ,
Ik zie website www.j0vadi.nl en zijn indrukwekkende. Ik vraag me af of de inhoud of banners advertentie-opties beschikbaar zijn op uw site?
Wat is de prijs als we een artikel
Hey jij staat altijd je mannetje voor de klas
Hey kom je hier vaker?
Ja dadt leikt meij erg gezelich maar ick wil dan wel de bestte steenen beiten?!